Didactiek is onderdeel van de pedagogiek en behandelt de regels en de kunst van het onderwijzen. Het geeft handvatten voor het motiveren van leerlingen en het goed opbouwen van lessen. Om dit goed te kunnen doen zijn natuurlijk bepaalde vaardigheden nodig.
Didactiek gaat over het professioneel handelen van de leraar. Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van vaardigheden en inzicht. Daarbij staat de vraag centraal hoe de leraar ervoor zorgt dat de leerling leert.
Tegenwoordig wordt pedagogiek veel meer gezien als een wetenschapsdiscipline die bestudeert hoe volwassenen kinderen opvoeden en wordt ook wel opvoedkunde genoemd. Hierbij wordt gekeken naar onder meer de verschillende ontwikkelingsfasen die kinderen doormaken, maar ook naar de relatie tussen kinderen en omgeving.
Didactiek is de wetenschapsdiscipline die zich bezighoudt met de vraag hoe kennis, vaardigheden en houdingen of attitudes door een leerkracht kunnen worden onderwezen aan leerlingen/studenten.
Voorbeelden van didactische vaardigheden
je gaat makkelijk om met vragen en reacties; goed kunnen omgaan met weerstand; je kunt uitdagingen bieden; aansluiten bij verschillende leerstijlen is geen probleem.
Het gaat om het bieden van emotionele ondersteuning; om het respecteren van de autonomie van kinderen; om het stellen van grenzen; om praten en uitleg geven; om het stimuleren van de ontwikkeling en het begeleiden van interacties tussen kinderen.
Didactisch handelen
Didactisch gedrag is erg belangrijk, want je komt op school immers ook om cognitief heel veel te leren. Didactisch gedrag baseert zich op de werking van het brein en hoe je met deze kennis als uitgangspunt, kinderen het beste iets aan kunt leren.
Dat betekend dat de leraar de sturende persoon is. De leerstof wordt stapje voor stapje aangeboden zodat iedere leerling het op zijn/haar tempo kan verwerken. De leerstof wordt aangeboden op verschillende manieren. Leerlingen kunnen zelf bepalen of ze een les mee willen volgen of dat ze zelf aan het werk gaan.
Pedagogiek of opvoedkunde is de wetenschappelijke studie van de manier waarop volwassenen (ouders, opvoeders, onderwijzers) jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel voor zich. Een beoefenaar van deze studie heet een pedagoog. De studie van het onderwijs wordt onderwijskunde genoemd.
Naast de hulp aan leerlingen bieden (ortho)pedagogen begeleiding en ondersteuning aan leerkrachten en ouders/verzorgers. Ook faciliteren zij bij het creëren van een passend leertraject. Pedagogen bekleden daarmee een belangrijke, signalerende functie/rol in het leven van kinderen.
Je leert alles over de leefwereld van kinderen, jongeren en gezinnen. Je leert ouders ondersteunen en samen zoeken naar opvoedingskansen. En ook hoe je een team coacht en inspireert.
Voorbeelden van didactische vaardigheden: Inspireren en enthousiasmeren. Omgaan met vragen en reacties. Omgaan met weerstand.
Concrete acties van een instructieverantwoordelijke om leeractiviteiten bij lerenden uit te lokken (bijv. vragen stellen, doceren, een demonstratie geven, een discussie opzetten, een groepsopdracht geven, rollen toewijzen, een probleem voorleggen, etc.).
Activerende didactiek is gericht op de ordening van het aanbod en op de werkvormen die de leraar gebruikt. Daarmee stimuleert hij de hersenen van zijn leerlingen, zodat leerlingen actief worden. Door een activerende didactiek stimuleert de leraar de (denk)activiteit van zijn leerlingen.
Met een goed pedagogisch klimaat bereik je dat leerlingen zich veilig voelen, gezien en gehoord worden. Ze worden geaccepteerd zoals ze zijn. Een fijne, voorspelbare en positieve sfeer zorgt ervoor dat leerlingen (en ouders) graag naar school komen. Dit geeft een goede, ontspannen startsituatie om te leren.
Middelen om effectief en efficiënt les te geven: schoolboeken en werkbladen, software, allerlei teksten, audiovisuele hulpmiddelen (cd-speler, multimedia-pc, beamer, film, radio ...l, technische hulpmiddelen (bv. labo, grondstoffen, gereedschap, knutselmateriaal ...) enz.
DL (Didactische Leeftijd) geeft het aantal maanden aan dat een leerling onderwijs heeft gevolgd vanaf groep 3. Eind groep drie heeft een leerling tien maanden onderwijs gevolgd en is de DL 10. DLE (Didactische Leeftijd Equivalent) geeft het werkelijke niveau van een kind aan.
Het didactisch handelen van de leraren bestaat uit het voorbereiden, geven en evalueren van lessen. Het leren van de leerlingen bestaat uit het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van leertaken. De wetenschappelijke bezinning gaat uit van de bestaande vakdidactische kennisbasis Nederlands.
Wat doet de pedagogisch medewerker precies? De belangrijkste taak van de pedagogisch medewerker is ervoor zorgen dat uw kind zich veilig voelt in de groep. Daarbij worden alle ontwikkelingsaspecten van het kind in de gaten gehouden, zowel op motorisch als op sociaal-emotioneel vlak.
Kennisplatform taaldidactiek - Dictee. Werkvorm waarbij een woord (of een zin) wordt aangeboden, waarna de leerling het correct opschrijft. Het dictee is een veel voorkomende oefenvorm in het spellingonderwijs. Een dictee kan op verschillende manier worden aangeboden.
Deze sleutelvragen zetten je ertoe aan om, voorafgaand aan het lesgeven, de belangrijkste aspecten ervan te overwegen en in een verantwoorde relatie tot elkaar te brengen. Welke leerdoelen heb ik op het oog? Welk begingedrag bezitten de deelnemers gelet op de leerdoelen? Hoe differentieer ik?
Het model van 'Didactische analyse'
(1) Doelstelingen: wat wil ik bereiken? (2) Beginsituatie: waarmee moet ik beginnen, rekening houdend met de voorkennis en de kenmerken van de leerlingen? (3) Onderwijsleersituatie: hoe kan ik het onderwijs geven? Welke leerstof kiezen?