Bepaalde lidwoorden le, la, les (de, het): gebruikt om te praten over iets specifieks, iets wat al geïdentificeerd is of alles van iets (in algemene zin). La première fille que j'ai prise dans mes bras. Het eerste meisje dat ik in mijn armen hield (dat meisje daar, niet een ander).
L'article défini, in het Nederlands het bepaald lidwoord, staat vóór een zelfstandig naamwoord en drukt daarvan de bepaaldheid uit. In het Nederlands hebben we de en het als bepaalde lidwoorden. In het Frans gebruiken we le, la, l' en les.
De en het zijn bepaalde lidwoorden: ze duiden iets bepaalds of individueels aan in een situatie of context die bekend is. Martha heeft een tekening gemaakt.De tekening hangt nu op onze keukendeur.Kasper heeft een paard geboetseerd.
Bij mannelijke woorden is het 'le' (de/het) of 'un' (een) en bij vrouwelijke woorden is het 'la' (de/het) of 'une' (een). Le en la worden l' wanneer het voor een zelfstandig naamwoord komt die met een klinker of een stille h begint, zoals l'hotel (= het hotel). In het meervoud wordt altijd 'les' gebruikt.
Le, la en les zijn bepaalde lidwoorden en duiden specifieke personen, objecten en plaatsen aan, terwijl un, une en des onbepaalde lidwoorden zijn en niet-gespecificeerde personen, objecten en plaatsen aanduiden. In tegenstelling tot het Engels moet u voor elk zelfstandig naamwoord in een lijst een lidwoord gebruiken .
Er zijn drie soorten lidwoorden in het Frans: onbepaald, bepaald en partitief .
Wanneer je twijfelt, zoek je gewoon het zelfstandig naamwoord op in het woordenboek. Kijk of er een 'm', een 'v' of een 'o' achter staat. Als een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is, betekent dat dat je 'de' moet gebruiken. Is een woord onzijdig (o), dan gebruik je het lidwoord 'het'!
Un zeg je als het een mannelijk woord is, une bij vrouwelijk. Als het lidwoord voor het woord 'le' is, is het woord mannelijk, en is het 'la' dan is het vrouwelijk (maar dit wist je waarschijnlijk al).
Du, de la, de l' en des worden partitieve lidwoorden (les articles partitifs) genoemd. Ze worden gebruikt om ontelbare hoeveelheden uit te drukken of wanneer de hoeveelheid onbekend is . Dit is in plaats van bepaalde lidwoorden (le, la, l', les) en onbepaalde lidwoorden (un, une, des) die worden gebruikt voor hoeveelheden die we kunnen tellen.
"Au" is mannelijk, "à la" is vrouwelijk en "aux" is meervoud. Je zou geen le/la/les na au of aux zetten.
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Een lidwoord (of: artikel) staat vóór een zelfstandig naamwoord en drukt daarvan de bepaaldheid uit: de en het zijn bepaalde lidwoorden (of: lidwoorden van bepaaldheid); een is het onbepaald lidwoord (of: lidwoord van onbepaaldheid).
Het bepaald lidwoord (the) wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord om aan te geven dat de identiteit van het zelfstandig naamwoord bekend is bij de lezer . Het onbepaalde lidwoord (a, an) wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord dat algemeen is of wanneer de identiteit ervan niet bekend is. Er zijn bepaalde situaties waarin een zelfstandig naamwoord geen lidwoord heeft.
Onbepaalde lidwoorden un, une, des (een, enkele): gebruikt om te praten over iets wat niet gepsecificeerd is, of een unieke hoeveelheid van iets. Un avion va plus vite qu'une voiture. Een vliegtuig gaat sneller dan een auto (elk vliegtuig, elke auto).
Een bepaald lidwoord verwijst naar iets dat als bekend wordt verondersteld; iets dat al eerder genoemd is. Het Nederlands kent twee bepaalde lidwoorden: de en het. Een is een onbepaald lidwoord.
'Des' is het meervoud van 'un' of 'une' en 'les' is het meervoud van 'de' of 'het'. 'Des' kan ook een samentrekking zijn van 'de + les' en kan voor een land komen als er 'van / uit' het land bedoeld wordt.
Hier is het geslacht van de Franse woorden die je hebt genoemd: 1. Croissant - mannelijk (masculin) 2. Baguette - vrouwelijk (féminin) 3. Bonbon - mannelijk (masculin) Dus, "croissant" is mannelijk, "baguette" is vrouwelijk, en "bonbon" is ook mannelijk.
Als er een woord is met é dan spreek je de é uit als een lange ee. Hetzelfde als dat je in het Nederlands het woord 'heel' zegt.
Vertaling van "dun"." in Frans
mince."
"C'est qui?"
Un wordt gebruikt voor mannelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden, une wordt gebruikt voor vrouwelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden , en des wordt gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke meervoudsvormen.
Als de "élève" een meisje is, is het "elle est une élève modèle". Het woord "élève" verandert niet tussen mannelijk en vrouwelijk, maar grammatica en voornaamwoorden wel.
Je kunt aan de uitgang van het zelfstandig naamwoord zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Zo zijn bijvoorbeeld woorden die eindigen op -eau altijd mannelijk (zoals 'le bureau'), en woorden die eindigen op -esse altijd vrouwelijk. Kijk daarom altijd naar de uitgang van het woord als je Franse lidwoorden zoekt.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag!