Bij de woorden 'zwaar werk' denk je misschien vooral aan werk dat veel lichamelijke inspanning vereist. Bijvoorbeeld aan werk in de bouw, waar werknemers veel moeten tillen, bukken en telkens dezelfde bewegingen moeten maken.
Beroepen als metselaars, timmerlieden, stukadoors en betonwerkers hebben het fysiek het zwaarst te verduren op de werkvloer. Bijna drie kwart van de mensen in deze beroepsgroep gaf aan regelmatig fysiek zwaar werk te moeten doen.
De zwaarwerkregeling – Eerder stoppen, iets voor jou? Bouwplaats- en uta-medewerkers die vallen onder de cao Bouw & Infra kunnen onder voorwaarden maximaal 3 jaar vóór de AOW-leeftijd stoppen met werken. Deze cao-afspraak noemen we de zwaarwerkregeling.
Vakbonden en werkgeversorganisaties bepalen samen welke werknemers in aanmerking komen om eerder te stoppen met werken. En wie in aanmerking komt voor een zogeheten Regeling voor vervroegde uittreding (RVU). De overheid bepaalt niet wat zwaar werk is.
Regeling voor oudere werknemers uit het Pensioenakkoord
Sinds 2021 geldt de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Volgens deze regeling mag je werkgever je een regeling aanbieden tot je AOW-leeftijd als je eerder stopt met werken. Dit is een onderdeel van het Pensioenakkoord.
Vanaf 60 jaar kun je 1/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%. Vanaf 62 jaar kun je 1/5 korter werken; je houdt jouw volledige loon en pensioenopbouw. Vanaf 64 jaar kun je 2/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%.
Werkgevers mogen bij eerder stoppen met werken maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering van ongeveer € 22.000 per jaar aanbieden zonder dat daar de RVU-heffing op van toepassing is. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW. Het is voor de werknemer dan net of zijn AOW eerder ingaat.
De afspraak is nu, dat de eerste vijf jaar na het akkoord, werkgevers een boetevrij bedrag van € 19.000 (maximaal drie jaar) aan werknemers mogen betalen. Dat bedrag staat gelijk aan de AOW drie jaar voor de pensioendatum. Na die eerste vijf jaar moest er een regeling zijn die recht op pensioen geeft na 45 dienstjaren.
Het onderwijs staat bovenaan in het rijtje burn-out-klachten met 20,2 procent van de werknemers, gevolgd door de industrie met 15,7 procent en niet ver daarachter gezondheid en welzijn met 15,1 procent.
Hoeveel verdient een vuilnisman? Een fulltime vuilnisman verdient gemiddeld zo'n 2.000 euro bruto per maand. Per jaar is dat 26.179 euro bruto, wanneer je 40 uur per week werkt. Als flexmedewerker verdien je ongeveer 11,66 euro per uur.
De verzorging staat op de tweede plaats van lichamelijk belastende beroepen, direct na de bouw. Van de verzorgenden geeft 71 procent aan regelmatig lichamelijk zwaar werk te moeten verrichten, meldt het CBS.
Vanaf 2016 heb je bijvoorbeeld recht op pensioen wanneer je 62 jaar oud bent en een loopbaan van 40 jaar achter de rug hebt. Enkel personen met een lange loopbaan zullen nog op hun 60ste met pensioen kunnen gaan. Er bestaan ook regelingen waarmee je nog vroeger met pensioen gaat.
Het loodgieterswerk is lichamelijk zwaar. Dat vindt 76% van de beroepsgroep. 22% geeft aan vaak moe te zijn en 30% heeft hinder van regelmatig bukken. Klachten zijn er vooral over de rug (41%).
Hoe toon ik aan dat ik 45 jaar (of meer) werk in Zorg & Welzijn? Om aan te tonen of je 540 maanden hebt gewerkt, kun je diverse documenten gebruiken: Het overzicht van 'Mijn PFZW' (beschikbaar vanaf de leeftijd van 25 en soms eerder) Opleidingsdocumenten.
Eerder stoppen met werken, wat kost dat? Eerder stoppen met werken kost tussen de 6 en 8 procent van je pensioen voor ieder jaar dat je eerder met pensioen gaat.
Pensioen dat u straks krijgt
Stel, u bouwt gedurende uw hele werkzame leven (zo'n 40 jaar) elk jaar 1,65% van uw pensioengrondslag aan pensioen op. Dan krijgt u als u met pensioen gaat een uitkering van 40 x 1,65% = 66% van uw gemiddelde pensioengrondslag.
U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan. Dit kan vanaf uw 57ste. Wilt u meer dan 5 jaar vóór uw AOW-leeftijd met pensioen gaan? Dan stelt de Belastingdienst de extra voorwaarde dat uw dienstverband wordt beëindigd in verband met uw pensionering.
Liggen je maandlasten rond de 2250 euro per maand, dan heb je 27.000 euro per jaar nodig. Onderstaand bedrag heb je nodig op het moment dat je stopt met werken: Bij een levensverwachting van 80 jaar – totaal 810.000 euro. Bij een levensverwachting van 100 jaar – totaal 1.350.000 euro.
De bruto-uitkering bedraagt € 394,53 per maand. De berekening is: 8 / 38 x 1847; De netto-uitkering bedraagt € 372,83 per maand (met toepassing loonheffingskorting); De netto-uitkering bedraagt € 227,75 per maand (zonder toepassing loonheffingskorting).
Ongeveer 1 op elke 5 werkende mensen haalt in zijn of haar huidige baan het pensioen niet. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CNV onder ruim 2.200 leden boven de 45 jaar. De vakbond voorziet uitval van honderdduizenden werknemers.
U kunt een contract met uw werkgever per direct opzeggen als daar een dringende reden voor is. Dat heet een ontslag op staande voet.
Wanneer je minder gaat werken, heeft dit niet alleen financiële gevolgen voor je loon. Maar ook voor je pensioenopbouw en de hoogte van toeslagen. Daarom is het verstandig om niet alleen te kijken naar hoeveel je verdient, maar ook naar hoeveel je overhoudt. Dit zijn mogelijke gevolgen van minder werken.
Stel je werkt nu 40 uur in de week met een salaris van €2.400 bruto. Dan houd je netto - zonder pensioenaftrek - zo'n €2.040 over. Je wilt naar een 32-urige werkweek. In dat geval wijzigt je brutosalaris zo: €2.400 / 40 x 32 = €1.920.