Kanker kan uitzaaien.Via het bloedvaten- of het lymfestelsel kunnen kankercellen zich verspreiden.Op andere plekken ontstaan dan nieuwe tumoren. Die zijn vaak niet goed te behandelen, waardoor mensen vaak niet meer kunnen genezen.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Als je niet meer kunt genezen, dan kun je palliatieve zorg krijgen. Die zorg helpt je om zo goed mogelijk te leven, ook al is er geen genezing mogelijk. Lees meer over palliatieve zorg. Naast de steun van een arts en verpleegkundige kun je hulp krijgen van een maatschappelijk werker, psycholoog of geestelijk verzorger.
Borstkanker kan op alle plaatsen in de borst ontstaan. Het is een kwaadaardig gezwel dat, als het niet wordt verwijderd, alsmaar verder doordringt in het gezonde borstweefsel. Het risico bestaat dat kankercellen zich via het bloed of het lymfestelsel verspreiden.
Voorbeelden van kankers die via het bloed kunnen uitzaaien en de plaatsen waar de uitzaaiingen meestal voorkomen: borstkanker: botten, lever, longen, huid, hersenen. dikkedarmkanker: lever, buikvlies, longen. longkanker: botten, bijnieren, lever, hersenen, longen.
Hoe lang deze palliatieve fase duurt, verschilt per persoon. Veel hangt af van hoe agressief de tumor is. Bij een tumor die snel groeit, is de levensverwachting meestal kort, vaak slechts enkele maanden. Maar bij minder agressieve tumoren, kun je met een palliatieve behandeling soms nog jaren leven.
Uitzaaiingen komen op een andere plaats terecht, doordat cellen van een kwaadaardige tumor losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen. Daar kunnen zij zich hechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren.
Uitgezaaide borstkanker kan er jaren over doen voor het zich manifesteert. Een andere benaming voor 'uitzaaiing' is 'metastase'.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Een belangrijk doel van de behandeling van borstkanker is het voorkomen van uitzaaiingen. Toch is niet gegarandeerd dat dit volledig lukt. Uitgezaaide borstkanker kan er jaren over doen om zich te openbaren. Borstkanker kan uitzaaien naar veel organen, maar vooral naar de longen, de lever of de botten.
Sommige mensen kunnen, soms met behulp van ondersteunende medicijnen, nog heel lang verder leven omdat er sprake is van een langzaam groeiende kanker (bijvoorbeeld prostaatkanker), terwijl anderen met een agressieve tumor nog maar kort te leven hebben (bijvoorbeeld bij longkanker).
Uitstellen therapie
Als het aantal witte bloedcellen verminderd is, wordt de therapie soms 1 of 2 weken uitgesteld. Zo hebben uw bloedcellen de kans om extra te herstellen. Soms wordt de dosis verminderd bij een volgende toediening.
Er zijn verschillende situaties waarin een arts kan besluiten om te stoppen met behandelen, Bijvoorbeeld als: de arts vindt dat de behandeling weinig of geen resultaat zal hebben. de behandeling erg zwaar is en niet in verhouding staat tot het verwachte resultaat.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Bij stadium 4 zijn er uitzaaiingen in andere organen. Je kunt dan niet meer genezen. Wel kun je nog 1 of meer behandelingen krijgen om de ziekte te remmen en klachten te voorkomen of te verminderen.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Borstkanker zaait meestal uit in botten, lever, longen of hersenen. Het vaakst in de botten. Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid.
Dit zijn symptomen die bij uitgezaaide borstkanker kunnen horen: Pijn in je botten, bijvoorbeeld in je rug, je nek, op je borst en je ribben. En/of pijn bij lopen en zitten. Opgezwollen lymfeklieren rondom je borst en je sleutelbeen en in je oksel en hals.
Een triple negatieve tumor groeit vaak snel en is agressief. Het zaait ook vaker en sneller uit dan andere soorten borstkanker. De kans dat deze borstkanker terugkomt is ook groter.
Wanneer u darmkanker, borstkanker, longkanker of huidkanker heeft (gehad), dan bestaat de kans dat u uitzaaiingen in de lever krijgt. Ongeveer de helft van de patiënten met dikkedarmkanker of endeldarmkanker ontwikkelt levermetastasen.
We spreken van kanker als de tumor kwaadaardig is. Dat wil zeggen dat de 'ontspoorde' cellen omliggende weefsels en organen kunnen binnendringen. In tegenstelling tot goedaardige gezwellen kan kanker zich uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Kanker kan zich niet van het ene lichaam naar het andere verplaatsen.
Mensen kunnen – vaak jarenlang – te maken krijgen met uiteenlopende gevolgen van een behandeling tegen kanker. Denk aan chronische vermoeidheid, relationele en seksuele problemen, depressie, de angst voor terugkeer van de ziekte, problemen bij de terugkeer naar werk en sociale isolatie.