De prijsstijging is dan €250.000 - €200.000 = €50.000. Je kunt dit ook als volgt berekenen: €250.000/125 × 25 = €50.000. Door de eindwaarde van €250.000 te delen door 125 weet je hoeveel 1% van de eindwaarde is. De prijsstijging is 25 keer deze waarde.
Deze formule is makkelijker te onthouden in woorden: nieuw min oud, gedeeld door oud, keer 100. In goede termen is dat dus: ((nieuw getal – oud getal) : oud getal) x 100. Eerst haal je het oude getal van het nieuwe getal af. Dit antwoord deel je door het oude getal en de uitkomst daarvan doe je dan keer 100.
De groeifactor g is het getal waarmee je y vermenigvuldigd, als x één eenheid toeneemt. Voor groeifactoren gelden de volgende regels: Bij een toename deel je het percentage door 100 en tel je dit getal bij 1 op. Bij een groei van 34% kun je de groeifactor dus berekenen door 34/100 = 0,34 bij 1 op te tellen.
Hoe bereken je procenten? Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen. Je deelt dan het getal door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten.
Berekening van het percentage: Het berekenen van een percentage betekent het schatten van de overeenkomst of het verschil die er mathematisch bestaat tussen twee getallen. Om dit te doen, moet men beide getallen delen en het resultaat met honderd vermenigvuldigen.
Een percentage van een bedrag berekenen
Hoeveel is 20% van 500 euro? Deel eerst het percentage door 100. 20 : 100 = 0,2. Het antwoord is 100 euro.
Bereken het verschil tussen de oude en de nieuwe prijs. Welk deel is het verschil van de oude prijs? (oud : verschil = ) Welk percentage hoort bij dit verschil? (100 : deel =). Je hebt dan het percentage korting berekend.
Het prijsverschil wordt uitgedrukt als het verschil tussen de standaardprijs (SP) en de werkelijke prijs (WP) vermenigvuldigd met de werkelijk verbruikte hoeveelheid (WH). Het prijsverschil = (SP-WP) x WH.
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal. Je doet dit door het getal te delen door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Het verschil van twee getallen krijg je door deze getallen van elkaar af te trekken. Voorbeeld: Bereken het verschil van 80 en 14. De delen die je van elkaar aftrekt, noem je ook termen. De termen in het voorbeeld 80 – 14 zijn 80 en –14.
Stel dat een waarde van 50 naar 150 is gestegen dan is deze zowel verdrievoudigd als met 200% gestegen. Mensen denken vaak dat een stijging van 200% betekent dat iets verdubbeld is, maar dit is dus niet het geval. Een stijging van 900% is dan ook een vertienvoudiging en niet een vernegenvoudiging.
Als iets bijvoorbeeld toeneemt met 300% is het: 100% + 300% = 400% = 4,0. NIEUW = 4,0 · OUD.
De procentuele mogelijke meetfout is de onnauwkeurigheid gedeeld door de gemeten waarde, vermenigvuldigd met 100%.
Als je een percentage van een getal in Excel wilt berekenen, vermenigvuldig je eenvoudig de procentuele waarde met het getal waarvan je het percentage wilt. Als je bijvoorbeeld 20% van 500 wilt berekenen, vermenigvuldig jr 20% met 500. Wat het resultaat 100 oplevert.
Selecteer een cel waarin u de verschillen wilt plaatsen, typ = F2-G2en sleep de vulgreep omlaag om deze formule tot in de cellen te vullen.
Centraal staan makkelijke percentages, en het inzicht dat je daarbij handig met eenvoudige breuken kunt rekenen (25% is de helft van de helft).
Deel het salarisverschil door je oude salaris.
In het voorbeeld van Deel 1 betekent dit dat je € 5.000 neemt en dat deelt door € 45.000. € 5.000 / € 45.000=0,111. Als je rekent met een uurloon, werkt het op dezelfde manier. Uitgaand van het voorbeeld in de vorige stap, doe je € 2 / € 14=0,143.
Dan krijg je “40% van 20 is 8”. In een ander geval wil je bijvoorbeel aangeven hoeveel procent een getal gedaald of gestegen is.