Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Verstopping van de neussonde
Lauwwarm water pompend doorspuiten met een minimaal 20cc spuit, 15 minuten in laten trekken en dan met 20cc lucht doorspuiten. Als de verstopping in de sonde te zien is probeer dan de sonde ter plekke 'te masseren' zodat de verstopping los komt.
Na elke toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze wel 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water.
Maak elke dag de huid rond de insteekopening en de PEG-sonde schoon met water en zeep of doucheschuim. Dit kan bijvoorbeeld onder de douche of in bad. Droog de huid goed. Gebruik geen föhn om de huid te drogen.
Het is belangrijk de sonde goed open te houden. Om verstopping te voorkomen adviseren wij u het volgende: Spuit de sonde na elke portie sondevoeding door met lauw kraanwater. Spuit tijdens continue voeding de sonde iedere 4 uur per dag door met 20 ml lauw kraanwater.
Bij verstopping
Probeer de sonde door te spuiten met een 20 ml spuit met handwarm water. Maak een pompende beweging met de spuit. Rol de sonde eens door de vingers als de voeding aangekoekt zit. Spuit door met handwarm water en herhaal dit nogmaals.
Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
Pak de sonde tussen duim en wijsvinger vast en duw hem twee tot drie centimeter naar binnen. Dit noemen we dompelen. Heeft u een PEG-sonde dan draait u de sonde helemaal rond. Heeft u een PEG(J)-sonde dan mag u deze niet ronddraaien.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
☞ Wanneer de sondevoeding continu wordt toegediend, moet het toedieningssysteem tot aan de sonde na maximaal 96 uur worden vervangen. ☞ De voeding via de sonde of de PEG-katheter wordt binnen 24 uur toegediend, hetgeen inhoudt dat de zak of fles met voeding niet langer dan 24 uur mag aanhangen.
In ziekenhuizen moet de voedingsslang elke 24 uur worden vervangen. Sluit de voedingssonde (de voedingslume) bij bolustoediening na elke toediening af met een schoon dopje. Gebruik een dopje maximaal 24 uur. Maak de voedingspomp dagelijks en na morsen huishoudelijk schoon.
Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Door de PEG-sonde te draaien en dompelen voorkomt u dat het plaatje aan de binnenkant vastgroeit in de maagwand. Dit moet dagelijks gebeuren. Deze handelingen kunt u het beste uitvoeren tijdens of na het schoonmaken van de PEG-sonde. U neemt de sonde tussen duim en wijsvinger en draait deze 360 graden rond.
Bij hevel: Wanneer de pH > 5,5: wacht tot circa 10 minuten na het inbrengen van de sonde en doe een nieuwe pH-meting. Is de pH nog steeds > 5,5: start nog niet met voeden en herhaal de pH-meting na 30-60 minuten. Als de pH weer > 5,5 is: vraag advies aan de aanvragend arts.
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Als het niet lukt om via de mond uw voeding binnen te krijgen, is de PEG J-sonde een goed hulpmiddel. Via de PEG J-sonde wordt voeding direct in de dunne darm gebracht. Als drinken via de mond ook niet kan, dan kan via de PEG J-sonde ook vloeistof in de dunne darm worden gebracht.
Wanneer de pH-waarde hoger is dan 5,5, zal de verpleegkundige u aanraden voorlopig te stoppen met de sondevoeding en/of medicatie. Hij of zij zal de pH-waarde opnieuw controleren binnen 30-60 minuten. Wanneer de pH-waarde nog steeds hoger is dan 5,5 is het mogelijk dat uw sonde niet goed ligt.
De aanbevolen methode om de positie van de maagsonde te controleren, is het meten van de pH-waarde van aspiraat dat via de sonde is opgezogen. In de praktijk blijkt de pH-methode niet altijd te werken, omdat er of geen aspiraat kan worden verkregen of omdat de pH-waarde geen uitsluitsel geeft.
De sonde (dun, buigzaam slangetje) wordt door de neus, via de keel en de slokdarm, naar uw maag of darmen doorgeschoven. De Flocare PUR neus-maagsonde is voorzien van een ENFit-connector. De ENFit- connector verbindt de sonde door middel van een draaisluiting (twist-lock) met een Flocare toedieningssysteem.