Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
Berkenhout – extra schoon, veel warmte. Essenhout – brandt traag, mooi vlammenspel. Eikenhout – brandt traag, weinig rook en geeft knetterende vlammen. Elzenhout – brandt sneller, maar geeft snel warmte af.
om een vuurtje aan te maken begin je met een paar dikkere stukken hout. Daaroverheen leg je dunne houtjes en bruine aanmaakblokjes. Stapel de houtblokken zó dat er voldoende zuurstof bij het vuur kan komen. Zo blijft de temperatuur in de verbrandingskamer op peil en zal de rookuitstoot tot een minimum beperkt blijven.
Gebruik onbehandeld hout
Stookhout mag niet behandeld, geverfd of gelakt zijn. Bij verbranding komen er schadelijke stoffen vrij. Dit kan gevaar opleveren voor jezelf en voor je omgeving. Bovendien ontstaat hierdoor meer aanslag in je houtkachel of houthaard en in het rookkanaal.
Ongeschikt haard hout
Bijvoorbeeld populierenhout verspreidt een nare stank. Esdoornhout geeft bij verbranding een scherpe, prikkelende geur. Ook het gebruikt van naaldhout kunt u beter vermijden in uw kachel.
Eikenhout is de meest harde houtsoort en het duurzaamst, maar daardoor het minst gemakkelijk aan te steken. De kachel moet eerst goed warm zijn. Voor een mix tussen zacht en hard, kunt u het beste essenhout kiezen. Bij het gebruik van vuurschalen, raden wij altijd beukenhout aan.
Essen of eikenhout stoken
Eikenhout heeft een sterke geur en kan een beetje spetteren. Dat maakt eiken haardhout het meest geschikt voor rendementsstokers met een gesloten haard. Essenhout geeft vrijwel geen geur en spettert nog minder dan eikenhout.
Toch is er een verschil tussen zogenaamd hardhout en harshoudend (zacht) hout. Die laatste categorie (den, spar, berk, pallethout, ...) is niet geschikt voor de meeste kachels en haarden. Bij de verbranding komen harsen vrij die verdampen.
Vergeet de mythe dat enkel eik en beuk geschikt zijn voor brandhout. Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Toch is het over het algemeen slimmer om gebruik te maken van hout van de eik of hout van de beuk. Door dat hout 1 tot 2 jaar te laten drogen ontstaat er een goede basis voor in de vuurschaal.
Houtsoorten zoals wilg, els, populier en berk, zijn na 1 tot 1½ jaar droog genoeg, andere houtsoorten zoals essen en vooral eiken en beuken, hebben een langere droogtijd nodig van zeker 2 jaar. Ook geperste briketten zijn heel geschikt, ze zijn beslist droog en branden goed.
Rook terugslag is het gevolg van onvoldoende trek door de schoorsteen. Dus, de trek moet voldoende zijn om de rookgassen uit de kachel te trekken. Bij het opwarmen komt soms rook terug omdat de schoorsteen nog niet opgewarmd is. De schoorsteen trekt alleen als hij van binnen warmer is als de buitenlucht.
Bovendien vervuilt de schoorsteen sneller en door de roetvorming kunnen schoorsteenbranden ontstaan. Beter niet doen dus. Ook tropisch hardhout is niet geschikt. Een extra waarschuwing: er zijn ook houtsoorten die ook onbehandeld bij verbranding giftige dampen afgeven.
Berkenhout /Elzenhout
Dit type hout is uitermate geschikt voor speksteenhaarden, Finovens, openhaarden, buitenhaarden en haarden met weinig trek. Deze houtsoorten zijn zeer gemakkelijk aan te steken en blijven “zonder veel omkijken” met veel vlam branden en geven daardoor veel sfeer.
Naaldbomen. Vurenhout gebruiken als aanmaakhout, niet gebruiken in de open haard en niet gebruiken voor de kachel (vervuiling van het rookkanaal).
Het beste hout voor in de kachel of openhaard is hardhout zoals beuk, eik, kastanje en acacia. Dit hout brandt lang en geeft mooie vlammen af. Zachte houtsoorten zoals berk, linde, wilg en populier branden minder lang.
Zware houtsoorten zijn haagbeuk, valse acacia, beuk, eik, es, kastanje, notenboom, olm, kers en esdoorn. Lichte houtsoorten zijn berk, linde, wilg, gewone den, douglas, els, spar en populier. Haagbeuk levert uitstekend brandhout, maar is zeer gevoelig voor schimmels.
Berkenhout is ook een populaire houtsoort voor de houtkachel. Het hout heeft een schone ontbranding. Berkenhout is een iets minder harde houtsoort, geeft veel warmte af en spat niet. Elzenhout is ook een zachte houtsoort.
Gemiddeld zul je per jaar zo'n zes maanden moeten stoken (herfst en winter). Als je woning goed geïsoleerd is, heb je aan 7.5 kuub genoeg.
Hardhoutsoorten als Meranti en Bankirai zijn bijvoorbeeld schadelijk voor de kachel of haard. Ook het vochtgehalte van het hout is belangrijk. Controleer dit altijd door middel van een vochtmeter! Het komt vaak voor dat zogenaamd gedroogd hout veel te vochtig is.
Hout met hars, zoals dennen- en sparrenhout, verbrand je best niet in je kachel. Hierdoor ontstaat roet in de schoorsteen, wat een schouwbrand kan veroorzaken.
Houtsoorten die geschikt zijn voor meubelmakers en interieurbouw. Hout algemeen: Noten, Kersen, Eiken , Mahonie, Grenen, Tulpenboom, Plantage teak, Berken, Beuken, Essen, Esdoorn, Iepen, Lariks.
Brandeigenschappen beukenhout
Het hout is niet alleen fijn om te stoken, maar ziet er ook mooi uit. Het hout brandt erg lang en zorgt daarnaast voor veel warmte. Wel stookt het iets moeilijker dan zachtere houtsoorten, zoals berken en elzenhout.
Eikenhout en iroko wegen ongeveer evenveel. Met een gewicht van 650kg/m3 is iroko een relatief lichte houtsoort. Eikenhout wijkt daar met zijn 700kg/m3 dus niet veel van af! Ook de bewerkbaarheid van de beide houtsoorten verschillen niet veel van elkaar.