De nieuwe tennisbal werd voor het eerst gebruikt in de jaren 1850. Ongeveer twee decennia later, in 1874, had de Engelse uitvinder Walter Clopton Wingfield het “gazontennis” gepatenteerd.
Er zijn twee soorten tennisballen met elk hun specifieke speeleigenschappen: drukloze (pressureless) en gasgevulde (pressurised) tennisballen. Zeker als je gevoelig bent voor (arm)blessures is het handig de verschillen te kennen. Zoals de naam al zegt, staan drukloze ballen niet onder druk.
De bakermat van tennis is Frankrijk. Daar werd in de Middeleeuwen 'Jeu de paume' gespeeld en veel onderdelen van tennis zoals wij dat nu kennen, zijn voortgekomen uit dit spel. Eerst sloegen spelers de bal terug met de hand.
De belangrijkste reden om met gele tennisballen te gaan spelen was de zichtbaarheid voor de televisiekijker. Volgens onderzoek zijn oranje ballen het best zichtbaar voor het publiek, maar op televisie was deze kleur weer minder goed zichtbaar.
Gasgevulde tennisballen spelen doorgaans comfortabeler dan drukloze ballen en worden veel gebruikt in wedstrijden. Ze worden onder druk (2 bar) opgeslagen in een hermetisch afgesloten blik. Als het blik eenmaal is geopend, verliezen de ballen als gevolg van gasdiffusie geleidelijk hun druk.
Omdat een tennisbal nooit 100% luchtdicht is, loopt het gas langzaam uit de tennisbal. Dit is één van de redenen is dat professionele tennisspelers elke 9 games nieuwe tennisballen gebruiken. Voor recreatieve spelers gaan de gasgevulde ballen 2 à 3 wedstrijden mee.
Het 'haar' op een tennisbal is wol, of een synthetisch surrogaat zoals nylon. Het geeft de bal ruwheid, waardoor hij grip heeft op het racket en op de grond. Door die ruwheid kan de tennisspeler draaiing geven aan de bal.
Je moet ze dan 4-8 weken in de Tennisball Saver bewaren. Victor is het gaan testen en vertelt over de resultaten: "Ik heb van elke bal de stuiterhoogte gemeten en op de bal zelf genoteerd. Zes ballen hebben zes weken lang in twee Tennisball Savers gezeten. Gemiddeld zijn ze 9 cm hoger gaan stuiteren.
Het US open draait er in zijn eentje 95.000 ballen doorheen, Wimbledon 54.000, Roland Garros 65.000.
Vroeger kwamen alle tennisballen uit Engeland. Tegenwoordig worden ze vrijwel uitsluitend in het Verre Oosten gemaakt, vér weg van waar wij staan te tennissen. De componenten van een tennisbal komen ook nog eens van over de hele wereld.
Deze prent vormt een bevestiging van de theorie dat er heel vroeger om geld gespeeld werd. Een wedstrijd was dus een strijd om een 'wedde'. Aangezien de munteenheid in de Middeleeuwen 60 cent was, levert het spelen om een 'kwartje' per punt de scores 15, 30 en 45 cent en tenslotte het spel op.
MahutPrecies tien jaar geleden werd de mafste en langste tenniswedstrijd ooit gespeeld. Op het heilige gras van Wimbledon schreven John Isner en Nicolas Mahut geschiedenis door ruim 11 uur (verdeeld over drie dagen) op de baan te staan. Isner won in de vijfde set met 70-68 (!). Tien gekke weetjes op een rij.
De binnenbal bestaat uit twee helften. Die helften worden in een pers onder druk tot bal gemaakt. Vlak voor het moment dat de twee halve ballen op elkaar worden gelijmd wordt de druk in de pers opgevoerd. Op het moment dat de druk exact goed is, worden de twee helften met rubberlijm aan elkaar gelijmd.
Drukloze tennisballen worden veelal gebruikt op de zachtere tennisbanen. Drukloze ballen gaan lang mee dan gasgevulde tennisballen, maar zijn wel minder comfortabel. Dit maakt ze echter ideaal voor trainingen. De druk in de kern van de tennisbal is hetzelfde als druk buiten de tennisbal (er is dus geen binnendruk).
Een spel wordt als volgt geteld, waarbij de punten van de serveerder als eerste worden genoemd: Geen punt - 'Nul' Eerste punt - '15' Tweede punt - '30' Derde punt - '40' Vierde punt - 'Spel' Als jij en je tegenstander beide 3 punten hebben (40-40) dan is de telling 'gelijk' (deuce, spreek uit als 'djoez').
Van alle ondergronden waarop tennis wordt gespeeld, is gravel met voorsprong de traagste. Als een bal op een gravelbaan botst, behoudt hij gemiddeld maar 59 procent van zijn snelheid. Ter vergelijking: op hardcourt is dat 68 procent, op gras - traditioneel de snelste ondergrond - 70 procent.
advantage ("voordeel") – een moment wanneer de speler een punt heeft gewonnen uit een deuce en nog één punt nodig heeft om de game te winnen.
Bij het begin van elke game begint de serveerder van rechts. Hoe men serveert, moet men grotendeels zelf weten, als de bal maar eerst in de lucht wordt gegooid en via het racket geslagen wordt, voordat de bal de grond heeft geraakt.
Op kunstgras wordt het meest gebruik gemaakt van de Slazenger Wimbledon. Dit is de tennisbal die tijdens Wimbledon wordt gebruikt. Deze bal is van hoogwaardige kwaliteit en bevat Hydroguard technologie. Hierdoor neemt de bal minder water op en blijft dus ook op vochtiger kunstgras goed bespeelbaar.
Nieuwe tennisballen beginnen al zacht te worden vanaf het moment dat een nieuw luchtdicht blik wordt geopend. De TBS vervangt het gewone blik door een interne druk te creëren van perslucht in de koker met dezelfde waarde als het origineel, dat wil zeggen tussen 10 en 14 psi afhankelijk van het model en het soort bal.
De Stage 2 / oranje tennisbal is uitermate geschikt voor tennistrainingen aan kinderen en beginnende tennissers. De meeste Stage 2 tennisballen zijn verpakt in een basket van 36 stuks. De kleur van deze ballen is geel/oranje.
Geschiedenis van de golfbal
Met een golfbal word het spel golf gespeeld. Volgens de regels mag een golfbal niet kleiner zijn dan 4,257 en niet zwaarder zijn dan 45,93 gram.
Sam Groth (Australië)
In 2012, bij de Zuid-Koreaanse plaats Busan versloeg Groth het toenmalige record van hardste service geslagen die ooit gemeten was. Het record stond toen op 251 km/uur, op naam van Ivo Karlovic. Groth versloeg hem door een service te slaan van -houd je vast- 263 kilometer per uur!