De meest voorkomende gevolgen van narcose zijn: slaperigheid, misselijkheid en/of braken, concentratieproblemen, slaapproblemen, hoofdpijn, minder eetlust, spier- en rugpijn en een droge keel of keelpijn (door de beademingsbuis). Deze bijwerkingen zijn van tijdelijke aard.
Nadelen van narcose
Narcose kan bij sommige patiënten misselijkheid veroorzaken. In het algemeen hebben patiënten die narcose hebben gekregen, na de operatie meer pijn dan bij een plaatselijke verdoving. Vooral bij een grotere operatie kan dit nogal wat verschil maken.
Bij de narcose wordt u in een diepe slaap gebracht. Als u onder narcose bent, is uw hele lichaam verdoofd.Doordat u tijdelijk buiten bewustzijn bent, merkt u niets van de operatie.Na afloop herinnert u zich ook niets van de operatie.
De meeste anesthesiemiddelen hebben een dempend effect op het hart waardoor de pompfunctie bij een al bestaande cardiomyopathie verder kan verslechteren. Ook kan een reeds bestaande geleidingsstoornis toenemen.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven. Vraagt u dan om een middel om de misselijkheid tegen te gaan.
Is narcose veilig? Gelukkig is narcose zeer veilig dankzij geavanceerde bewakingsapparatuur, moderne geneesmiddelen en goede opleiding van de anesthesioloog en anesthesiemedewerkers. Ondanks alle zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen.
Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven.Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Na anesthesie mag u gedurende 24 uur niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer of met machines werken. Regel daarom vooraf iemand die u na de ingreep terug naar huis brengt. Het is belangrijk dat u de eerste nacht na de ingreep niet alleen thuis bent.
Een tube is nodig om een patiënt invasief te kunnen beademen. Voor sommige handelingen of behandelingen op de Intensive Care is het nodig om een patiënt onder anesthesie (narcose) of sedatie te brengen.
Dit neemt tijdens de operatie het hele ademen van de patient over. Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp.
Tijdens een operatie, wanneer u onder narcose bent, is uw ademhaling minder diep dan normaal. De smalle luchtwegen en longblaasjes kunnen hierdoor vernauwen of dichtgaan.Daardoor kan het slijm niet goed weg uit de longen. Hierdoor treden er bijvoorbeeld veranderingen op in de hoeveelheid lucht in de longen.
Tijdens een gewone slaap zijn de hersenen, in tegenstelling tot tijdens een narcose, juist wel actief, waardoor je droomt. Dromen kan niet tijdens een narcose.
Trauma. Volgens anesthesioloog professor Albert Dahan van het Leidsch Universitair Medisch Centrum komt dit tussen de 10 tot 100 keer per jaar voor in Nederland. Niet iedere patiënt die wakker wordt tijdens de operatie krijgt dit bewust mee.
Patiënten klachten
Het besluit van dit onderzoek was dat in 1 op 20 000 algemene verdovingen er sprake was van wakker zijn zonder dat de anesthesist dit wilde.
Veelgebruikte slaapmiddelen (anesthetica) zijn thiopental en propofol. Tijdens het inbrengen van de middelen krijg je soms een mondkapje met extra zuurstof.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling.
Type A is het meest risicovol, omdat de meest vitale organen – namelijk het hart en de hersenen – van het lijf dan in gevaar komen. Als de wand van de aorta dunner wordt, kan deze scheuren, waardoor iemand door massaal bloedverlies overlijdt.
Verwardheid en geheugenverlies
Komt voor bij ongeveer 1 op 100 verdovingen, zowel bij algemene als regionale anesthesie. Vooral bij oudere patiënten die geopereerd werden, komt verwardheid of geheugenverlies voor. Het is meestal tijdelijk, maar kan soms meerdere dagen tot zelfs weken duren.
Hierbij is uw hele lichaam verdoofd en bent u buiten bewustzijn. U merkt niets van de operatie en kunt er zich ook later niks van herinneren. De slaapmiddelen krijgt u via een infuus. U wordt beademd en uw hartslag, bloeddruk, zuurstofgehalte en diepte van de anesthesie worden in de gaten gehouden.
Elke operatie brengt het risico op complicaties met zich mee. U kunt bijvoorbeeld een ontsteking oplopen van een ader waar een infuus in zit of een infectie van de urinewegen. Dat zijn kleine, vervelende complicaties.
Dit middel helpt uw lichaam meer bloedlichaampjes aan te maken waardoor het makkelijker herstelt na de operatie. Wat dit inhoudt en of u dit nodig heeft vertelt de anesthesioloog u.
Geheugen- en concentratieproblemen, vermoeidheid
Ook de behandeling zelf en de daardoor uitgelokte stressreactie kunnen hiertoe leiden. Het is belangrijk om te beseffen dat uw lichaam na de operatie een periode nodig heeft om zich te herstellen en u zich dus niet direct weer fit voelt.
Met de huidige anesthesiemedicatie en -technieken is de kans dat men wakker wordt tijdens een operatie zeer, zeer klein. De moderne bewakingsapparatuur helpt de anesthesist om te bepalen hoe diep de narcose is. Indien nodig zal hij extra medicatie toedienen zodat de patiënt diep genoeg in slaap blijft.
Het gebeurt regelmatig dat u de eerste 24 uur na de operatie geen ontlasting hebt. Dat is normaal. Als de ontlasting langer dan 48 uur uitblijft, wordt het risico op persen en pijn groter.