Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk.Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
Als een woord op -heit, -keit, -ung, -schaft, -tät eindigt, gaat het altijd om een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. Om een aantal voorbeelden te noemen: die Gesellschaft, die Möglichkeit, die Realität. Ook bijna alle woorden die op -e eindigen, zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld die Lampe.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Is het de of het jaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaar. Deutsch: Jahr | Bekijk of het der of die Jahr is. Français: année | Bekijk of het Le o La année is.
De zelfstandige naamwoorden worden traditioneel verdeeld in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
De zon is in het Nederlands nog steeds een zij, maar taalgebruikers lappen het woordgeslacht steeds vaker aan hun laars. In Nederland is dat niet langer een trend maar een feit: Hollanders zijn nagenoeg volledig vergeten dat er mannelijke en vrouwelijke woorden bestaan, waarnaar je met 'hij' of 'zij' verwijst.
Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
Is het 'de muziek' of 'het muziek'?
Het is 'de muziek', want muziek is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die muziek'.
Het Nederlands kent er drie: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Elk substantief heeft een geslacht. 'Trein' is bijvoorbeeld mannelijk, en 'verandering' is vrouwelijk. Een voorbeeld van een onzijdig woord is 'water'.
College is dus een onzijdig woord. In dit artikel een aantal tips om het woordgeslacht van zelfstandige naamwoorden te herkennen.
Methode. De regel is: als je verwijst naar een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dan gebruik je haar, in alle andere gevallen gebruik je zijn. Let op: bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord het (het zusje, het vrouwtje), ook als het als niet-verkleind woord een vrouwelijk woord is (de zus, de vrouw).
Bloemen kunnen zowel eenslachtig als tweeslachtig zijn. In het eerste geval bezit de bloem enkel de mannelijke of enkel de vrouwelijke voorplantingsorganen. Er zijn dus mannelijke bloemen, welke enkel meeldraden bezitten, en vrouwelijke bloemen welke enkel een of meerdere stampers bezitten.
Van een mens zijn mond, nek, boezem, ellebogen, vingers, nagels en voeten mannelijk; neus, lippen, schouders, handen en tenen vrouwelijk; en haar, oren, ogen, kin, benen en knieën onzijdig.
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie.
Bedrijf is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bedrijf, bestuur of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig.Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'.De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk.
Motoren en auto's zijn waarschijnlijk ook gewoon onzijdig in het Nederlands.
Zowel de stad en haar inwoners als de stad en zijn inwoners is correct. Gebruik in één tekst wel consequent hetzelfde verwijswoord om naar hetzelfde woord te verwijzen.
Volgens de woordenboeken is bijvoorbeeld 'kabinet' onzijdig en 'wasmachine' vrouwelijk.
Is het 'de zomer' of 'het zomer'?
Het is 'de zomer', want zomer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zomer'.
Is het 'de regenboog' of 'het regenboog'?
Het is 'de regenboog', want regenboog is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die regenboog'.
Is het de of het tuin
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tuin.
de hof (mannelijk): 'tuin', 'boomgaard'
De stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van bedektzadigen, dat zijn alle planten met bloemen. Een stamper bestaat uit een of meer vergroeide vruchtbladen (carpellen). Aan een stamper is te onderscheiden: een vruchtbeginsel, een stijl en een stempel.