Primaire bronnen zijn bronnen geschreven (of gemaakt) door een oorspronkelijke auteur. Bij de exacte wetenschappen zijn dat labologboeken, artikels waarin je je onderzoek uiteenzet, de data die je hebt verzameld, enz. Voor literatuurwetenschappen zijn dat romans, gedichten, theaterteksten, enz.
De term wordt in de wetenschap gebruikt als synoniem van: in tweede orde. minder belangrijk. op de tweede plaats komend (de eerste plaats wordt dan "primair" genoemd).
Als secundaire bronnen kun je onder meer documentaires of krantenartikelen gebruiken. Stel nu dat je scriptie niet over de overstromingen zelf gaat, maar over de berichtgeving in de media over dit onderwerp. Dan zijn de documentaires en krantenartikelen de primaire bronnen.
Primaire bronnen komen in geschreven en ongeschreven vorm voor. Een voorbeeld van een geschreven primaire bron is een dagboek, maar ook labjournaals en bepaald archiefmateriaal vallen in deze categorie.Een voorbeeld van een ongeschreven primaire bron is bijvoorbeeld een vuistbijl.
Primaire bronnen vormen dan het object van onderzoek, terwijl secundaire een interpretatie of analyse geven van die primaire bronnen.
Primaire data, oftewel primaire gegevens, zijn ruwe data die jij als onderzoeker zelf vergaart voor je onderzoek middels bijvoorbeeld een interview, enquête of observatie. Deze onbewerkte brongegevens zijn dus niet eerder door een andere onderzoeker verzameld, vastgelegd en eventueel gepubliceerd.
Secundaire analyse betreft het gebruiken van reeds -door anderen- verzamelde kwantitatieve gegevens voor een ander doel dan waarvoor ze oorspronkelijk verzameld zijn.
Voor je scriptieonderzoek zul je hoogstwaarschijnlijk een combinatie van primaire en secundaire bronnen gebruiken. Primaire bronnen zijn originele of oorspronkelijke bronnen die de betrouwbaarheid van jouw onderzoek vergroten. Secundaire bronnen zijn bronnen over zaken die helpen om het onderwerp beter te begrijpen.
Secundaire literatuur is tekst die verwijst naar of een synthese maakt van literair of wetenschappelijk werk, de primaire tekst. Het kan gaan om: een verhandeling over een literair werk (een boek over een boek) een biografie van een schrijver of dichter.
Alles wat over de primaire literatuur geschreven wordt, is secundaire literatuur. Daaronder vallen dan monografieën, tijdschriftartikelen e.d. De hulpmiddelen die men bij het onderzoek van de primaire literatuur nodig heeft, noemt men het apparaat van de neerlandicus (biografische naslagwerken, bibliografieën e.d.).
Secundaire data is data die door iemand anders dan de gebruiker ervan is verzameld.
Etym: Lat. primarius = eerste, voornaamste < primus = eerste. Verzamelnaam voor die categorie bronnen die men tot het scheppend werk, tot de literaire kunst rekent. Publicaties over het literaire werk als object van onderzoek (monografieën, tijdschriftartikelen e.d.) noemt men secundaire literatuur.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Het woord voor 'bijkomstig' of 'in tweede instantie' wordt meestal gespeld als secundair.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe.In de literatuurlijst plaats je alleen de door jou geraadpleegde bron.
Secundaire bronnen beschrijven het verleden.Deze bronnen geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici; vaak door primaire bronnen te bestuderen. In tegenstelling tot primaire bronnen, komen secundaire bronnen niet uit het verleden dat ze beschrijven.
Voor het gemak onderscheiden we twee soorten bronnen: primaire bronnen en secondaire bronnen. Beide zijn belangrijk voor je onderzoek.
Een secundaire bron interpreteert, analyseert of verklaart primaire bronnen. Deze bronnen zijn een stap verwijderd van de oorspronkelijke gebeurtenis en zijn daarom niet altijd even relevant als de originele bron. Enkele voorbeelden zijn: (Literatuur)reviews.
Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die direct bij een kwestie betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld ooggetuigen), secundaire bronnen zijn gemaakt door mensen die niet direct bij de kwestie betrokken zijn geweest. Deze bronnen zijn vaak in een andere tijd gemaakt.
Ongeschreven bronnen: Bijvoorbeeld vondsten van oude botten. Primaire bronnen: Bronnen waarbij een ooggetuige direct informatie geeft.
Onderzoek kan worden onderverdeeld in drie verschillende categorieën: verkennend, beschrijvend en causaal. Elk type onderzoek heeft een ander doel en kan alleen op bepaalde manieren worden gebruikt.
Een secundaire uitkomstmaat is een eindpunt (dit is een parameter om het resultaat van een studie uit te drukken) waarop de steekproefgrootte van de studie niet berekend is. Het resultaat van een secundaire uitkomstmaat is dus alleen hypothesevormend en mag niet gebruikt worden om conclusies te trekken.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe. In de literatuurlijst plaats je alleen de door jou geraadpleegde bron.