Hoe rem je in een bocht? Wil je remmen in een bocht, dan heb je niet alle grip beschikbaar om dit te kunnen doen. Een deel van de grip is nodig om de zijdelingse krachten op te vangen om je motor in een bocht te houden.Met de resterende grip kun je remmen.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Bochten nemen in de derde versnelling. De auto gaat dan soepeler door de bocht en de motor hoeft minder hard te werken.
Positioneer je zoveel mogelijk aan de linkerkant binnen je rijstrook voor je een bocht naar rechts neemt (voor een bocht naar links, doe je het omgekeerde). Zo kan je langer in rechte lijn blijven rijden en hou je een beter overzicht over de bocht.
Geen voet op koppeling
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Schakel zomin mogelijk in een bocht je hoort dat voor de bocht te doen. In sommige situatie's moet je wel schakelen in een bocht. Bijvoorbeeld bij het links of rechts afslaan in een vloeiende bocht naar rechts of naar links kun je opschakelen naar de tweede versnelling.
Met de soepele benzinemotoren van tegenwoordig kun je gemakkelijk van 3 naar 5.Maar doe dat vooral niet, want het kan je duur komen te staan. Steeds minder nieuwe auto's hebben een handgeschakelde versnellingsbak. Een automaat is wel zo comfortabel, zeker in druk verkeer of in de file.
Het onnodig of te vroeg ontkoppelen kan zorgen voor een langere remweg. Dit komt doordat er niet op de motor wordt afgeremd wanneer de koppeling is ingetrapt met als gevolg dat het remsysteem alles 'alleen' moet doen.
Een positieve wegverkanting zorgt ervoor dat je harder door bochten kan omdat de buitenbocht hoger ligt als de binnenbocht. Dit zorgt voor minder wrijving op de banden en dus kan je er harder doorheen. Negatieve wegverkanting doet het tegenovergestelde.
Er is eigenlijk één standaard regel om een bocht zo snel mogelijk te nemen en deze regel is redelijk bekend, namelijk buiten-binnen-buiten. Je wilt een bocht zo recht mogelijk maken, maar je wilt ook niet te veel meters maken. Als je de lijn buiten-binnen-buiten aanhoudt, neem je hierin de beste compromis.
Om een bocht te nemen en dus een stuk cirkelbaan af te leggen moet op de fietser een naar het middelpunt gerichte (middelpuntzoekende) kracht werken. Die kracht wordt geleverd door de zijwaartse wrijvingskracht tussen de wielen en de weg. Zonder die wrijvingskracht is het nemen van de bocht onmogelijk.
Als je geen ABS hebt in je auto dan glijd je wanner je vol in de remmen gaat gewoon recht door. Het is dan zaak dat je de rem kort los laat zodat de auto weer grip krijgt met het wegdek. Daarna kun je weer remmen. Dit heet pompend remmen.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Als u uw auto lange tijd niet gebruikt, parkeert u de auto door hem in de eerste versnelling te zetten.Hierdoor is de auto niet gemakkelijk in beweging te krijgen. Wordt de handrem wel gebruikt tijdens langdurig parkeren, dan loopt u kans dat de handrem vastroest.
Voordat je gaat terugschakelen begin je altijd eerst met snelheid aanpassen, dus gas los laten (de auto gaat afremmen op de motor), daarna remmen met het rempedaal (remsysteem) en als laatste moet je het koppelingspedaal intrappen om te kunnen terugschakelen naar een lagere versnelling.
Om de vaart eruit te halen kunt u steeds een versnelling terugschakelen. Bij het afremmen op de motor verbruikt deze geen brandstof. In vrij zetten en laten uitrollen krijgt niet de voorkeur. Door de auto in de versnelling te houden kun je altijd meteen anticiperen op een actuele, soms ook gevaarlijke situatie.
rem zoveel mogelijk op de motor; neem je voorrang als je voorrang hebt (probeer niet te stoppen op een kruispunt als je voorrang hebt); vergeet niet om je handrem op te trekken na je parkeermanoeuvre.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Of u nu van de 5e versnelling naar de 4e moet terugschakelen bij snelheden onder de 70 km/u, of van de 2e naar de 1e bij snelheden onder de 10 km/u, bij Rijleshulp.nl leggen we het u allemaal uit.
Laat je voet nooit te lang op de koppeling rusten na het schakelen. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de motor en de versnellingsbak niet helemaal tot stand komt, wat weer zorgt voor extra slijtage aan de koppeling. Na het schakelen kun je het beste de voet direct van de koppeling afhalen.
Geen voet op koppeling
Helaas is dit gedrag erg slecht voor de koppeling. Het is raadzaam om het pedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot grotere slijtage en een kortere levensduur.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.