Gebruik wij als er nadruk op ligt: 'Wij zijn verantwoordelijk voor de juiste afhandeling van klachten. ' Gebruik we als er niet zo veel nadruk ligt op het woord: 'Zoals we hebben afgesproken', 'Als u graag gebeld wilt worden, nemen we contact met u op. '
Vaak denken mensen dat in zakelijke teksten alleen de wij-vorm of jij-vorm (volle vorm) gebruikt mag worden en dat we of je (zwakke vorm) niet juist is. Dit klopt niet. Beide vormen zijn correct Nederlands. Je mag in een tekst ook best we en wij door elkaar gebruiken.
Zowel wij als we is correct. Wij is de nadrukkelijke vorm, bijvoorbeeld in "Ook wij wensen u een gelukkig 2021." Veel mensen denken dat in formelere teksten zoals brieven en zakelijke e-mails alleen wij gebruikt mag worden, maar dat is niet terecht.
Wij (of we) is de onderwerpsvorm van de eerste persoon meervoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Ons is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen. Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).
Eerste persoon meervoud (wij)
We noemen het Algemeen Nederlands of Standaardnederlands. Je kunt het in een wat lossere vorm gebruiken, als omgangstaal. Maar het is ook geschikt om in contact te komen met mensen buiten je vertrouwde omgeving. Als je mensen uit een andere streek ontmoet.
Wij is in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon meervoud in de onderwerpsvorm. De onbenadrukte (gereduceerde) vorm is we. De tegenhanger van deze twee vormen in de voorwerpsvorm is ons.
Wanneer gebruik je dan en wanneer als? Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan.Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
'Het' is voor onzijdige woorden.'De' voor mannelijke en vrouwelijke woorden. Hoewel er regels zijn, komt het uiteindelijk vaak neer op het één voor één uit je hoofd leren van "de" en "het" woorden.
Is het onderwerp een meervoud, bijvoorbeeld wij, dan is de persoonsvorm dat ook: wij lopen.
Beide is goed als het hoort bij het zelfstandig naamwoord dat er vlak achter staat. Beiden kan alleen gebruikt worden om naar personen te verwijzen. Er staat dan geen zelfstandig naamwoord achter.
Of je beide of beiden schrijft, hangt af van de vraag waarnaar het verwijst. Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden.In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
ABN niet in Haarlem, maar in Dronten
Vraag iemand waar het meeste Algemeen Beschaafd Nederlands' wordt gesproken, en het antwoord zal waarschijnlijk zijn: in Haarlem.
Reputatie. Haarlem heeft de reputatie dat het de plaats is waar het zuiverste, het minst van de norm afwijkende Nederlands gesproken wordt.
De variant van het Nederlands die vroeger Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) werd genoemd, is het Standaardnederlands: één woord, met een hoofdletter. Taalnamen krijgen in het algemeen een hoofdletter. Het is bijvoorbeeld het Fries, het Nederlands, het Vlaams en het Catalaans.
De 3e persoon enkelvoud staat voor iemand of iets anders: hij, zij, het. (Ondersteun met een gebaar en wijs naar een jongen, een meisje en/of een ding in de klas.)
Hij/ zij is derde persoon, de tweede persoon is de jij-vorm.
De grammaticale term 'persoon' heeft betrekking op het onderscheid tussen de spreker (eerste persoon), de toegesprokene (tweede persoon) en degene over wie of datgene waarover wordt gesproken (derde persoon).
De persoonlijke voornaamwoorden ik, mij, wij en ons komen daarom bij voorkeur aan het einde van de nevenschikking. Bij ik en mij is die voorkeur het sterkst. Sara, Piet en ik doen niet mee aan de wedstrijd. Die cadeautjes zijn voor jou en mij.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is hij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is hem correct.
Ezelsbruggetje: jouw of jou
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.