Een motief in een verhaal is niet hetzelfde als een thema, maar een motief verwijst vaak wel naar een belangrijk thema in het boek. Zo kan het motief van de geur van appelbloesem in een verhaal bijvoorbeeld verwijzen naar een prettige herinnering uit de jeugd van het hoofdpersonage.
Zo'n terugkerend aspect in een verhaal heet een motief. Denk aan toeval, haat of schuld.Ook kan een motief een hele zin of een voorwerp zijn, zoals een glas of spiegel. Door motieven ontstaat er een patroon in het verhaal.
Een motief in literatuur is een herhaaldelijk terugkerend element. We herkennen het omdat het ook in andere verhalen voorkomt (bijv. driehoeksverhoudingen, generatieconflicten) of omdat het binnen hetzelfde verhaal meermalen voorkomt (bijv. een voorwerp, een lied, een kleur, een bepaalde handeling, een gevoel).
Wanneer je in het boek dan terugleest dat een personage zo heerlijk op een bankje zit, dan kan dat het motief zijn om terug te denken aan het thema: die herinnering van vroeger. Het is dus goed om deze twee van elkaar te onderscheiden. Een motief is vaak een aanleiding tot en dus niet het thema.
Voorbeeld: Een verhaal waarin een personage voortdurend reist en uiteindelijk rust vindt, kan bijvoorbeeld het concrete motief 'reizen' bevatten. Maar ook voorwerpen die verwijzen naar reizen, zoals een kompas, een landkaart, een reiskoffer.
Een motief is iets in het verhaal wat meerdere keren terugkomt. Dit kan een voorwerp zijn, maar ook een handeling of een gevoel. Een motief heeft vaak een onderliggende waarde of betekenis. Zo kunnen bijvoorbeeld dobbelstenen duiden op het lot of op toevalligheid.
het motief zelfst. naamw. Uitspraak: [ moˈtif ] Afbreekpatroon: mo·tief Verbuigingen: motieven (meerv.) 1) reden waarom je iets doet Voorbeeld: 'het motief voor zijn daad' Synoniemen: : drijfveer, beweegreden 2) tekeningetje dat steeds wordt herhaald in een ontwerp Voorbeeld: 'bloemetjesmotief' Synoniemen: beweegred...
Bij Kant is hoop dus een onloochenbare antropologische categorie. De natuur en geschiedenis interpreteren we vanuit een doelmatigheid en daarom is hoop een belangrijk motief (Bewegungsgrund) voor al ons menselijke handelen.
Verhaalonderdelen zoals: situaties, voorwerpen, uitspraken, gedachten, relaties die regelmatig terugkeren in een verhaal.
motief (zn) : afweging, beweeggrond, beweegreden, considerans, drijfveer, grond, overweging, reden. motief (zn) : gedachte, grondgedachte, grondpatroon, onderwerp.
Klassieke motieven zijn motieven uit klassieke verhalen. Een klassiek motief is alleen te herkennen als je het oorspronkelijke verhaal kent. Het oedipusmotief is een bekend klassiek motief. Er is sprake van het oedipusmotief als de hoofdpersoon zijn vader haat en heel geliefd wil zijn bij zijn moeder.
Zo'n element dat zich herhaalt, noem je een verhaalmotief. Het kan een gebeurtenis zijn, een waarneming, een idee of een gevoel. Soms krijgt een voorwerp, omdat het telkens opduikt in het verhaal een symboolwerking. Dan spreek je van een leidmotief.
Globaal is er onderverdeling in interne & externe motieven. Interne motieven hebben te maken met factoren die binnen een organisatie liggen.Externe motieven vinden hun oorsprong buiten de eigen organisatie.
Hoewel zowel symbolen als motieven terugkerende elementen zijn in een literair werk, is een symbool typisch een concreet object dat iets abstracts vertegenwoordigt, terwijl een motief een idee of thema is dat door het hele werk wordt herhaald.
dat 'dingen', voorwerpen, kleuren, getallen, situaties die van zichzelf niet symbolisch hoeven te zijn, dat in verhalen of films kunnen worden door nadrukkelijk gebruik en door herhaald gebruik.
Externe motieven: motieven die van buitenaf komen. Alcoholverkopers kunnen bijvoorbeeld alcohol weigeren aan een gast, omdat ze een boete willen voorkomen. Wanneer een externe motivator wegvalt, kan ook het gewenste gedrag afnemen.
Een structuurmotief of structureel motief is een kort segment in de aminozuursequentie van een op een keten lijkend biologisch molecuul, zoals een eiwit of nucleïnezuur. Uit het structuurmotief kan de biologische functie niet afgelezen worden, omdat ze in eiwitten en enzymen met verschillende functies voorkomen.
Een aantal voorbeelden van thema's: liefde, gelijkwaardigheid, religie, gezondheid, culturen, ouderdom, kinderwens, vrouwenrechten, familiesystemen, marketing, management, klimaatproblematiek, psychologie, specifieke werkvelden, pesten, mantelzorg, spiritualiteit, financiën, oorlog… et cetera.
Motto Soms bevatten romans een motto: dit staat dan in de vorm van een klein tekstfragment voor in het boek (een citaat uit een gedicht, een andere roman of een songtekst). Een schrijver neemt een motto natuurlijk niet zomaar op; hij of zij vindt deze woorden toepasselijk en veelzeggend voor zijn eigen verhaal.
Auteurs gebruiken symbolen om een diepere betekenis in hun plot of karakters te creëren, wat vaak verwijst naar het grotere thema of bericht. Symboliek voegt diepte en inzicht toe aan soms vereenvoudigde gebeurtenissen of personages.
In de theoretische literatuur overheerst het structurele motiefbegrip dat als volgt is te omschrijven: een motief is de kleinste structurele eenheid in een tekst waaraan een betekenis kan worden toegekend en die door combinatie met andere soortgelijke eenheden het thema van de tekst kan vormen.
De behoefte om iemands identiteit of ego te beschermen is een ander belangrijk motief volgens McGuire. Wanneer iemands identiteit kan worden aangetast is de persoon gemotiveerd om zijn of haar zelfbeeld te beschermen en defensief gedrag en attitudes te gebruiken.
Grondmotief Vaak kun je een soort 'boodschap' uit een verhaal halen. Deze boodschap noem je het 'grondmotief'. Dat staat niet letterlijk in het boek, maar dat mag je zelf, in je eigen woorden, formuleren. Je zegt dan in één zin welke 'hoofdgedachte' jij uit het boek kunt halen.