De verschillende klimaten in het Köppen-systeem worden ingedeeld in de volgende categorieën: tropisch, droog (aride), zeeklimaat (maritiem), landklimaat (continentaal) en koud klimaat.
Noord-Europa: subarctisch klimaat met koude winters en milde zomers. Centraal- en Oost-Europa: continentaal klimaat met koele winters en warme zomers. West-Europa: gematigd zeeklimaat met milde winters en zomers. Zuid-Europa: mediterraans klimaat met warme, droge zomers en natte winters.
Het klimaat van Nederland is een gematigd zeeklimaat in het Europese deel van Nederland. Tot Nederland behoren ook drie eilanden in het Caribisch gebied. Op de eilanden Saba en Sint Eustatius heerst een tropisch savanneklimaat tot moessonklimaat, terwijl op Bonaire een steppeklimaat heerst.
Een E-klimaat dat zijn de polaire klimaten, daar is het altijd kouder dan 10°c in de winter, dit komt bijvoorbeeld voor in Groenland. ET - dit is een toendra klimaat, en het is hier kouder dan 10°c in de winter.EH - dit is een hooggebergte klimaat en het is hier altijd kouder dan 0°c en er valt veel regen.
Om het klimaat te bepalen wordt gekeken naar het gemiddelde over 30 jaar van temperatuur, vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag. Dagelijkse en jaarlijkse variaties en hoe vaak extremen voorkomen zijn ook van belang. Voorbeelden van extremen zijn hittegolven en zware regen met wateroverlast of overstromingen.
Toendra's komen voor in onder andere Rusland, IJsland, Canada, Alaska en Kerguelen. In het zuiden wordt de toendra begrensd door de taiga, althans op het noordelijk halfrond. De toendra komt deels overeen met de klimaatzone waarin het toendraklimaat heerst.
Nederland heeft bijvoorbeeld een Cf-klimaat. De gemiddelde temperaturen sluiten aan bij een C-klimaat en het regent in Nederland het hele jaar door.
In een tropisch klimaat is het het hele jaar door warm. De gemiddelde temperatuur zakt nooit onder de 18 °C. We spreken hier niet van zomer of winter, maar wel van een regenseizoen en een droog seizoen.
In het noorden en oosten van Zuid-Afrika is het klimaat tropisch tot subtropisch. In delen van het binnenland en in het westen is het klimaat steppe- tot woestijnachtig. In het zuiden bij Kaapstad heerst een mediterraan klimaat.
Een droog klimaat of aride klimaat is een klimaat waar zo weinig neerslag valt, dat boomgroei niet mogelijk is en waar permanente rivieren niet hun oorsprong kunnen hebben. Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is dit een B-klimaat.
Het grootste deel van Australië, het centrum, heeft een warm woestijnklimaat en is omringd door een grote zone met een warm steppeklimaat. Het noordelijke deel van Australië heeft een tropisch savanneklimaat, ook wel een subtropisch klimaat genoemd. Het zuiden en oosten van Australië hebben een zeeklimaat.
Het klimaat wordt soms verward met het weer. Het klimaat verschilt van het weer omdat het over een lange periode wordt gemeten, terwijl het weer van dag tot dag of van jaar tot jaar kan veranderen. Het klimaat van een gebied omvat seizoensgebonden temperatuur- en regenvalgemiddelden en windpatronen.
Verschil tussen weer en klimaat in 2 zinnen
Het weer is zoals de atmosfeer nu of in de aankomende dagen, belangrijke parameters zijn daarvoor temperatuur, neerslag, bewolking, luchtvochtigheid en de wind. Het klimaat is het gemiddelde van de bovengenoemde parameters over een langere periode.
Ongeveer 14% van het aardoppervlak heeft een steppeklimaat. Halfwoestijnen en steppes komen onder andere voor in Centraal- en West-Azië, Centraal-Amerika en het westen van Noord-Amerika, en Australië. De grootste halfwoestijn van de wereld is de Sahel, een landstrook tussen de Sahara-woestijn en de Afrikaanse savanne.
Het tropisch savanneklimaat of gewoon savanneklimaat is een tropisch klimaat waarin een duidelijk droog seizoen voorkomt. In de klimaatclassificatie van Köppen staat het klimaat bekend als het Aw-klimaat of het zeer zeldzame As-klimaat.
In het binnenland van Groenland en op Antarctica heerst een poolklimaat. Op de eilanden van Canada en noord Rusland heerst een toendraklimaat. Het poolklimaat komt buiten de poolgebieden ook voor boven de boomgrens in de hooggebergten.
In Death Valley in de VS is het ruim 53 graden. De hoogste temperatuur ooit gemeten op aarde was 56,67 graden Celsius in juli 1913 in Furnace Creek bij Death Valley (in de Amerikaanse staat Californië), zegt Randy Ceverny van de World Meteorological Organization, het weerinstituut dat wereldwijd alle cijfers bijhoudt.
Meteorologen zijn bezig met het weer. We beleven het weer van dag tot dag. Klimatologen zijn bezig met het klimaat, dit is het gemiddelde weer over een langere periode. Als het klimaat verandert, verandert het gemiddelde weer, maar er blijven altijd uitschieters, naar boven en naar beneden.
De droge, warme lucht leidt tot minder wolken en daardoor tot minder neerslag. Om die reden ligt het grootste deel van het woestijngebied op aarde, en de warmste gebieden, in de twee zones op ongeveer 30 graden van de evenaar. Ze worden ook wel subtropische hogedrukgebieden genoemd.