Om te beginnen moet de grond worden weggegraven (uitkisten) zodat er voldoende ruimte ontstaat om zand, isolatie en funderingsplaat aan te brengen. De vorstgrens ligt op ongeveer 600 tot 700mm diepte. Het is belangrijk dat het diepste punt van de vorstrand fundering onder deze 700mm diepte ligt.
De vorstgrens is de minimale aanlegdiepte van de fundering op staal, zodat men er zeker van kan zijn dat de grond onder het gebouw niet zal bevriezen; minimaal 600 mm onder maaiveld, maar vaak wordt 800 mm gehanteerd.
Een fundering moet dragen tot onder de vorstgrens anders kan de fundering door opvriezing van grond omhoog komen. Een fundering wordt daarom in Nederland vaak rondom voorzien van een zogenaamde vorstrand. Deze is zo'n 30 cm breed en zo'n 60 a 80 cm diep (dus tot net onder de vorstgrens).
Bij een vorstrand wordt de vloerplaat als het ware omgebogen tot ongeveer 600 mm onder het maaiveld om gevaar voor opvriezen te voorkomen. Vaak wordt ook een verdiepte randbalk toegepast. Een funderingsplaat met vorstrand wordt veel toegepast bij eenvoudige funderingen onder schuurtjes, serres en dergelijke.
De vorstgrens is de gronddiepte tot waar de grond in de winter kan bevriezen. Deze grens bevindt zich op een diepte van zo'n 60 centimeter. Voor een strokenfundering moet de aanlegdiepte op minimaal de vorstgrens liggen.
Om de fundering te beschermen tegen de vorst wordt er een vorstrand aangelegd. Deze vorstranden voorkomen het opvriezen van de grond onder de vloer. Vorstranden worden met name gebruikt bij gebouwen met een fundering met staal. Bovendien voorkomt deze vorstrand dat de grond onder het gebouw bevriest.
De vorstgrens is een minimale aanlegdiepte van de fundering op staal zodat men er zeker van kan zijn dat de grond onder het gebouw niet zal bevriezen. Als de grond onder een gebouw met fundering op staal bevriest kan het gebouw gaan schuiven.
Zorg dat er altijd voldoende dekking is boven op de vloerverwarming en wapening. De minimale dekking is 3.5 cm. De dikte van de dekvloer van beton met vloerverwarming is minimaal 6-7 cm.
Tegenwoordig kan je kiezen voor een fundering uit beton. De fundering moet ten allen tijde op vaste grond en minimum 60 cm diep zijn. Op een vaste ondergrond is een wapening niet noodzakelijk, maar in twijfelgevallen is een lichte wapening in de lengterichting zeker aan te raden.
De richtlijn voor het juiste aantal is 6 afstandhouders per 1000mm wapeningskorf. Onder de wapeningskorven komen betonnen stelblokjes, de richtlijn voor het juiste aantal stelblokjes is 3 blokjes per 1000mm korf.
40-50 mm, afhankelijk van de situatie (zie ook bijvoorbeeld NEN-EN 020 bij milieuklasse waar waarschijnlijk, gezien de ervaringen de laatste jaren, nog te geringe dekkingen staan vermeld). Om de minimale betondekking mogelijk te maken kan gebruik worden gemaakt van afstandhouders op de wapening.
Die vorstgrens ligt op ongeveer 600 tot 700 mm diepte vanaf het grondoppervlak. Belangrijk is dus dat het diepste punt van de vorstrand op meer dan 700 mm diepte ligt. Voordat dit kan gebeuren moet er eerst grond afgegraven worden om vervolgens zand, isolatie en een funderingsplaat aan te brengen.
Om verzakking na een vorstperiode te voorkomen moet de fundering minimaal 60 tot 80 cm diep zijn. Een fundering op staal komt op de zandlaag die maximaal drie meter onder het grondoppervlak ligt. Als de zandlaag dieper dan drie meter ligt, heb je een fundering op palen nodig.
Betonvloer op zand: de dikte
Voor een betonvloer op zand hanteren wij een minimale dikte van 12 centimeter. Deze dikte is nodig zodat de betonvloer ook constructief is. In een constructieve betonvloer op zand leggen wij een dubbele bewapening.
Meestal worden er betonnen palen in de grond geschroefd, geheid of geboord; een betonnen paalfundering is een zeer degelijke, maar relatief dure fundering. Fundering op houten palen met betonnen oplanger vindt ook plaats. Paalfundering zonder oplanger komt nog voor bij oudere gebouwen.
Een fundering van tegels of stenen (straatwerk)
Het is ook de meest toegepaste fundering voor een tuinhuis e.d. Hiervoor dient u een zandbed van geel zand (ophoogzand) aan te leggen. Graaf ca. 25-30 cm uit, vul dit met zand en tril het goed aan.
Een berekening van een fundering op palen wordt gemaakt op basis van een funderingsadvies en de belasting uit de bovenliggende constructie. De fundering bestaat uit (stalen) balken welke smaller, maar hoger zijn dan een fundering op staal. Deze balken komen op de palen te staan.
De folie dient als beschermlaag tussen het beton en de ondergrond. Doordat de bouwfolie het vochttransport tegenhoudt, hardt het beton ook niet snel uit. Let wel op dat het beton niet te veel uitdroogt, hierdoor kan scheurvorming ontstaan.
Betonvloer op zand storten
Direct beton gieten op je zandlaag is geen goed idee: het water van de betonmortel loopt weg doorheen de zandlaag. Je beton zal al snel scheuren vertonen. Een tussenlaag (bijvoorbeeld een folielaag) zal je beton beschermen en is daarom een goede oplossing.
ZANDBED ALS FUNDERING
Om ervoor te zorgen dat de ondergrond de juiste draagkracht biedt, adviseert De Keij om een zandbed aan te brengen op een vlakke en dragende ondergrond. Het zandbed dient als laatste laag van een betonplaten fundering en wordt op een gelijkmatige klei,- zand,- of veengrond aangebracht.
Wanneer je een kleigrond onder het grondoppervlak hebt liggen, en de zandgrond dus dieper dan 3 meter ligt, moet je funderen met een fundering op palen.
Voor een fundering plaatsen schuur wordt het vaakst gekozen voor een betonnen plaat. Dit is een relatief gemakkelijk manier van een fundering maken tuinhuis en schuur. Dit is zowel een goede methode voor een fundering houten schuur als stenen schuur. Zo kun je de volledige schuur of tuinhuis plaatsen op beton.
De exacte plaats van de vaste laag is zeer verschillend, soms op 10 m diepte, soms pas op 30 m of meer. Hoewel van geheel Nederland inmiddels bekend is hoe de grondopbouw is, zullen sonderingen en eventueel grondboringen uitsluitsel geven over de exacte gelaagdheid van de grond (zie bodemonderzoek).