Smelt frituurvet (ongezouten en liefst zonder palmolie) of kokosvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet. Voeg daar al roerend het zadenmengsel aan toe en laat dit mengsel een beetje afkoelen. Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een theeglas, of een halve kokosnoot.
Je kunt ook eenvoudig zelf vetbollen maken. Je smelt wat kokosvet of frituurvet in een pannetje. Als het vloeibaar maar niet heet is, gooi je er zaden, meelwormen, of ander vogelvoer doorheen.
Je hebt maar twee ingrediënten nodig: vast frituurvet en vogelzaad. Met behulp van leuke vormpjes maak je de mooiste kunstwerken. Je kunt vetbollen natuurlijk in de winkel kopen, maar je kunt ze ook heel makkelijk en snel zelf maken!
Een vetbol maken van pindakaas is dan een goede keuze. Het enige wat je nodig hebt is een lege keukenrol, pindakaas en vogelzaad. Vogelzaad kopen kun je doen bij een tuincentra of dierenspeciaalzaak in de buurt. Je smeert de pindakaas om de lege keukenrol heen en strooit hier het vogelzaad overheen.
Geen kippenvoer
De basis voor elke vetbol is vet: klassiek dierlijk vet zoals het frituurvet ossewit, of plantaardig vet als kokosolie, wat wel dubbel zo duur is.
Daarom adviseer ik echt iedereen die een vetbolletje voor de vogels op wil hangen, deze eerst van zijn netje te ontdoen. Leg de bolletjes vervolgens gewoon los in je vogelhuisje of op een handig voederplateau. Dat is ook nog eens beter voor het milieu.
Vogelbescherming Nederland adviseert echter vogels nooit pindakaas te geven die bestemd is voor menselijke consumptie maar alleen speciale vogelpindakaas. Deze originele pindakaas bevat namelijk ongebrande pinda's en er is geen zout aan toegevoegd.
Welke vogels eten vogelpindakaas? Mezen, mereltjes, vinken, kleine koolmeesjes, mussen en eigenlijk zijn de meeste tuinvogels dol op pinda's en dus ook pindakaas voor vogels. Het zijn meestal kleine vogeltjes die op echte vogelpindakaas afkomen.
Hang vetbollen of mezenbollen op aan een dun takje in een boom of struik. Dunne takjes buigen teveel door voor grotere vogels zoals kauwen. Die kunnen dan niet van de vetbollen komen eten.
De Vogelbescherming roept op om vogels niet te voeren met vetbollen voor mezen en pinda's in plastic netjes. Het levert namelijk gevaar op voor vogels, doordat zij er met hun snavels of pootjes in verstrikt kunnen raken.
Wanneer moet je de vogels in je tuin bijvoeren? Tuinvogels bijvoeren kan het hele jaar door en is zelfs wenselijk. Wanneer je het hele jaar tuinvogels voert maak je ze niet afhankelijk. Vogels zoeken hun voedsel eerst zelf in de natuur, daar is helaas steeds minder te vinden.
Vetbollen maken in drie stappen
Vogels houden bijvoorbeeld van pinda's, zonnebloempitten, mais en kleine zaden. Stap 2: Zorg dat u net zoveel vet als zadenmengsel klaar hebt liggen. Doe het frituurvet in de pan en laat dit smelten.
Zelf vogelvoer maken met frietvet
0.5 kg frietvet smelten in een steelpannetje. Voeg vogelzaden, pindazaden en pompoenpitten toe. Omroeren en buiten een beetje laten afkoelen. Ondertussen kan je de vormen klaar zetten die je wilt vullen.
Kokosvet is goed bruikbaar, ook niet helemaal duurzaam, maar wel biologisch beschikbaar. Voordeel hiervan is dat kauwen er niet van houden en dat die dus niet alles voor de kleine vogels wegkapen.”
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Van december tot april voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. Voorzie het hele jaar door kruimels en fruit, aangevuld met een goede voedertafelmix die aansluit bij het seizoen.
Vogelpindakaas. Kool- en pimpelmezen vinden naast vetbollen, noten en zaden, ook vogelpindakaas heel erg lekker. Je kunt deze gemakkelijk ophangen in een houder op de door jou gewenste plek. Je kunt variëren in smaak, zo bevat de ene vogelpindakaas veel insecten en de andere bijvoorbeeld veel zaden.
Wanneer je vogelpindakaas gaat ophangen, zorg er dan wel voor dat de pot in de schaduw hangt. Wanneer het in de zon hangt, kan het snel bederven. Daarom is pindakaas in de zomer voeren ook wat lastiger. Je moet het goed in de gaten blijven houden.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Ontsmet de voer- en waterplaats af en toe met kokend water of een desinfectiemiddel. Vooral vetbollen en vogelpindakaas kunnen sneller bederven met zacht, nat weer. Het vet ruikt dan vies, er komt een zwarte of witte waas over of de zaden erin beginnen te kiemen. Haal het voer weg als dit gebeurt.