Selecteer de knop Startmenu en selecteer vervolgens Instellingen >apparaten >printers & scanners. Selecteer Een printer of scanner toevoegen. Wacht even tot er printers in de buurt zijn gevonden, kies de printer die u wilt gebruiken en selecteer Apparaat toevoegen.
Je kan de verbinding testen door te kijken of de printer online is op de computer. Vervolgens kun je kijken via de site van de printer of er een geüpdatet versie is van de driver en deze vervolgens installeren. Mocht hij het dan nog niet doen dan kun je beter contact opnemen met de fabrikant van de printer.
Om de printer goed te kunnen gebruiken heb je de HP software nodig op jouw computer. In de browser moet je hiervoor naar: 123.hp.com. Daar vul je de productnaam van de printer in en klik je op 'zoeken'. Vervolgens download je het programma.
Sluit eerst uw printer aan op de computer en zet hem AAN. In het geval van een draadloze printer, zet hem AAN en verbind hem met het wifi-netwerk. Soms kan het probleem worden opgelost door uw printer uit te schakelen.
1) Printer problemen: Mijn printer wil niet printen
Heb je een draadloos model? Check dan of de WiFi is ingeschakeld en je verbonden bent met het juiste netwerk. De printer driver en software moeten op de computer waarmee je af wilt drukken worden geïnstalleerd.
Selecteer de printer met Wi-Fi Direct in de naam (bijvoorbeeld: DIRECT-72-HP OfficeJet Pro 6970) en wachtwoord. Printer met een bedieningspaneel: Raak het Wi-Fi Direct-pictogram of de knop aan om de naam en het wachtwoord van Wi-Fi Direct weer te geven.
Bijna alle moderne printers kunnen op een computer worden aangesloten zonder installatieschijf. Sluit de printer gewoon op de computer aan via USB en wacht tot de stuurprogramma's automatisch zijn geïnstalleerd. Je hebt een internetverbinding nodig om de stuurprogramma's te installeren. Zorg dat de printer aan staat.
Het wachtwoord is het serienummer van de printer. Het serienummer van de printer staat op de sticker op de printer. Het bestaat uit 9 alfanumerieke tekens (vier letters gevolgd door vijf cijfers).
Voer de volgende stappen uit om het probleem op te lossen: Start de computer opnieuw op en probeer het USB-apparaat opnieuw aan te sluiten. Koppel het USB-apparaat los, verwijder de software van het apparaat (indien van toepassing) en installeer vervolgens de software opnieuw.
Controleer of de printer niet is aangesloten met een USB-kabel. Een USB-verbinding kan de Wi-Fi-installatie blokkeren. Open een website om te controleren of de internetservice werkt. Als de laadtijd van de pagina traag of is, start u de router opnieuw op.
Voordat u iets toepast, kan het probleem soms worden opgelost door uw printer uit te schakelen. Schakel uw printer uit en trek de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden, sluit uw printer weer aan en zet de printer weer aan.
U lost dit probleem op door de HP Smart-app te installeren om de printer opnieuw aan te sluiten en de nieuwste scanhulpprogramma's te gebruiken. Bereid u voor op het instellen van het netwerk en de printer. Plaats de printer en de computer of het mobiele apparaat in de buurt van de wifirouter.
Sommige toegangspunten (vaak aangeduid als routers of hubs) hebben een knop voor automatische verbinding met het label WPS (Wi-Fi Protected Setup). Hiermee kunnen toegestane apparaten worden verbonden met uw netwerk zonder dat u een wachtwoord hoeft in te voeren.
Klik op Start en selecteer Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen van printer. Selecteer het tabblad Poorten om na te gaan welke printerpoort is geselecteerd. De printerpoorten die in de kolom Poort zijn geselecteerd, zijn beschikbaar.