De hartcyclus bestaat uit twee perioden: De eerste is een samentrekking (systole) en de tweede is een verslapping (diastole). Tijdens de systole wordt bloed uit de hartkamers geperst en tijdens de diastole vullen de hartkamers zich weer met bloed.
Luidheid en splijting van de harttonen Afwijkingen aan de kleppen kunnen een verandering van de luidheid van de eerste (S1) of de tweede harttoon (S2) geven, maar de klinische betekenis hiervan is beperkt.
Harttonen zijn de geluiden die het hart maakt. Ze kunnen makkelijk beluisterd worden met een stethoscoop of worden opgenomen met een phonocardiogram. De fysiologische harttonen worden onderverdeeld in twee categorieën: 2 hoofdtonen (S1 en S2) en 2 additionele geluiden (S3 en S4).
De tweede harttoon is te horen bij het sluiten van de kleppen boven in het hart, de pulmonaalklep en de aortaklep. Het ene stel kleppen opent als het andere stel sluit, en vice versa. De harttonen zijn dus na elkaar te horen.
Wat zijn harttonen? Harttonen zijn de geluiden die worden veroorzaakt door het kloppen van het hart. Er zijn 4 verschillende tonen. In een normaal hart zijn alleen de eerste 2 tonen hard genoeg om te kunnen horen met een stethoscoop.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
De klachten die voorkomen bij een hartritmestoornis zijn: hartkloppingen en -overslagen. een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen. kortademigheid.
Zeker niet bij kinderen als het de derde harttoon (S3) betreft. Hartafwijkingen manifesteren zich vaak door de additionele tonen die als bijgeluiden klinken, zoals een klik of een ruis. Iets wat buiten het normale geluidspatroon valt. De derde toon (S3), als die al optreedt, klinkt kort na de tweede harttoon (S2).
De aortaklep en de pulmonalisklep, dat zijn de kleppen tussen de ventrikels of kamers en de aorta en de longslagader, staan wijd open. De systole begint als de atrioventriculaire kleppen sluiten, wat te horen is als de eerste harttoon.
De maat voor de knijpkracht is de ejectiefractie. De ejectiefractie geeft aan hoeveel bloed je linkerhartkamer per hartslag wegpompt. Bij een gezond hart is dit ongeveer 60%, want er blijft altijd bloed achter in de hartkamers.
Sommige mensen voelen hun hart onregelmatig of snel kloppen. Dit kan onrust geven en soms angst. U wordt misschien sneller moe of kortademig, bijvoorbeeld bij lichamelijke inspanning. U kunt duizelig worden of u krijgt een licht gevoel in het hoofd.
Een acute mitralisinsufficiëntie ontstaat als gevolg van een complicatie bij een hartinfarct of door een ontsteking van de hartklep, een endocarditis.
We kunnen de hartkleppen onderverdelen in twee types: De mitralisklep en de tricuspidalisklep: Deze twee kleppen bevinden zich tussen boezem en kamer en worden atrioventriculaire kleppen genoemd (AV-kleppen). De mitralisklep bevindt zich links, de tricuspidalisklep rechts.
Auscultatie wordt voornamelijk gebruikt om hart- en ademgeluiden te versterken om eventuele afwijkingen vast te stellen. Ook is het mogelijk darmgeluiden, vaatgeluiden en geluiden van een ongeboren kind te beluisteren.
Systolisch hartfalen
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Via auscultatie luistert de arts tijdens een lichamelijk onderzoek naar geluiden in het lichaam. Dit heeft vooral betrekking op de ademhaling, de hartslag, de peristaltiek (= darmbewegingen) en de slagaders.
Een gezond, volwassen menselijk hart pompt in rust ongeveer 5 liter per minuut; de maximumcapaciteit varieert van 25 liter per minuut voor ongetrainden tot 45 liter per minuut voor topsporters.
Diastole is de naam van de fase waarin de hartkamers (ventrikels) zich ontspannen en vollopen met bloed. In deze fase stroomt het zuurstofarme bloed uit de rechterboezem (atrium) naar de rechterhartkamer (ventrikel) via de tricuspidalisklep, de verbinding tussen deze twee ruimten.
Op je bloeddrukmeter staat vaak: Sys: bovendruk (systole) Dia: onderdruk (diastole)
Een geruis of souffle aan het hart (souffle au coeur) is een geluid, dat een arts door onderzoek met zijn stethoscoop aan het hart kan waarnemen. Een 'geruis' berust dikwijls op turbulente stroming van het bloed en is dan afwijkend.
Houd de kop van de stethoscoop een poosje in je handen voordat je gaat ausculteren, zodat deze een beetje op temperatuur kan komen. beetje open, waarbij hij zuchtend adem haalt. Daarbij mag hij zijn eigen tempo aanhouden. Ademgeruis ontstaat in de grotere luchtwegen door turbulenties in de luchtstroom.
Aortaklepinsufficiëntie is het medische woord voor een lekkende aortaklep. De klep sluit niet goed. Daardoor stroomt een deel van het bloed terug in de linkerhartkamer. De aortaklep ligt tussen de linkerhartkamer en de aorta.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst. Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart 'overslaat'.