Typisch Oost-Brabantse woorden zijn zodoende geleuve (geloven), bruur (broer) en zuke (zoeken), naast verkleinwoorden als menneke (mannetje), bömke (boompje), bluumke (bloemetje) en jeske (jasje) en vervoegingen als velt (valt).
Als ge alles goed vindt, kunde nog wel mee d'n duvel accorderen. Als ge mee gekken omgaat, hedde niks aan oew eigen verstand. Als ge met de armoe geen raad weet, is 't niet werd dè ge't het. Als ge perziken wilt hebben en houwen, dan moet je twee bomen hebben, een jonge en een ouwe.
Een Brabander wordt meteen herkend door de zachte g en de afscheidsgroet houdoe. Deze kenmerken in de taal die wijzen op iemands herkomst heten sjibbolets. Ook binnen onze provincie, dus op kleinere schaal, kennen we sjibbolets. Denk jij dat je een sjibbolet uit je eigen regio kan uitspreken als geen ander?
Wat is nou 'typisch Brabant'? Natuurlijk, het befaamde Brabantse worstenbroodje. En de Bossche bol, die kent ook iedereen. Eveneens vermaard zijn de Tilburgse Schrobbelèr, het Chaamse hoen, de Oosterhoutse kaneelstok en de Peijnenburg ontbijtkoek uit Geldrop.
Peperkoek - Terwijl de rest van Nederland ontbijtkoek zegt, zeg jij peperkoek. Traktement - Geld. Gèrum - Zielig.
Houdoe. Houdoe (met klemtoon op de eerste lettergreep) is een Brabants woord dat in grote delen van Noord-Brabant, het zuiden van Gelderland, delen van Noord-Limburg en in delen van noord Antwerpen gebruikt wordt als afscheidsgroet.
Prulleke is in die betekenis zelfs een goedaardige aanduiding, net als poppeke. De Middelnederlandse betekenis van prul is 'penis'. Zo laat ons dialect weer een stukje grensoverschrijdende (taal-)geschiedenis zien!
De Nederlandse witte geit is een Nederlands geitenras, dat ontstaan is door kruising van de landgeit en de saanengeit. Omstreeks 1900 werd besloten de sterke landgeit te kruisen met de melkproductieve saanengeit. Hiervoor werden in 1905 80 saanenbokken en -geiten uit Zwitserland ingevoerd.
In Noord-Limburg wordt meestal Haije (wah) gebruikt en rondom Nijmegen gebruikt men meestal Houje, als mengvorm tussen Brabants en Limburgs. Hallo - Dag (Daag), Hoi, Hé - Minder formeel.
Brabanders zetten overal het woordje 'ons' voor: ons mam, ons pap en ons opa en oma. Gewoon omdat we het gevoel hebben we dat we allemaal één grote familie zijn.
Een mooi meisje. Noem je dat bij jou in de buurt een skôn durske? Dan kom je waarschijnlijk uit het oosten van de provincie. Daar is de dialectvorm durske, of dûrske, namelijk een stukje gebruikelijker dan in het midden en westen van Brabant.
Er bestaan in Zeeland nog heel wat andere woorden voor 'duizelig'. Een van de bekendere woorden is deuzig. Daarnaast hoort men ook deu (op Tholen) en deuzelig. Het laatste is misschien ontstaan onder invloed van het standaardtalige duizelig.
Auw wieë/auw mök
Eigenlijk is het een algemene uitroep, die voor meerdere doeleinden werkt: als je verbaasd bent bijvoorbeeld, of wilt klagen. Twee voorbeelden: 'Auw mök (o God), waar ben ik aan begonnen? ' of 'Auw wieë, wat un gezever' (Pff, wat een gezeur).
Pluchen geeft aan van welke 'stof', welk materiaal, het knuffelbeest gemaakt is, namelijk van pluche. Van de 'stofnaam' pluche is dus met het achtervoegsel -(e)n het bijvoeglijk naamwoord pluchen afgeleid. Vergelijk ook een stoel van leer - een leren stoel en een tafel van hout - een houten tafel.
rub·bish ˈrəb-ish. : nutteloos afval of spullen die zijn weggegooid : vuilnis. rubbishy. -ē bijvoeglijk naamwoord.
De betekenis is 'op de bedoelde plaats, op die plaats, op een bepaalde plaats'. Ter plekke heeft soms, meer dan ter plaatse, de betekenis 'op die plaats en op dat moment' en 'op dat moment, meteen'.
Houden, of: zich wel houden, was de gezegswijze voor 'gezond blijven'. En, zo verkleerde de samensteller van het werkje, J.H. Hoehfft: „Een bij het volk zeer gewone wensch is: houd U wel". En van daar 'Houdoe': hoe je doe.
Zo blijkt 'Bierke' in Friesland veruit favoriet. Onder het motto 'Heerlijk Helder Hoe je ons ook noemt.Proost op 150 jaar gezelligheid' laat Heineken zien dat het niet uitmaakt hoe je ze ook noemt, áls je het maar gezellig hebt met elkaar!
Mooi Bosch
Mijn favoriete woord is bambesjoeren. Dat betekent pierewaaien, rondstruinen. Bambesjoeren is fijn. Je hoeft niet altijd een doel te hebben, je kan ook gewoon zien wat er gebeurd.
Of je nu in een dorp woont of de grote stad, als Brabander herken je vast die typisch Brabantse levensstijl die ons allemaal verbindt. Als Brabander houd je van het goede leven. We staan bekend om onze Bourgondische inslag – lekker eten en drinken, omringd door vrienden en familie.
Het gebruik van de aanduiding kei – in Brabant heel gebruikelijk, denk aan keigoed en keigaaf – is terug te voeren naar het industriële verleden van Helmond. Inwoners probeerden ooit de grote klepel (klippel) van de torenklok overdwars (dwèrs) door de kerkdeur naar binnen te krijgen.