Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een 'zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd.
In een erf is de maximumsnelheid 15 km/uur. Dit geldt voor alle bestuurders. Een woonerf heeft een verblijfsfunctie.
De maximumsnelheid van een 30 km/uur zone wordt aan de randen van de zone met een zonebord aangegeven. De maximumsnelheid geldt binnen de gehele zone, tot het verkeersbord einde 30 km/uur zone. Dit betekent dat niet na elke kruising of in elke straat een verkeersbord staat die de maximumsnelheid aangeeft.
De lengte van een zone is 4 à 5 km. Afwijkingen zijn mogelijk. Doordat een zone vrij groot is en bushaltes meestal dicht bij elkaar liggen, vallen vaak veel haltes binnen dezelfde zone. De kleinere dorpen en steden vormen vaak een enkele zone.
Zowel binnen als buiten de bebouwde kom kun je 30 kilometer zones tegenkomen. In een 30 kilometer zone moet je onder andere rekening houden met: Spelende kinderen. Plotseling op de rijbaan komende kinderen.
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
'Het Nieuwe 30' is de populaire term voor het nieuwe wegtype GOW30, een gebiedsontsluitingsweg met een snelheidslimiet van 30 km/u. De invoering ervan maakt het gemeenten mogelijk de snelheid te verlagen op zogeheten grijze wegen - drukke 50-wegen met een verblijfs- en verkeersfunctie.
gebied met max. snelheid van 30 km/u. Een 30 km/h-zone (Nederland) of een zone 30 (België) is een gebied waar de maximumsnelheid op 30 kilometer per uur is vastgesteld, doorgaans toegepast op erftoegangswegen en in de buurt van scholen.
In 20 minuten rijdt de auto dus 30 km.
De centrumzone is het middelpunt van je reistraject en de sterwaarde is het aantal zones die je kunt afleggen vanaf de centrumzone. Ofwel: indien je in stapt in zone A en uitstapt in zone C, dan is je centrumzone B. Let op: Jouw centrumzone is dus niet perse de plaats waar je instapt, bijvoorbeeld je woonplaats.
30 km/u-zones ( 30 kilometer per uur-zones ) en de vergelijkbare 20 mph-zones (20 mijl per uur-zones) zijn vormen van snelheidsbeheer die in sommige rechtsgebieden worden gebruikt op stedelijke wegen. De nominale maximumsnelheidslimieten in deze zones zijn respectievelijk 30 kilometer per uur (19 mph) en 20 mijl per uur (32 km/u).
Voor gebieden waar voetgangers/fietsers en gemotoriseerde weggebruikers mengen is een switch naar een maximumsnelheid van 30 km/uur gewenst.
Indien u de maximumsnelheid met meer dan 40 km/u (of 30 km/u in de bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving of (woon)erf) overschrijdt zal u altijd gedagvaard worden.
Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een 'zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen.
Fietsers worden meestal om de versmalling geleid. Sluisje Plaatselijke versmalling van de rijbaan met aan de ene én vervolgens de andere kant kort achter elkaar een obstakel. Dit wordt ook wel aangeduid als met een 'asverspringing'.
Voor parkeren binnen 30 km- zones bestaan geen speciale regels. Parkeren is dus toegestaan, tenzij dit uitdrukkelijk is verboden via bebording of voortvloeit uit de verkeerswetgeving.
Tijd = 30 km/120 km/u = 0,25 uur . Als je wilt weten hoeveel minuten dat is, vermenigvuldig je het gewoon met 60, wat je 15 minuten geeft.
Op wegen met een limiet van 30 km/uur rijdt vaak het merendeel van de automobilisten sneller dan de limiet. Vaak gaat het daarbij om een overschrijding met meer dan 10 km/uur. Wel zijn er grote verschillen tussen de locaties. Dit blijkt uit incidentele snelheidsmetingen op specifieke locaties.
Kilometer per uur is een eenheid voor snelheid. Bij een snelheid van één kilometer per uur is één uur nodig om een afstand van één kilometer af te leggen. Het internationale symbool voor kilometer per uur is km/h, in het Nederlands wordt daarnaast de afkorting km/u gebruikt.
Voorrang woonerf
In een woonerf of 30 km zone gelden de normale voorrangsregels. Bij een gelijkwaardig kruispunt hebben bestuurders van rechts dus voorrang. Kom je uit een uitritconstructie (bijvoorbeeld hoogteverschil door een oprit)? Dan moet je alle weggebruikers voor laten gaan.
Bij een maximale snelheid van 30 km/uur is de overlevingskans van een voetganger bij een botsing met een auto 95 procent. Dat is 10 procent hoger dan bij 50 km/uur. Bestuurders hebben meer tijd om informatie te verwerken en te reageren op onverwachte situaties. Bij 30km/u is de remweg korter en het blikveld breder.
Een zone 30 is een gebied waarin je nergens sneller mag rijden dan 30 km/u. De zone wordt aangeduid op alle toegangen en uitgangen van de zones door een vast begin- EN eindbord. Schoolomgeving 2 Naast een zone 30 bestaat ook een schoolomgeving. Ook hier mag je niet sneller rijden dan 30 km/u.
De GOW30 is een nieuw wegtype binnen de bebouwde kom, naast de bestaande erftoegangsweg 30 km/h (ETW30) en gebiedsontsluitingsweg 50 km/h (GOW50).
- Gebiedsontsluitingsweg, een hoofdweg waar maximaal 80 km/uur geldt en die de verbinding vormt met een stroomweg en naastgelegen gebieden ontsluit. Landbouwverkeer en (brom)fietsers rijden op een eigen voorziening (parallelweg / fiets-/bromfietspad) en de voorrang op kruispunten is geregeld.
Erftoegangswegen liggen in een verblijfsgebied en bieden toegang tot woningen, bedrijven, scholen, winkels, enzovoort. Dat betekent dat de verblijfsfunctie hier belangrijker is dan de verkeersfunctie en dat hier allerlei soorten verkeer met elkaar mengen: voetgangers, fietsers, auto's, en vrachtauto's.