Het meest belangrijke om te oefenen voor een leestoets is om veel teksten te lezen. Zorg er daarom ook zeker voor dat je veel oefentoetsen maakt! Voor een gewone toets kun je uit jouw boek leren, maar voor een leestoets heb je bepaalde vaardigheden nodig, waarvoor je veel zult moeten oefenen.
Voor leestoetsen kun je je niet zo goed voorbereiden. Het enige wat je thuis kan doen is oefenen, oefenen, oefenen. Verder kan je tijdens de toets wel wat dingen doen die je kunnen helpen.
Besteed aandacht aan leesmotivatie
Leesmotivatie heeft invloed op de leesvaardigheid. Hoe groter het leesplezier, hoe meer leerlingen lezen en hoe beter de leesvaardigheid. Voorlezen en een inspirerende leesomgeving helpen daarbij.
Eerst ga je de tekst skimmen, dat is de tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Je bekijkt de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin. Daarna ga je de tekst scannen, waarbij je op zoek gaat naar specifieke informatie.
In alle vormen moet de kandidaat de hoofdgedachte kunnen weergeven, onderscheid kunnen maken tussen hoofd -en bijzaken, relaties leggen tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten, informatie ordenen voor een beter begrip (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) en beeldspraak herkennen.
Lezen is belangrijk. Het vergroot de taalontwikkeling, de concentratie en fantasie. Bovendien krijg je door lezen kennis over de wereld om je heen en draagt het bij aan het vormen van een mening. Allemaal goede redenen om aandacht te schenken aan leesmotivatie zodat leerlingen met meer plezier gaan lezen.
Hogere concentratie, rijkere taal
Naast een goede leesvaardigheid helpt lezen ook om ons concentratievermogen te trainen. Neurologische studies van o.a. Stanford University concluderen dat lezen een cognitief proces is waarbij hersenen de gelezen tekst omzetten in betekenis en informatie, wat concentratie vereist.
Leerkrachten kunnen het leesplezier bij leerlingen stimuleren, bijvoorbeeld door voorlezen en het inrichten van een aantrekkelijke leeshoek in de klas. Ook ouders kunnen het leesplezier van hun kind vergroten door regelmatig voor te lezen en samen naar de bibliotheek te gaan.
Van zeven tot negen jaar oefenen kinderen de basisvaardigheden van het lezen. Ze leren wat sneller te lezen en gaan steeds meer begrijpen van wat ze lezen. Lees samen met je kind een boek, waarbij je om de beurt een stukje leest. Het is belangrijk dat je kind het leuk vindt, het hoeft niet lang te duren.
En het beste is minimaal 1 week voor aanvang van de toetsweek te starten met leren, maar 2 weken van tevoren is ideaal. Voordat je überhaupt kunt starten met je planning moet je weten wat er geleerd moet worden (welke stof wordt er getoetst) en op welke dag krijg je welke toets.
Lees de tekst oriënterend, globaal en intensief. Leg verbanden met wat je al kent of weet. Zo onthoud je de informatie beter. Maak schema's en/of samenvattingen en gebruik daarbij sleutel- en signaalwoorden.
Ondanks dat lezen je brein aan het werk zet, werkt lezen ontspannend. Een onderzoek aan de universiteit van Sussex bewijst dat lezen je stressniveau met 68% doet dalen.Terwijl je leest daalt je hartslag en ontspannen je spieren, wat voor een ontspannen gevoel zorgt.
Veel dichtbij kijken – lezen, smartphone of tablet – is schadelijk voor kinderogen, maar er is wat aan te doen! Steeds meer mensen worden bijziend en dat begint al op jonge leeftijd. Naast erfelijkheid speelt leefstijl een grote rol in de ontwikkeling van bijziendheid (myopie).
De inspanning die je ogen moeten doen tijdens het lezen, maakt ze moe. Kijken naar een scherm doet dit ook, maar het blauw licht dat het scherm uitstraalt, zorgt ervoor dat we geen melatonine aanmaken. En melatonine is het hormoon dat ons slapen en waken regelt.
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.” Ongeveer 4 procent van de kinderen op de basisschool heeft dyslexie (Dyslexie Centraal, 2023).
Wat Nederlands moeilijk maakt
Het gebruik van "te", het gebruik van " er", de- en het-woorden en natuurlijk de woordvolgorde, om er een paar te noemen. Vooral die laatste is voor veel studenten een uitdaging, omdat je bij elke zin goed na moet denken in welke volgorde de woorden moeten staan.
Nederlands is geen makkelijke taal om te leren maar zeker niet de moeilijkste. Het ligt er aan welke talen je als spreekt, iemand die Engels spreekt zou niet zo'n moeite hebben met Nederlands, maar als je bijvoorbeeld alleen Japans spreekt dan wordt het al een stuk lastiger.