Bij euthanasie dient u de euthanatica intraveneus toe. Eerst wordt een coma geïnduceerd. Aansluitend, nadat u heeft vastgesteld dat er sprake is van een medicamenteus geïnduceerd coma, dient u een spierrelaxans toe. Hierdoor treedt een verlamming op van alle dwarsgestreepte spieren, met uitzondering van het hart.
De patiënt verliest heel snel het bewustzijn (binnen 30 seconden is niet ongebruikelijk) door het slaapmiddel en houdt soms zelfs al op met ademen. Als de spierverslapper gegeven wordt is de patiënt meestal na een aantal minuten overleden.
Eerst krijgt de patiënt een slaapmiddel waardoor hij in diepe slaap raakt. Daarna krijgt hij een middel dat de spieren verlamt, ook de ademhalingsspieren en de hartspier. De patiënt overlijdt dan onmiddellijk.
Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten.
Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn. Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.
Belangrijk is een goede voorlichting aan de patiënt en aanwezige familie over het snelle verloop van deze methode. Vaak valt de patiënt al in 10 tot 20 seconden in een diepe slaap en overlijdt binnen 5 à10 minuten.
Palliatieve sedatie gebeurt door een arts. Door medicijnen wordt de cliënt 'soezerig' of valt in een diepe slaap. Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van de klachten en zo min mogelijk lijden van de cliënt. De sedatie kan tijdelijk of blijvend (in de laatste levensfase) worden ingezet.
Een zachte dood: euthanasie bij ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden.
Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
de patiënt niet meer kan genezen; de patiënt onnodig lijdt en dit niet minder kan worden.
De arts moet ervan overtuigd zijn dat het verzoek van de patiënt om euthanasie vrijwillig en weloverwogen is. Dit betekent dat het verzoek van de patiënt zelf moet komen en dat het echt de eigen keuze is. Zo mag er geen sprake zijn van druk van buitenaf, zoals door familie of anderen.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
De NVVE komt in actie om euthanasie via de Levenseindekliniek door de zorgverzekeraars vergoed te krijgen. Nu vergoedt alleen nog Menzis die kosten, gemiddeld zo'n 2500 euro per patiënt. De andere verzekeraars weigeren.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC. Vaak hebben zij drie tot vier organen die falen.
Conclusie. Bij de uitvoering van euthanasie en hulp bij zelfdoding kunnen zich problemen voordoen. Artsen die besluiten om hulp bij zelfdoding te verlenen of euthanasie uit te voeren, moeten hierop voorbereid zijn.
Inductie van coma met daarop volgend overlijden gebeurt door inname van 15 gram barbituraat in 100 ml mixtura nontherapeutica. U als arts bent de enige die het drankje mag overhandigen.
Versterven kan worden omschreven als het natuurlijke proces van uitdrogen in de laatste levensfase. De stervende patiënt gaat steeds minder eten en drinken, omdat het lichaam daaraan geen behoefte meer heeft. Het lichaam droogt vervolgens uit, de patiënt wordt steeds suffer en slaapt tenslotte in.
Vaak minstens enkele dagen. Soms is die tijd er niet en is de keuze voor palliatieve sedatie soms beter dan wachten op euthanasie. Als een patiënt in aanmerking komt voor palliatieve sedatie maar tevens een euthanasiewens heeft, staat dit het tegemoet komen aan de euthanasiewens niet in de weg.
In het geval van psychisch lijden moet er minstens een maand zitten tussen de eerste vraag en de uitvoering van de euthanasie. Er moeten naast de arts die de euthanasie uitvoert ook twee andere onafhankelijke artsen hun advies geven, onder wie een psychiater. Dat advies is niet-bindend.
U kunt in de wilsverklaring één of meer vertrouwenspersonen aanwijzen die, als het zover is, de behandelende arts op de hoogte brengen van de wil van de patiënt. De wilsverklaring moet worden gedateerd en ondertekend door de opsteller, de getuigen en de eventuele vertrouwenspersonen.
De euthanasiewet bepaalt dat de arts die euthanasie overweegt bij een psychiatrische patiënt, zeker moet zijn dat de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk psychisch lijden bevindt.
Euthanasie mag alleen als de patiënt dit zelf wil. De patiënt moet zelf om euthanasie vragen. Of een document hebben waarin de euthanasiewens duidelijk staat opgeschreven. Ook moet de vraag en de situatie van de patiënt voldoen aan de 6 eisen van de euthanasiewet.
Geen wilsverklaring
Als niemand vertegenwoordiger wil of kan zijn, beslist de arts zelf. Euthanasie mag alleen als de patiënt daar zelf aan de arts om vraagt: mondeling of schriftelijk. Dus niet als familieleden of vrienden het willen. Voordat euthanasie mag, zijn er nog andere eisen voor de situatie van de patiënt.
Er zijn twee vormen voor een vrijwillig levenseinde: Bij euthanasie dient de arts de dodelijke middelen (euthanatica) toe aan de patiënt. Hulp bij zelfdoding houdt in dat de arts de euthanatica aanreikt aan de patiënt, die deze zelf inneemt.
De ondraaglijkheid van het lijden wordt bepaald door de actuele situatie, het toekomstperspectief, de fysieke en psychische draagkracht en de persoonlijkheid van de patiënt. De ondraaglijkheid van het lijden van de patiënt moet voor de arts invoelbaar zijn.