Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
Zij waren gespecialiseerd in vechten voor de koning of heer. Er was een persoonlijke relatie tussen de heer en zijn soldaten, de ridders. De ridders moesten de heer met 'raad en daad' bijstaan. Er waren verschillende soorten ridders, zoals speerwerpers, boogschutters en zwaardvechters.
Kastelen werden gebouwd voor rooftochten in vijandelijk gebied en militaire aanvallen. Door de rooftochten kon er worden ingeschat hoe sterk/zwak de vijand was. Pas in het de late Middeleeuwen, diende het kasteel als een versterkt herenhuis. De kastelen zijn met name in de middeleeuwen ontstaan.
Vaak werd er flink gevochten om zo'n kasteel. Als er niet gevochten werd, ging het leven op het kasteel er meestal rustig aan toe. Er werd gewoond, geleefd, plezier gemaakt. In de woonkamer van het kasteel was een lekkere openhaard.
Ridders moesten zich houden aan een gedragscode; ze moesten zich ridderlijk gedragen. Hierbij hoorden normen en waarden op het gebied van trouw, kracht en moed, eer, vrijgevigheid en eerlijkheid. Daarbij hoorde ook dat ze de zwakkeren en ouderen in de samenleving beschermden.
Een echte ridder moest sowieso het verschil tussen mijn en dijn kennen. 'De lepels waarmee wordt gegeten, mag je niet meenemen. ' Ook mocht een waardige ridder nooit eten wanneer anderen dronken noch met volle mond praten of drinken.
Je bent pas echt ridder als je de ridderslag krijgt van een koning of een hertog of graaf. jaar, dus op je veertiende kan je schildknaap worden. Ben je 21 jaar dan word je pas ridder als jij jouw opleiding hebt voltooid en ook een ware ridder blijkt te zijn.
Kastelen hebben uiteenlopend functies, zoals een (militair) toevluchtsoord en woning voor een familie of en groep mensen. Dit onderscheidt een kasteel van een paleis (is niet versterkt), van een fort (is geen woonplaats van een edele) en van een ommuurde stad (collectieve verdediging).
Windsor mag dan het oudste kasteel ter wereld zijn (900 jaar), dit optrekje is nog steeds favoriet bij de Britse koninklijke familie.
In een kasteel woonde vroeger een aantal mensen. Natuurlijk de kasteelheer met zijn vrouw en kinderen. Maar ook de bedienden. Alle belangrijke mensen woonden in de hoofdburcht.
Alleen de kasteelheer en zijn gezin woonden in het kasteel. De ridders woonden wel bij het kasteel in de buurt, maar niet erin. Zij wonen namelijk in de barakken van de voorburcht.
De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun woning en hun land tegen de indringers te beschermen. Sommigen bouwden een wal of muur om hun huis.
De eerste kastelen waren van hout. Ze bestonden uit een houten toren met daaromheen een wal van aarde en een gracht. Bovenop die wal stond meestal een hek van houten palen met scherpe punten. Later kwamen er kastelen van steen.
Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
Ridders ontstonden in de vroege middeleeuwen. Door de opkomst van het feodalisme (leenstelsel), was er ruimte voor een klasse (adel) die zijn kracht haalde uit militaire macht. Door de komst van de lans en speer, werd de cavalerie (leger ter paard) steeds belangrijker.
Wetenschappers hebben ontdekt dat ridders uit de vijftiende eeuw enorm gehinderd werden door hun harnas. De harnassen uit die tijd wogen zo'n dertig tot vijftig kilo. Wetenschappers vroegen zich af welke invloed het harnas op de prestaties van de ridder hadden en probeerden het uit.
Burg Hochosterwitz, Oostenrijk
De nummer één is… het kasteel Hochosterwitz in Oostenrijk! Dit bijzondere kasteel verdient de eerste plek voor de mooie route naar de burcht toe.
De plek met de meeste kastelen is Wales, waar je meer van deze imposante bouwwerken per vierkante kilometer vindt dan waar dan ook in Europa. Van de noordelijke bergstreek Snowdonia tot de Swansea Bay in het zuiden, overal zie je kastelen opdoemen die in de Arthur-legenden niet zouden misstaan.
De honderdjarige oorlog
Gebieden werden veroverd of verloren en zo verschoof de grens tussen de twee vechtende partijen elke keer weer. Waarna ze in de vredestijd kastelen bouwden om die grens te bewaken.
Op deze website worden ruim 1300 (middeleeuwse) kastelen beschreven. Van de meeste kastelen worden foto's en prenten getoond. Ook wordt aangegeven uit welke bronnen de gegevens zijn gehaald.
Het woord kasteel is afgeleid van het Latijnse 'castellum', dat fort of toevluchtsoord betekent. Een kasteel verrees soms op de plek van een castellum als zelfstandig en verdedigbaar versterkt bouwwerk. Het werd ook als woonhuis benut, vaak door een betrekkelijk kleine groep mensen.
Door de vloer op pilaren te bouwen, kon bijna de hele vloer door de rookgassen worden verwarmd. Soms werd de rook ook door holtes in de muur geleid alvorens uit het gebouw te ontsnappen, waardoor dus ook de muren werden opgewarmd.
In het eerste geval heeft ieder mannelijk lid van de betreffende adellijke familie recht op de titel. In het tweede geval wordt de titel vererfd in Salische lijn. Dat wil zeggen dat de oudste mannelijke afstammeling van de eerste drager van de titel zich ridder mag noemen.
Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers. In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land, en dat lieten ze bewerken door boeren.