De LBS meet de betrokkenheid van de leerlingen in het onderwijsproces, waar de leerkracht een hele grote invloed op heeft. LBS bestaat uit een lijst met signalen van gedrag waarop men zich als beoordelaar kan richten, vervolgens zijn er vijf schaalwaarden te onderscheiden, de niveaus van betrokkenheid.
De Leuvense betrokkenheidsschaal bestaat uit twee delen: de betrokkenheidssignalen en de schaalwaarden. Aan de hand van de betrokkenheidssignalen en de schaalwaarden kan er een goede observatie gedaan worden en een conclusie worden getrokken over de betrokkenheid van de leerlingen in de klas.
Betrokkenheid ontstaat wanneer de activiteit aansluit bij de exploratiedrang én wanneer de activiteit zich aan de grens van de individuele mogelijkheden situeert. De betrokkenheidssignalen zijn: energie, creativiteit & complexiteit, nauwkeurigheid, mimiek en houding, concentratie, verwoording, doorzetting, reactietijd.
Definitie betrokkenheid volgens Ferre Laevers
“Betrokkenheid is een toestand waarin kinderen zich bevinden wanneer ze op een intense manier met iets bezig zijn. We merken het aan hun hoge concentratie; ze zijn opgeslorpt en tijdvergeten bezig. Hun handelingen en houding verraden een intense mentale activiteit.
Betrokkenheid van de leerkracht heeft invloed op het welbevinden van kinderen en zorgt ervoor dat het zelfvertrouwen van de leerlingen toeneemt. Als de leerkracht zich betrokken toont bij het wel en wee van zijn leerlingen, zorgt dat ook voor een sterkere band met hen.
Betrokkenheid (ook wel 'commitment') wil zeggen dat je je verbonden voelt met de organisatie waarvoor je werkt en het werk dat je doet. Je hebt wat je noemt 'hart voor de zaak' en spant je in om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft.
Betrokkenheid geeft aan hoe intens een kind bezig is; kinderen met een hoge mate van betrokkenheid zijn geconcentreerd, van binnenuit gemotiveerd en gedreven aan de slag.
Een veel gebruikte Key Performance Indicator om de betrokkenheid van je medewerkers te meten is de employee Net Promoter Score (eNPS). Om deze score te bepalen stel je jouw medewerkers één vraag: Hoe waarschijnlijk is het dat jij je werkgever aanraadt bij anderen?
Kinderen willen immers bevestiging bij wat ze doen. Wanneer de juf te veel rondloopt, is de kans op regelmatig oogcontact en bevestiging minder groot. Vandaar dat echt contact en tweezijdige interactie zo belangrijk is om het spelen van jonge kinderen te stimuleren, en de betrokkenheid te verhogen.
Concreet kan je bij welbevinden aan de volgende aspecten denken: een positief gevoel en positief in het leven staan, geluk, eigenwaarde, voldoening, ontspannen zijn, een gevoel dat je ertoe doet, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en energie, het ervaren van steun uit de omgeving en het goed weten omgaan met je eigen ...
Als je het welbevinden van kinderen verbetert, worden je leerlingen ook gezonder. Ze voelen zich gezien en gehoord. Ze zitten beter in hun vel. Dat kan ervoor zorgen dat ze minder kans hebben op psychische problemen op latere leeftijd.
Ervaringsgericht onderwijs. Dit onderwijsconcept gaat uit van betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. De gedachte daarachter is dat kinderen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. De grondlegger van dit concept is Ferre Laevers.
De vragenlijst over de betrokkenheid van je medewerkers geeft jou vele inzichten. Misschien denk je wel dat jouw medewerkers op de werkvloer tevreden en blij zijn met de gang van zaken binnen de organisatie. Door het meten van werkbetrokkenheid, kom je erachter of dat echt zo is.
Werkplezier meten wordt gedaan aan de hand van een vragenlijst die verspreid wordt onder de medewerkers. In de vragenlijst wordt uiteraard gevraagd hoeveel werkplezier men ervaart. Dit wordt gedaan met een Likert schaal.
Zorg dat kinderen en begeleiders in een groepsopvang een relatie kunnen opbouwen, vermijd personeelswissels zo veel mogelijk. Je zorgt ervoor dat het kind zich goed voelt. Je stimuleert zijn ontwikkeling.
Een fijne, voorspelbare en positieve sfeer zorgt ervoor dat leerlingen (en ouders) graag naar school komen. Dit geeft een goede, ontspannen startsituatie om te leren. Aandacht en concentratie zijn daarnaast belangrijk om tot leren te komen.
Er zijn verschillende redenen waarom uitdaging op school belangrijk is. Een kind dat niet uitgedaagd wordt, leert niet. Leren vindt plaats als een leerling werk doet dat net een beetje moeilijker is dan wat hij al kan, maar niet zo moeilijk dat het onmogelijk is.
Als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) hebt, vertoon je antisociaal gedrag. Je kunt roekeloos, agressief, prikkelbaar, impulsief en onverschillig overkomen. Rekening houden met (de gevoelens van) anderen is lastig en regels worden vaak niet nageleefd.
begeesterd, betrokken, bezield, toegewijd.
Ervaringsgerichtheid Page 10 12 ErvaringsgEricht wErkEn betekent: intens zoeken naar wat zich in kinderen afspeelt, op wat de klas- en schoolomgeving bij hen teweegbrengt, op de manier waarop ze de wereld zien en beleven.