Een gelijkwaardig kruispunt is een kruising zonder verkeerslichten, -borden of -tekens. Hier gelden altijd de algemene verkeersregels. Komt er een bestuurder van rechts, dan moet je die voorrang verlenen.
Wat als de defecte verkeerslichten helemaal niet werken? Bij defecte verkeerslichten die helemaal niet werken, valt u gewoon terug op de normale verkeersregels. Dat wil zeggen voorrang van rechts verlenen, goed letten op borden en wegmarkeringen, en de situatie zo goed mogelijk proberen in te schatten.
Een kruispunt is een locatie waar wegen kruisen of splitsen en waar verkeer van weg mag verwisselen. Er zijn twee groepen kruispunten: gelijkwaardige en ongelijkwaardige. Bij gelijkwaardige kruispunten hebben bestuurders van rechts voorrang.
Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt. Dit betekend ook dat je rekening dient te houden met bestuurders die het kruispunt naderen. Je moet ze immers in staat stellen om ongehinderd hun weg te vervolgen.
Dan kun je dit melden bij de gemeente waar het stoplicht staat. Geef via de website van de gemeente aan dat er een storing is bij een verkeerslicht. Vaak staat er boven de rode lamp of onder de groene lamp van het stoplicht een nummer dat je kunt doorgeven, zodat de gemeente weet om welk stoplicht het gaat.
Je verwittigt best ook de 101, omdat defecte verkeerslichten voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen.
Knipperende rode signalen vereisen dat bestuurders volledig stoppen bij het kruispunt , vergelijkbaar met hoe een stopbord zou worden waargenomen. Vergelijkbaar met de gebruikelijke procedure bij een stopbord, kunnen bestuurders na het volledig stoppen doorrijden zodra de weg vrij is, waarbij ze voorrang verlenen aan andere voertuigen zoals vereist door de verkeersregels.
Voorrangsregels op een kruising
De basisvoorrangsregel voor alle kruispunten is: verkeer van rechts heeft voorrang. Op een T-splitsing, viertakskruising, verkeersplein, rotonde: overal. Ténzij voorrangsborden en -tekens een andere situatie schetsen.
Deze markering benadrukt het hoogteverschil. Je rijdt een drempel op. Een kruising met deze markering aan alle zijden is een gelijkwaardige kruising. Hier hebben bestuurders van rechts voorrang.
Wat is een uitrit? Een uitrit is een uitrit als de wegsituatie eruit ziet als een uitrit (constructiecriterium) of als duidelijk is dat het niet gaat om een doorgaande weg maar om de toegang tot een bepaalde bestemming (bestemmingscriterium).
Ook op een kruispunt. Op een beslissingsmoment of een kritiek moment , zoals in Vanwege de voorgenomen fusie staat het bedrijf op een kruispunt. Deze zin, gebaseerd op het belang dat sinds de oudheid aan het kruispunt van twee wegen wordt gehecht, wordt ook al ongeveer net zo lang figuurlijk gebruikt.
De kruispuntenroute is een routetechniek waarbij ieder kruispunt is getekend en er middels een pijl wordt aangegeven welke afslag genomen moet worden, de gebruiker staat altijd van onder het getekende kruispunt aan en dient de pijl te volgen.
Bel 14 010 bij gevaar. Ook bij geen direct gevaar mag u bellen.
Zwarte bakjes aan de verkeerslichten met rode ledjes zijn geen camera's. Het is meestal een radar detectie om te detecteren of er voertuigen aankomen of niet. Zo kunnen de verkeerslichten beter gestuurd worden afhankelijk van het verkeer. De radar werkt via het doppler effect.
Redenen voor een storing
Zware regenval, harde wind, blikseminslagen en ijzel kunnen ervoor zorgen dat verkeerslichten niet werken.
Bij een gelijkwaardig kruispunt hebben bestuurders van rechts dus voorrang. Kom je uit een uitritconstructie (bijvoorbeeld hoogteverschil door een oprit)? Dan moet je alle weggebruikers voor laten gaan.
Het is zeker niet zo dat een zone 30 automatisch een voorrang voor voetgangers inhoudt. Voetgangers hebben enkel voorrang om de rijbaan over te steken op zebrapaden. Er zijn uiteraard uitzonderingen, zoals bij een woonerf, waarbij de voetgangers de volledige baanbreedte mogen innemen.
Elk van de drie auto's heeft dus voorrang op een andere auto, maar moet tegelijk ook voorrang verlenen.
Op een gelijkwaardig kruispunt hebben de bestuurders die van rechts komen voorrang. Daarom moet je een gelijkwaardig kruispunt voorzichtig naderen.
Je mag op het kruispunt iedereen inhalen. Fietsers mogen rechtdoor rijden bij oranjegeel of rood ver- keerslicht maar dienen voorrang te verlenen aan de andere be- stuurders op de rijbaan.
In de zij, gas bij” – om te onthouden wanneer je een voetganger voorrang moet geven.
Als de verkeerslichten op een zodanige manier defect zijn dat ze gewoon helemaal niet werken, schieten de normale verkeersregels terug in gang. Dat wil zeggen dat je je gedraagt alsof er helemaal geen lichten zouden staan. Je reageert gewoon op het verkeer zoals je dat anders zou doen.
Een knipperend geel verkeerslicht is een waarschuwing om VOORZICHTIG TE RIJDEN. Rijd langzamer en wees alert. U hoeft niet te stoppen .
Bij een verlichte pijl geldt het licht uitsluitend voor de richting die de pijl aangeeft. Heeft het verkeerslicht een plaatje van een fiets, dan geldt dit niet alleen voor fietsers maar ook voor bestuurders van een gehandicaptenvoertuig en bromfietsers die op het fiets/bromfietspad rijden.