Het zijn vier fases geworden. De leeftijd 0-6 jaar, baby-dreumes-peuter, de leeftijd 6-12 jaar, het kind.De leeftijd 12-18 jaar, de adolescent, en dan nog de leeftijd 18-24 jaar, de volwassene. Deze fases heeft zij in een schema verwerkt.
Ontwikkelingsfases van kind
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Maar in grote lijnen maken kinderen wel allemaal dezelfde stappen door in hun ontwikkeling. Die ontwikkeling is in te delen in 11 fases.
Hieronder staan de levensfases beschreven :
1.5 tot 4 jaar - Peuter. 4 tot 6 jaar - Kleuter. 6 tot 12 jaar - Schoolkind. 12 tot 16 jaar - Pubertijd.
In lijn met 'de zeven levensfasen van de man' die Shakespeare beschrijft in As You Like It, kent ook het leven van businessleiders zeven fasen: kind, schooljongen, geliefde, soldaat, generaal, staatsman en wijsgeer.
Op de zijwanden van het bordes zijn in twee wandschilderingen de vier levensfases van de mens verbeeld: jeugd, adolescentie, volwassenheid en ouderdom.
Levensfasen zijn perioden in een mensenleven waarin je lichaam en je verstand veranderen. De levensfasen zijn: baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent (jong volwassene), volwassene en oudere. Hormonen zijn regelstoffen in je lichaam; ze worden gemaakt door hormoonklieren, zoals de hypofyse.
Rond het vierde levensjaar wordt het scala uitgebreid met vragen die beginnen met “hoeveel”, “wanneer” of “'waarom”. Door de daarop volgende communicatie met de ouder leert het kind zijn wereld verder kennen.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling.
Het blijkt dat kinderen taal verwerven in de volgende volgorde: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie, metalinguïstiek. In figuur 1.1. zien we dit in een schema weergegeven met de leeftijden die globaal horen bij de verwerving van de verschillende aspecten.
Het model voor emotionele ontwikkeling
Deze fasen zijn: fase 1) Adaptatiefase (0-6 maanden), fase 2) Eerste socialisatiefase (6-18 maanden), fase 3) Eerste individuatiefase (18-36 maanden), fase 4) Identificatiefase (3-7 jaar), fase 5) Realiteitsbewustwoordingsfase (7-12 jaar).
kleuters (4 t/m 6 jaar)
De kleuterfase kun je zien als een fase tussen de peuterfase en de fase van het schoolkind in. Een fase waarin het kind uitgroeit tot schoolkind. In deze periode wordt de sociale leefwereld van het kind verder uitgebreid. De kleuter leert wat sociale regels zijn.
Hoogbegaafde peuter
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Deze fase wordt gekenmerkt door beginnende onafhankelijkheid wanneer kinderen leren lopen en praten, gaan experimenteren en kennis verzamelen over de wereld om hen heen. Peuters zijn sterk gehecht aan de ouders of verzorgers die hen liefde, veiligheid en goedkeuring geven.
In de leeftijd van 10 tot 22 jaar groeien kinderen op tot volwassenen. Deze periode heet ook wel de adolescentie.
Na de jeugd en volwassenheid volgt de 'derde levensfase'; de fase vanaf de pensioengerechtigde leeftijd.
Een schoolkind leert schrijven, lezen, rekenen, sporten, een muziekinstrument bespelen en nog veel meer. Het kind ontwikkelt zich volop en is leergierig. Vertrouwen in het eigen kunnen is belangrijk in deze fase. Dat ontstaat wanneer het kind aangemoedigd en positief bekrachtigd wordt.
De baby- of zuigelingentijd is de eerste periode van ons leven. Deze periode begint bij de bevalling en duurt tot twaalf maanden na de geboorte. Een baby jonger dan een maand noemen we een neonaat of pasgeborene.