Iemand die zich man voelt (of hij nu geboren is met of zonder penis & ballen) noemen we binair. Iemand die zich vrouw voelt (of zij nu geboren is met of zonder vagina) noemen we ook binair. Iemand die zich man noch vrouw voelt, of juist net zozeer man als vrouw, noemen we non-binair.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Als iemand geen keuze maakt in de genderidentiteit man of vrouw spreken we van non-binair. Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden. Of zij voelen zich soms jongen/man en soms meisje/vrouw. Dit heet genderfluïde.
Beiden voelen zich niet specifiek man of vrouw en willen daarom niet aangesproken worden met zij of hij, maar met hen/hun. Zijn dat de meest geschikte woorden in Nederland of is er een nieuw woord nodig? In Nederland mag je non-binaire personen aanspreken met 'hen', 'hun' en 'die'.
Meer mensen in de non-binaire Facebookgroep gaven aan dat hun broers en zussen hen 'sibbe' of 'sibbel' noemden. Een andere creatieve oplossing voor broers en zussen van non-binaire mensen is om het om te draaien, en te zeggen: 'Ik ben de broer/zus van X.
Regenboogtaal luidt te titel van die column en hij (column is vooralsnog een mannelijk woord) gaat natuurlijk over het voornemen van Amsterdam om voortaan 'inclusieve taal' te gebruiken, taal waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.
Hermafrodiet is een verouderde (en beledigende) term voor tweeslachtigheid. Het woord hermafrodiet wordt enkel voor dieren of planten gebruikt. De correcte term voor mensen met zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken is intersekse.
'Man' en 'vrouw' zijn de binaire genders. Alles daarbuiten noemen we niet-binaire genders. Je genderidentiteit gaat over hoe je je voelt: een meisje, een jongen, allebei, geen van beide of nog iets anders. Je genderexpressie gaat over hoe je jezelf toont aan de buitenwereld.
Queer (Q) of Questioning (Q)
Queer betekent letterlijk 'vreemd'. Mensen die deze term gebruiken staan voor een open, brede identiteit en seksualiteit, en willen zichzelf niet in een hokje plaatsen qua geslacht en/of seksuele voorkeur.
Sommige jongeren noemen zichzelf panseksueel. Dat betekent dat ze op mensen verliefd worden en dat het niet uitmaakt of iemand nou een meisje, een jongen of iets ertussenin is. 'Pan' betekent namelijk 'alles' in het Grieks. Meer over lesbisch, homo, bi.
Cisgender betekent: 'niet transgender'. Dus: je bent geboren als jongen, en je voelt je ook jongen. Of je bent geboren als meisje, en je voelt je ook meisje.
Cis komt uit het Latijn en betekent 'aan deze kant'. Trans staat voor 'aan de andere kant'. Een cisvrouw is dus een vrouw die geboren is met de geslachtskenmerken van vrouwen en die zich ook vrouwelijk voelt. Een cisman is een man die geboren is als man is en zich daar prettig bij voelt.
Wat ook nog weleens verward wordt is androgyniteit met non-binariteit. Maar dat is echt iets anders, want androgyne-zijn is een gender-expressie en geen gender-identiteit. Je kunt er niet non-binair uitzien, want er is geen uiterlijk voor een non-binair persoon. Dat bestáát gewoon niet.
Mik Bron identificeert zich helemaal niet als man of vrouw: hij is agender.
Tussen man en vrouw zitten namelijk nog allerlei variaties. Genderfluid is een term voor mensen die zich niet geheel man of vrouw voelen. Ze voelen zich meer of minder vrouwelijk of mannelijk. En dat kan ook nog eens per dag verschillen.
Eigenschappen die worden gezien als typisch mannelijk zijn bijvoorbeeld technisch, professioneel, resultaatgericht, zelfredzaam, individueel, doelgericht, zelfstandig, actief, moedig, sterk, autonoom, seksueel roofdier, stoer, player, slim, sportief, competitief, besluitvaardig, daadkracht, verantwoordelijk, zakelijk, ...
Cisgender of cisseksueel (verkorte vorm cis) betekent een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Het is de tegenhanger van transgender en transseksueel, waarbij het geboortegeslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen.
Seksualiteit gaat dus over tot welk gender je je wel of niet aangetrokken voelt, terwijl genderidentiteit gaat over hoe jij je vanbinnen voelt. Waar de een gaat over seksuele of romantische dingen die je wel of niet wil doen met anderen, gaat de ander juist over de relatie met jezelf en jouw identiteit.
De benaming hermafrodiet wordt als een belediging beschouwd. Immers, een hermafrodiet is iemand die zichzelf theoretisch zou kunnen bevruchten. Bij mensen is hier in de meeste gevallen geen sprake van.
Zich androgyn voelen. Een persoon die zich niet mannelijk en niet vrouwelijk voelt, zich juist mannelijk én vrouwelijk voelt of iemand die gevoelsmatig tussen beide seksen staat. Androgyn zijn uit vrije wil. Een persoon die zich niet wenst te conformeren aan de tweedeling man-vrouw.
De grote doorbraak van het concept gender werd in gang gezet door Joan Scott, die in 1986 haar baanbrekende artikel 'Gender: A Useful Category of Historical Analysis' schreef. Daarin betoogde ze dat het een fabeltje is dat elke sekse zijn eigen wereld heeft die niet in contact staat met de wereld van de andere sekse.
Zelfstandige naamwoorden hebben een woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus genoemd). Dat woordgeslacht bepaalt de keuze van het bepaald lidwoord en speelt ook een rol bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Gender gaat over eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die cultureel bepaald zijn voor elke sekse. Het gaat dus niet over biologische kenmerken, maar over sociale en culturele aspecten van het man- of vrouw-zijn. Bijvoorbeeld dat de kleur blauw bij jongens hoort en de kleur roze bij meisjes.
Vermijd woorden die specifiek naar één gender verwijzen, zoals echtgenoot, echtgenote, dames, heren. Een voorbeeld zie je bij NS, dat mensen aanspreekt met 'Beste reizigers' in plaats van met 'Dames en heren'. Zo zorg je ervoor dat je ook mensen aanspreekt die zichzelf niet in de tweedeling 'man of vrouw' herkennen.