Benieuwd naar de belangrijke examenstof voor het examen Wiskunde op het vmbo? Het gaat bijvoorbeeld om algebraïsche verbanden, net als om het rekenen, meten en schatten. Daarnaast komen de meetkunde en statistiek aan bod, net als een aantal geïntegreerde wiskundige activiteiten.
Het examen Wiskunde A VWO
Op het examen moet je de eigenschappen van standaardfuncties kennen, grafieken kunnen tekenen en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook wordt er verwacht dat je telproblemen kunt oplossen en kunt rekenen met rijen. Ten slotte moet je de afgeleide van een functie kunnen bepalen.
Het examen wiskunde A voor havo en vwo is vooral gericht op toegepaste analyse, kansberekening en statistiek. Op beide eindexamens moet je de eigenschappen van standaardfuncties beheersen, grafieken kunnen uitleggen en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook moet je met lineaire en exponentiële verbanden kunnen rekenen.
Allereerst maar even een ranking van de examens die tot nu toe het meest beklaagd zijn. Op nummer 1 staat het vwo-examen Nederlands, met zo'n 25.000 klachten. Op nummer 2 volgt het havo-examen wiskunde A (15.000 klachten).
Als een examen relatief makkelijk is, wordt de N-term laag (minimaal 0,0). Je moet dan meer scorepunten halen voor een voldoende, dan wanneer een examen relatief moeilijk is. Is een examen relatief moeilijk, dan wordt de N-term hoger (maximaal 2,0, in principe).
Wiskunde A op havo-niveau richt zich vooral op statistiek en toegepaste analyse. Kansberekening komt daar bij wiskunde A op vwo-niveau nog bij. In een groot aantal gevallen mag je gebruik maken van je grafische rekenmachine. Bij wiskunde B op havo-niveau en op vwo-niveau komen meer theoretische vraagstukken aan bod.
Dit jaar wordt de score afgezet tegen de scores van andere leerlingen in 2022. Alle in 2022 behaalde scores van leerlingen voor een vak vormen de scoreverdeling. Het gemiddelde cijfer uit 2015-2019 voor dat vak bepaalt, in combinatie met de scoreverdeling, de grens tussen een voldoende en een onvoldoende.
Het vak wiskunde A leert je om wiskunde te koppelen aan de wereld om je heen. Het richt zich dan ook voornamelijk op statistiek en toegepaste analyse. Bij wiskunde A op vwo komt daar ook kansberekening bij. Algebra en berekeningen horen er ook bij, maar een stuk eenvoudiger dan wiskunde B en meer in verhaalvorm.
Wanneer is de N-term bekend? In 2022 wordt de normering van het eerste tijdvak van de examens bekendgemaakt op donderdag 9 juni om 8.00 uur. Voor het tweede tijdvak wordt de normering bekendgemaakt op vrijdag 1 juli om 8.00 uur (hierna weet je of je geslaagd bent of niet!).
Wiskunde bestaat lang niet alleen uit getallen. Ook grafieken, tabellen, modellen en figuren horen bij wiskunde. Aangezien wiskunde zo'n groot geheel is, wordt het onderverdeeld in verschillende delen. Voorbeelden hiervan zijn rekenen, statistiek, meetkunde en algebra.
De N-term wordt berekend door alle cijfers die behaald zijn bij het desbetreffende examen te delen door het aantal leerlingen dat heeft deel genomen aan het examen. Als dit cijfer lager is dan verwacht dan wordt de N-term omhoog aangepast. Het tegenovergestelde geldt als het cijfer hoger is dan verwacht.
In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren. Je voorbereiding tijdens het semester is hierbij cruciaal. Je hebt immers meer slaagkans door diepgaand te leren en veel en met vaste tussenposes te herhalen dan door op korte termijn te willen blokken.
Iedereen kan wiskunde. Het is alleen voor sommige leerlingen veel werk. Wiskunde is doen, doen en doen en dat kost sommige leerlingen erg veel tijd.
Schrijf je antwoorden volledig op, met berekeningen, tussenstappen en eenheden. Bij wiskunde gaat het niet zo zeer om het antwoord, maar om de 'weg ernaar toe'. Leg dus altijd uit hoe je tot je antwoord bent gekomen. Dit kan aan de hand van een tekening, berekening of een korte toelichting.
Het vak wiskunde B is voor veel middelbare scholieren erg lastig. Om het toch goed te kunnen beheersen vóór het eindexamen, is het belangrijk om veel te oefenen met de lesstof. Naast het maken van je huiswerk van school kun je dit ook doen door te oefenen met oude wiskunde B examens.
Wiskunde is eigenlijk veel meer een vaardigheid dan een leervak. Je moet het vooral veel doen! Je kunt het wel een beetje vergelijken met het spelen van een instrument. Je moet er eerst wel wat voor leren (snappen hoe het instrument en de muziek in elkaar zit), maar je moet er vooral heel veel voor oefenen.