Er zijn oneindig veel soorten sperziebonen, het belangrijkste verschil is klimmende bonen (stokbonen) en niet klimmende bonen (stambonen).
Stokbonen zijn de klimmende soorten die je aan bamboestokken, wilgentenen of wat dan ook maar kunt laten klimmen. Zorg ervoor dat je stellage wel goed de planten kan dragen, dat je makkelijk kunt plukken en het goed bestand is tegen de wind. Je kan per m2 ongeveer 8 tot 10 planten telen.
De stamslaboon is een lange, soort van dubbele slaboon met ronde peulen in trossen. Ze worden ook wel 'de lange sperzieboon' genoemd. Het is een mooie slanke en lekkere boon die ook lekker blijft na een paar maanden in de diepvries.
De stokboon Neckarkönigin is een heerlijke sperzieboon met 20 cm lange, vlezige peulen die lang mals en knapperig blijven. Omdat ze zo vlezig zijn worden ze ook wel spekbonen genoemd. Bij mooi en warm weer kan je al na een week of 9 de eerste bonen plukken.
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
Stokbonen zijn klimmende bonen, die met behulp van een stok of touw omhoog kunnen groeien. Stambonen zijn niet-klimmende bonen. De planten worden tussen de 40 en 60 centimeter groot en hebben dan ook geen ondersteuning nodig. Benieuwd of er nog meer verschillen tussen stokbonen en stambonen zijn?
Er zijn oneindig veel soorten sperziebonen, het belangrijkste verschil is klimmende bonen (stokbonen) en niet klimmende bonen (stambonen).
Kook de schoongemaakte bonen in ruim water zonder zout. De bonen moeten nog licht beetgaar zijn na het koken. Test de garing door er met een vork in te prikken. De meest gebruikelijke kooktijd is 25-30 minuten, maar er zijn ook spekbonen die je een uur moet koken.
In de teelt worden spekbonen ook wel stokslabonen genoemd omdat ze groeien langs een bonenstakenconstructie gemaakt van stokken.
Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok. De stokken staan zo'n 70 cm tegenover elkaar. Rondom iedere stok plaats je 5 tot 6 zaden op 5 cm afstand rondom iedere stok.
Stambonen of stamslabonen zijn laagblijvende bonen en hebben geen ondersteuning nodig. Slabonen zet je op een plekje in de volle zon. Ze groeien op vrijwel alle soorten grond.
Voor het zaaien worden de stamslabonen ongeveer 4 cm diep in de grond gedrukt. Na het zaaien maar 1x water geven, aangezien bonen erg gevoelig zijn voor rotten. Voorgezaaide stamslabonen moeten bij het uitplanten 4 blaadjes hebben. Geef bij het uitplanten 1x water en daarna alleen als de grond erg droog is.
Je kunt ze binnen zaaien vanaf eind april tot half mei, je oogst dan vanaf half juli tot half augustus. In de volle grond zaaien vanaf begin mei tot eind juli. op 50 x 8 cm voor een oogst vanaf half juli tot half aug.
Stokslabonen zijn gek op warmte en zon. In de halfschaduw zullen de planten ook zeker groeien, maar wel een stuk trager. Nachtvorst en teveel wind kunnen zeer schadelijk zijn. Kies daarom het liefst een plek in de volle zon en in de beschutting uit.
De opbrengst is bij bonen dikwijls een meevaller en schommelt tussen de 12 kg (stam) en 20 kg (stok) per 10 m2. Afhankelijk van de varieteit zijn een, twee of meerdere plukbeurten nodig. Wacht niet te lang met oogsten, de kwaliteit gaat snel achteruit.
Staakbonen worden meer dan manshoog, ze hebben een stengel en ranken om langs een steun omhoog te klimmen. Ze groeien snel en geven eerst een waterval van bloemen, daarna volgen de peulen. Die je moet laten hangen tot na de zomer.
Stamslabonen Miracle is een verbeterd bonenras, worden ook wel Chinese boontjes genoemd, met ronde, rechte bonen van ca. 10 – 12 cm, die prima smaken. De zeer uniforme donkere peulen zijn extra fijn. Het gewas is bestand tegen minder goede weersomstandigheden.
(Phaseolus vulgaris)
Deze Romanobonen, of lage (stam)snijbonen zoals wij ze noemen, zijn goudgeel van kleur en heerlijk zacht van smaak! De peulen zijn 10-14 cm lang en de stevige planten houden ze goed vrij van de grond. We leveren een wit- of zwartzadig ras dat bij normale zomers goed gedijt in ons klimaat.
Sla telen onder bonenstokken
Zaai er wat sla of andijvie zaden, en als dan de bonen te veel licht weg nemen, zijn ze klaar om te oogsten!
Groenten die een normale dosis kalk nodig hebben (1 kg/10 m²): Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ...
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
Dit zijn tuinbonen, peultjes, doperwtjes en capucijners. Deze peulvruchten kun je al eind mei en begin juni oogsten. Sperziebonen, droogbonen en sojabonen kunnen niet tegen koude en vorst. Ze houden van warmte en daarom zaai je pas na half mei, als de IJsheiligen voorbij zijn.
Er zijn oneindig veel soorten sperziebonen, het belangrijkste verschil is klimmende bonen (stokbonen) en niet klimmende bonen (stambonen). Daarnaast heb je nog het verschil tussen sperziebonen en droogbonen.
De snijboon is het platte, lange broertje van de sperzieboon. De boon werd vroeger in kleine stukjes gesneden zodat het makkelijker te eten was, de boon zat namelijk vol taaie draden. Nu zijn de meeste snijboonrassen bijna draadloos.