De Gordon anamnese gaat uit van 11 gezondheids-categorieën (patronen) waarmee de zorgvragen opzich maar ook de invloed van de zorgvragen op elkaar in kaart worden gebracht. Een Gordon anamnese besteed ook aandacht aan hoe de patiënt zijn zorgvragen zelf beleeft.
Denk hierbij aan individuele eet- en drinkpatronen, de dagelijkse eettijden, soorten en hoeveelheden geconsumeerd vocht en voedsel, voorkeuren voor bepaalde voedingsmiddelen en het gebruik van voedings- en vitaminesupplementen. Ook borstvoeding en het voedingspatroon van zuigelingen behoren tot dit patroon.
De gezondheidspatronen zijn volgens Gordon functioneel omdat ze de gedragingen weergeven van mensen in hun behoefte in het welbevinden. Deze gedragingen zijn er op gericht om individuele en sociale behoeften te vervullen en om het individu zo gezond mogelijk te houden.
Er zijn verschillende anamneses: 1) Initiële anamnese wordt afgenomen tijdens het eerste contact met de cliënt 2) Vervolganamnese wordt afgenomen nadat er een initiële anamnese is gedaan. 3) Speciële anamnese wordt afgenomen wanneer er specifiek op één aspect informatie nodig is.
Het zelfbelevingspatroon betreft de wijze waarop iemand zichzelf ziet. Het gaat om de ideeën over de eigen persoon, de beleving van de eigen vaardigheden, zowel verstandelijk, gevoelsmatig als lichamelijk. Verder omvat het zelfbeeld het gevoel voor eigenwaarde en het algemeen patroon van emoties.
Verpleegkundigen leren in hun opleiding bijna allemaal over de gezondheidspatronen van Gordon. Gordon is geen classificatie. Toch geven we hier in dit overzicht wel kort informatie over haar patronen.
De PES methode is een hulpinstrument of meetinstrument om een verpleegkundige diagnose te stellen. Het wordt door verpleegkundigen gebruikt bij het opstellen en maken van een verpleegplan.
Met Nanda NIC NOC (NNN) maak je de zorg inzichtelijk, meetbaar én de registratie eenduidig. Als iedereen op dezelfde manier rapporteert kunnen jij en je collega's beter onderbouwde verbanden leggen tussen symptomen, oorzakelijke factoren en het effect van ingezette interventies.
Een verpleegplan ziet er als volgt uit: Anamnese (gegevens verzamelen). Diagnose stellen. Beoogde resultaten formuleren (verwachte resultaten plannen).
Bij het clusteren gaat het om het ordenen van die gegevens waarvan je vindt dat ze bij elkaar horen omdat ze met elkaar samenhangen. Om de kwaliteit van het te nemen besluit(verpleegkundige diagnose) te kunnen onderbouwen is het belangrijk de kwaliteit van de gegevens te beoordelen.
Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen informatie in drie gebieden indelen: Probleem; Etiologie; Symptomen.
Een anamnese is een intakegesprek met uw arts. We nemen tijdens dit gesprek uw ziektegeschiedenis met u door. We bespreken het verloop van uw aandoening en of dit meer voorkomt in uw familie. Ook stellen we vragen over uw werk, levensomstandigheden en andere zaken die uw klachten kunnen beïnvloeden.
Er bestaan verschillende soorten verpleegkundige diagnoses: Actuele diagnose, waarbij het verpleegprobleem aanwezig is. Hoog risico diagnose, bijvoorbeeld het risico op infectie of shock. Wellness diagnose: gericht op gezondheidsbevordering in de vorm van zelfzorg en mantelzorg.
Deze modellen beschrijven de basis van waaruit men theo- rieën kan ontwikkelen of afleiden. Dit soort abstracte theorieën noemen we ook wel een verpleegkundig model of conceptueel model. Het model geeft aan wat de basisdefinities van verpleegkunde zijn en welke rol en taak je als verpleegkundige hebt.
Volgens Roy is het doel van verplegen: 'het bevorderen van adaptatie van de patiënt door middel van systematisch verpleegkundig handelen. Roy verwoordt in haar adaptatiemodel de verpleegkundige aktiviteiten binnen het verpleegkundig proces.
Het zorgmodel volgens Böhm is een verfijnde zorg-inhoudelijke methodiek, waarbij veel afhangt van het consequent, waardevrij en zorgvuldig handelen van betrokken medewerkers, partners en (mantel-)zorgers. Verkeerde of onvolledige gegevens leiden tot onjuiste interpretaties en dat leidt weer tot verkeerde analyses.
NANDA, NOC, NIC is een classificatiesysteem, verwerkt in een database die is ingebouwd in het epd. Het systeem maakt onderdeel uit van het verpleegkundig proces. Verpleegkundigen benoemen op systematische wijze een verpleegkundig probleem (NANDA) en stellen doelen (NOC) en interventies (NIC) vast.
De NANDA –I classificatie omvat de verpleegkundige diagnoses, de NIC de verpleegkundige interventies en de NOC de verpleegkundige zorgresultaten, gezamenlijk NNN genoemd. Classificeren is het ordenen van begrippen en het in rubrieken onderbrengen van zaken op grond van indelingscriteria en bepaalde kenmerken .
Nursing Outcomes Classification is een classificatie van zorgresultaten. Zorgverleners kunnen hiermee de toestand van de cliënt evalueren en de voortgang volgen van patiënten/cliënten, mantelzorgers, gezinnen of gemeenschappen. De NOC classificatie is geordend in 7 domeinen en 32 klassen.
Wat is de NOC? NOC (Nursing Outcome Classification) classificeert de zorgresultaten. Verpleegkundige zorgresultaten beschrijven de toestand, gedragingen, opvattingen of belevingen van een patiënt die het gevolg zijn van verpleegkundige interventies.
De PES methode is een hulpinstrument of meetinstrument om een verpleegkundige diagnose te stellen. Het wordt door verpleegkundigen gebruikt bij het opstellen van een verpleegplan. Doordat je middels de PES structuur tot het juiste probleem bent gekomen, kun je makkelijker SMART doelen formuleren om tot actie te komen.