Bezonken rood is een autobiografische oorlogsroman van Jeroen Brouwers uit 1981. Brouwers schreef het boek nadat zijn moeder was overleden, met het doel zijn kampjaren in Batavia te verwerken.
'Bezonken rood' is een magnifiek boek, een van de mooiste moeder-zoonromans uit de Nederlandse literatuur.
| niveau 4 | Bezonken rood.
Korte samenvatting: Het boek gaat over Jeroen Brouwers zelf. Hij vertelt zijn jeugdervaringen over het 'Jappen-kampen' Tjideng. Jeroen zat hier vast, samen met zijn zusje, moeder en oma. Tevens worden er hoofdstukken geweid aan de dood van zijn moeder en zijn liefde voor Liza.
De titel 'Bezonken rood' staat in verband met een aantal zaken. Als eerste verwijst de rode stip op de Japanse vlag naar de titel. Volgens de schrijver is de rode stip het teken van bloed. In het boek worden veel gruwelijke gebeurtenissen beschreven waar vaak bloed wordt vergoten.
Bezonken rood is een autobiografische oorlogsroman van Jeroen Brouwers uit 1981. Brouwers schreef het boek nadat zijn moeder was overleden, met het doel zijn kampjaren in Batavia te verwerken.
Verzamel alle plaatsen in Bezonken rood waarin sprake is van 'octaaf', 'octaviteit', 'hetzelfde en tegelijk niet-hetzelfde', kortom: alle passages waarin sprake is van de paradox (schijnbare tegenstelling) van tegelijk hetzelfde en niet-hetzelfde, te beginnen met het tweede motto (Dodenlied, Zuid-Celebes).
De veertigjarige Jeroen Brouwers krijgt in de vroege ochtend van 28 januari 1981 telefonisch bericht dat zijn moeder de avond tevoren is overleden. Het contact met haar is al jaren verstoord; moeder en zoon zien en spreken elkaar nauwelijks.
Een ander genre van dit boek is oorlogsroman. Het is een psychologische roman, omdat de aanslag bij de ontwikkeling van Anton Steenwijk een grote rol speelt. Anton herinnert zijn ouders slecht en kent ze nog nauwelijks. Het is een oorlogsroman omdat de eerste episode over de tijd in de oorlog gaat.
Het verhaal in het boek eindigt als Micky als 5jarige jongen overlijdt. Er zijn veel tijdsprongen in het verhaal, wat eigenlijk bestaat uit vele flashbacks, die de band tussen Boudewijn en zijn vader, en Boudewijn en zijn zoontje duidelijk proberen te maken.
Ontluisterend realisme, zo noemt men de vernieuwing in het proza die omstreeks 1948 ingezet wordt door W.F. Hermans, Van het Reve en Anna Blaman. Hierin wordt een anti-idealistische visie op de mens en op de maatschappij gegeven met veel aandacht voor seksualiteit en lichamelijkheid.
Autobiografische elementen: Harry Mulisch woonde zelf in de tijd van de oorlog in Haarlem. Zijn vader werkte ook voor de Duitser, net zoals Fake Ploeg. Harry heeft de Tweede Wereldoorlog bewust meegemaakt. Het kan zijn dat hij zijn eigen ervaringen heeft verwerkt in het boek zoals Dolle Dinsdag.
Tot welke literaire stroming dit boek behoort, is moeilijk te zeggen. Ik vind het een heel realistisch boek, omdat alles echt gebeurd kan zijn, dus ik zou zeggen dat het boek tot het realisme behoort (of neorealisme).
| niveau 4 | De aanslag.
De schrijver, polemist en essayist Jeroen Brouwers is overleden, meldt zijn uitgever Atlas Contact. Hij won vorig jaar de Libris Literatuurprijs met zijn boek Cliënt E. Busken. Brouwers was 82 jaar.
Op 8 april 2011 deed de rechtbank in Tongeren uitspraak dat Brouwers vier jaar de tijd had om de woning te slopen. Sinds 2017 woonde hij met zijn partner in Lanaken.
Max Havelaar is Multatuli's alter ego. Eigenlijk is Max Havelaar dus autobiografisch. Het boek is dus een klacht omdat Multatuli zelf zo slecht behandeld werd, maar ook een klacht over de slechte behandeling van de inlandse bevolking.
Max Havelaar is representatief voor de romantiek. Max Havelaar breekt met de romantische traditie en is een realistische roman. Het is onmogelijk Max Havelaar in te delen bij romantiek of realisme, omdat kenmerken van beide stromingen even sterk zijn vertegenwoordigd in de roman.
Waar gaat het boek Max Havelaar eigenlijk over? Eigenlijk gaat het over Multatuli zelf! De hoofdpersoon is de Nederlander Max Havelaar, die in Nederlands-Indië woont. Daar werkt hij voor de regering.
De roman gaat over het klonen van mensen: dokter Hoppe heeft uit zijn eigen cellen zijn drie identieke zonen geschapen die hij de namen van de drie aartsengelen Michael, Gabriël en Rafaël geeft. Hij is dus de engelenmaker: hij gaat namelijk de strijd aan met God de Vader die hij personifieert met het Kwaad.