Bijgewerkt op 3 november 2021 door Julia Merkus. Hoofdletters gebruik je in twee situaties: aan het begin van een zin en bij namen. Je gebruikt ze bij namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
Het voornaamwoord “I” wordt altijd met een hoofdletter geschreven, ongeacht waar het in een regel valt. I am preparing for a meeting.
Namen van talen en dialecten schrijven we ook met een hoofdletter. Ook hier geldt hetzelfde voor samenstellingen en afleidingen van deze namen. --> Nederlands, de Nederlandse taal, Limburgs, Duitstalig, Franse les.
Gewoon een kleine letter. Nooit anders gezien en geschreven.
De namen van de maanden worden klein geschreven.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
Hetzelfde geldt voor dagen van de week, die schrijf je in het Engels ook met hoofdletters. Dus: Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday, Sunday.
In Nederland is mevrouw Van der Ven-van Dijk de gangbare schrijfwijze. In België wordt de persoonsnaam altijd geschreven zoals op de identiteitskaart is aangegeven; van wordt er meestal met een hoofdletter geschreven. De gewone schrijfwijze in België is dus mevrouw Van der Ven-Van Dijk.
T-shirt, bijvoorbeeld, krijgt een hoofdletter omdat het kledingstuk de vorm van een T heeft. Andere voorbeelden zijn: V-hals, X-benen, L-vormig. Ook als een letteraanduiding een ordening, classificatie of evaluatie aangeeft, wordt die letter groot geschreven. Bijvoorbeeld: A-team, B-attest, C-omroep.
Bij de woorden tante en oom worden hoofdletters gebruikt als de bedoelde persoon familie van de auteurs is. Bijvoorbeeld Tante Anneke tegenover tante Lous.
Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter.
Deze regel geldt voor plaatsen, streken, landen, maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.
Aardrijkskundige namen én hun afleidingen schrijf je altijd met een hoofdletter. Het is ook Fransman, Franssprekend en Franstalig. Alleen als een aardrijkskundige naam niet meer als zodanig wordt gebruikt, maar als een aanduiding voor iets anders fungeert, vervalt de hoofdletter.
Het woord gemeente is een soortnaam en wordt in de regel klein geschreven. Dat geldt in principe ook als het woord wordt gevolgd door de naam van de gemeente.
De namen van historische gebeurtenissen en feestdagen hebben een hoofdletter. Alleen bij een samenstelling met feestdagen schrijf je kleine letters. Dat geldt ook voor gewone kalenderdagen en –periodes.
Net als de Nederlanders vernoemden de Britten de woensdag naar hun Germaanse god Wodan. Als god van onder meer de poëzie, voelde Shakespeare zich kennelijk met hem verbonden: hij stelde voor om de schrijfwijze van 'Wednesday' aan te passen aan de uitspraak, 'Wensday'.
De namen van de dagen van de week worden klein geschreven.
Merknamen zijn eigennamen: we schrijven ze in de regel met een hoofdletter. Ook als het om een exemplaar van het product gaat, schrijven we een hoofdletter. Merknamen die soortnaam geworden zijn, worden met kleine letter geschreven.
We schrijven koning en koningin, al dan niet gevolgd door een naam, doorgaans met kleine letters.
'Iets een-op-een bespreken' is officieel juist. Een-op-een wordt in de officiële spellingregels als vast geheel opgevat: als een samenkoppeling die met streepjes wordt geschreven.
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
eerst uw eigen naam, gevolgd door de naam van uw partner; de naam van uw partner in plaats van uw eigen naam.
De traditionele titels staan voor de naam (na eventuele aanspreekvormen als mevrouw, de heer of professor) in de volgorde dr., mr., ir., drs., ing., bc. Ze worden van elkaar gescheiden door een spatie. Bij het behalen van de doctorstitel vervalt een eventuele doctorandustitel.
De ramadan wordt met een kleine letter geschreven. Het is een gewoon woord, namelijk de naam van een maand op de islamitische kalender.
hoofdletters bij feestdagen
Een feest of festiviteit krijgt een hoofdletter (Goede Vrijdag, Kerstmis, Prinsjesdag); een niet-officiële aanduiding voor een feest krijgt een kleine letter (kerst, pinkster). Een naam van een religieuze periode krijgt een kleine letter (carnaval, ramadan, vastentijd).
Volgens de officiële spellingregels moet je “informele aanduidingen” van feestdagen met een kleine letter schrijven.