De Wlz verzekert naast verblijf en wat daarbij hoort, behandeling, verpleging, persoonlijke verzorging en begeleiding, vervoer en logeeropvang.
Met een Wlz-indicatie heb je recht op specifieke zorgvormen, zoals: Verblijf in een zorginstelling, of waar mogelijk intensieve zorg thuis. Begeleiding, verpleging en verzorging. Medische zorg en (paramedische) behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis.
Bijvoorbeeld: steunkousen, een prothese of orthopedische schoenen.Het kan ook gaan om niet persoonsgebonden hulpmiddelen, zoals verband- of incontinentiemateriaal of om een infuuspomp. Of een hulpmiddel ten laste van de Wlz komt of niet, hangt af van iemands individuele situatie.
Voor mensen die chronisch veel zorg nodig hebben biedt de Wlz uitkomst. Maar de Wlz kent ook zijn keerzijde: een indicatie is in de regel levenslang.Soms komen mensen er na een Wlz-indicatie achter dat ze erop achteruitgaan in vergelijking met Wmo en de wijkverpleging.
Grens vermogen
Als u alleenstaand bent mag u €31.140 spaargeld hebben voordat uw eigen bijdrage omhoog gaat. De eerste €31.140 is heffingsvrij. Voor echtparen ligt deze grens bij €62.280 in 2023.
Hoeveel spaargeld mag ik hebben in een verzorgingshuis? Als je spaargeld hoger wordt dan €31.747 (2023: €31.340) ga je een bijdrage betalen over je vermogen aan het verzorgingshuis.
Zorg vanuit de Wlz vraagt u aan bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). U ontvangt per maand een factuur van het CAK. Uw eigen bijdrage is in 2024 minimaal € 0 per maand en maximaal € 2.887,40 per maand.In 2023 betaalde u maximaal € 2.652,40 per maand.
De Wet langdurige zorg (Wlz) is een volksverzekering. Bijna iedereen betaalt premie en belasting aan de overheid. Met dit geld kan de overheid de zorgkantoren betalen. Hierbij geeft de overheid de zorgkantoren opdracht om de langdurige zorg te regelen.
Als het mogelijk is, kunt u met een Wlz-indicatie thuis blijven wonen. Indien dit beter aansluit op de zorgbehoefte hebben mensen met een Wlz-indicatie ook recht op verblijf in een zorginstelling.
De meeste mensen die in Nederland wonen of werken zijn automatisch verzekerd voor de Wlz. Als u Wlz-verzekerd bent, heeft u volgens de Zorgverzekeringswet een verzekeringsplicht.
In de wet staat dat Wlz-behandeling geneeskundige zorg omvat van specifiek medische, specifiek gedragswetenschappelijke of specifiek paramedische aard die noodzakelijk is in verband met de aandoening, beperking, stoornis of handicap van de verzekerde.
Met een Wlz-indicatie kunnen mensen terecht in een verpleeghuis, een instelling voor mensen met een handicap of een ggz-instelling.Maar ze kunnen er ook voor kiezen om thuis te blijven wonen met intensieve zorg. Dit is alleen mogelijk als de situatie thuis geschikt is om verantwoord en doelmatig zorg te krijgen.
Bij Wmo-ondersteuning en wijkverpleging woont u altijd thuis (= zelfstandig) of in een kleinschalig wooninitiatief.De Wlz geeft recht om in een zorginstelling te gaan wonen. Bijvoorbeeld een verpleeghuis of een instelling voor gehandicaptenzorg.
Gemeenten betalen de inkomensafhankelijke Wlz-premie voor bijstandsontvangers. Het UWV betaalt de inkomensafhankelijke Wlz-premie voor mensen die een WW- of WIA-uitkering krijgen. Werkgevers betalen de inkomensafhankelijke Wlz-premie voor werknemers. Het Rijk stelt vast wat de Wlz-zorg mag kosten (macrobudget).
Wanneer valt een voorziening onder de Wmo en wanneer onder de Wlz? Mensen met een indicatie voor Wlz-zorg, zowel thuiswonend maar ook als ze bijvoorbeeld in een verpleeghuis wonen, kunnen ook in aanmerking komen voor maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo (rolstoel, regiotaxi e.d.).
De eigen bijdrage kan sterk verschillen en is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de inwoner. Voor Wmo ondersteuning is het maximaal €19,- per maand. Bij een Wlz-indicatie met zorg thuis en een inkomen van € 30.000 is de eigen bijdrage ongeveer € 50.
Mensen van 18 jaar en ouder met zorg vanuit de Wlz betalen elke maand een eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van: uw inkomen. uw vermogen (spaargeld)
Maximum hoge eigen bijdrage
U betaalt in 2024 nooit meer dan € 2.887,40 hoge eigen bijdrage per maand. In 2023 was dit maximum € 2.652,40.
De eigen bijdrage voor Wlz in 2023:
De hoge eigen bijdrage 2023 is minimaal € 0 per maand en maximaal € 2.652,40 per maand.
Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. In 2024 werken we met een toetsbedrag van € 31.747 (alleenstaand) of € 63.494 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
In de meeste gevallen kunnen uw kinderen hun deel pas opeisen wanneer u er als langstlevende partner niet meer bent. Dit maakt uw vermogen, en daarmee de eigen bijdrage, onnodig hoog. U kunt dit voorkomen door een AWBZ clausule in uw testament op te (laten) nemen.
Vermogen telt mee
De eigen bijdrage voor 2023 is dus gebaseerd op het verzamelinkomen van 2021. Het CAK trekt van dat verzamelinkomen een paar posten af, zoals de betaalde belasting en een bedrag voor zak- en kleedgeld. Maar er is ook een bijtelling voor het spaargeld. Daarvan telt 4 procent mee als inkomen.
Woont u of uw partner in een zorginstelling en krijgt u of uw partner een AOW? Dan kunt u bij de SVB uw AOW voor gehuwden veranderen naar een AOW voor ongehuwden.Als u daarvoor kiest, dan krijgt u een hoger AOW-pensioen. Een AOW voor ongehuwden kan soms (grote) gevolgen hebben voor uw eigen bijdrage.