In de psychoanalyse gebruikt Sigmund Freud het begrip eros in de betekenis van levensdrift. Eros is hiermee tegengesteld aan thanatos, ofwel doodsdrift.
Thanatos (Oudgrieks: Θάνατος, 'dood') is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de personificatie van de Dood. Zijn Romeinse tegenhanger is Mors of Letus. Thanatos is een zoon van Nyx (de Nacht) en tweelingbroer van Hypnos (de Slaap).
Eros was de Griekse god van de vleselijke liefde. In het Latijn heet hij Amor (liefde) of Cupido (begeerte). Eros was het hulpje (volgens sommigen de zoon) van Aphrodite, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. Hij was degene die mensen verliefd maakte door een pijl in hun hart te schieten.
Het is het verlangen onze behoeften te bevredigen. Dit verlangen wordt vaker niet dan wel gestild. Daarom kunnen we in het andere uiterste en streven we naar een spanningsloze toestand waarin we van onze verlangens ontdaan zijn. Dat is wat Freud de doodsdrift of thanatos noemt.
Een omstreden begrip, waarvan het klinische gehalte beperkt is en het speculatieve groot. Het maakt deel uit van Freuds latere theoretische constructies. De doodsdrift bestaat in het streven naar de opheffing van alle spanning, naar de anorganische toestand derhalve.
De kern van Sigmund Freuds psychoanalytische filosofie is een analyse van het menselijke 'ik', het wezen en de psyche van de mens. Sigmund Freud beschouwde het menselijke lichaam en de geest als een geheel van energiestromen. Deze energiestromen noemde hij 'driften' (Triebe).
Een freudiaanse verspreking onthult onbedoeld wat (wellicht onbewust of ontkend) belangrijk is in de geest van de spreker, wat hij wenst en wat hem pre-occupeert. Het begrip gaat terug op de term Fehlleistung, afkomstig van Sigmund Freud, een samentrekking van "Fehler" (fout) en "Leistung" (handeling of prestatie).
Psychoanalyse verwijst naar een bepaalde behandelvorm van psychisch lijden en verloopt volgens een methode die de betekenis van onbewust gebleven conflicten aan het licht wil brengen.
Cupido of Amor is in de Romeinse mythologie de god van de liefde. Het Griekse equivalent van Cupido is Eros.
Eros is in de Griekse mythologie de Griekse god van de liefde en de seksuele begeerte. Voorgesteld als een naakte jongen met gouden vleugels aan zijn schouders, een krullebol en een boog waarmee hij magische pijlen afschoot. De zoon van Aphrodite en Ares, die het hart van goden en mensen doorboorde.
Ares was de god van de oorlog en het geweld. Hij was een zoon van Zeus en Hera. Bijna altijd was hij op stap met Eris, zijn zus en godin van de tweedracht.
Onderwereld (mythologie)
De onderwereld of het schimmenrijk is de plaats waar men volgens de Griekse mythologie naar toe ging nadat men dood ging. Hij wordt bewaakt door Cerberos, een driekoppige hond. De god van de onderwereld is Hades. Wanneer men stierf ging je, begeleid door Hermes, naar de Styx.
De eerst bekende opgetekende Griekse verhalen over het ontstaan van hemel en aarde komen voor in de 8e eeuw v. Chr. en zijn geschreven door Hesiodos. De Griekse mythen en sagen zijn verzameld en doorgegeven door Homerus, die leefde in de 8e of 9e eeuw v.
Psychodynamiek betekent: 'Het spel der krachten in de werking van de ziel'. Psychodynamica is één van de nieuwste therapievormen waarin de beste technieken uit diverse therapieën worden gecombineerd.
Een psychoanalyse duurt doorgaans meerdere jaren. Bij psychoanalytische psychotherapie is de therapie minder intensief: de patiënt komt tweemaal per week tot eenmaal per twee weken. Anders dan bij psychoanalyse zitten patiënt en psychotherapeut tegenover elkaar.
Het menselijk handelen wordt gedreven door driften, een aangeboren drang naar bevrediging van die lusten die resulteren in het voldoen aan bepaalde levensbehoeften, zoals eten en voortplanting.
De latentiefase is, volgens Freud, de vierde fase van de psycho-seksuele ontwikkeling die begint rond het 6e levensjaar en duurt tot 11 à 12 jaar. Met ongeveer zes jaar vangt de latentieperiode aan. De interesse van het kind krijgt dan een minder egocentrisch en seksueel karakter.
Het elektracomplex wordt gezien als tegenhanger van het oedipuscomplex bij jongens. De naam is afkomstig uit de Griekse mythologie: Elektra was de dochter van Agamemnon, wiens dood zij probeerde te wreken door haar moeder te vermoorden.
Psychoanalyse en de psychoanalyse beweging zijn ontstaan tijdens de klinische onderzoeken en observaties van de Oostenrijker Sigmund Freud. Het is ook Freud die de term psychoanalyse bedacht en geïntroduceerd heeft. Rond het einde van de negentiende eeuw werkte Freud met Josef Breuer, arts en fysioloog.
Freud stelde dat versprekingen één van de meest onschuldige uitingen zijn van het onbewuste. Tegelijkertijd geloofde hij dat de vrije associatie een manier was om toegang te krijgen tot onaangetaste onbewuste informatie. Ook hierin was Freud een revolutionair.
Bijna vijftig jaar – tussen 1891 en 1938 – woonde en werkte Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, aan de Berggasse 19 in Wenen.
Verschillende helden als Herakles, Orpheus en Odysseus namen het op tegen Hades. Hades werd door de Grieken niet vereerd, maar gevreesd. De Grieken waren bang voor de dood en voor "de hel" die Hades ze zou brengen. Hierdoor had Hades ook geen tempels.
1700 Hades is de zoon van Cronus en Rhea en dus een broer van de oppergod Zeus. Nadat Cronus door Zeus en diens broers en zussen ten val is gebracht, wordt de macht verdeeld. Hades krijgt de heerschappij over het dodenrijk, Poseidon de macht over de zee en Zeus de macht over de hemel.