Als blijkt dat de bodemverontreiniging ernstig is, zal de verkoper moeten overgaan tot een beschrijvend bodemonderzoek. De bodemsaneringsdeskundige maakt opnieuw een verslag over aan OVAM, die 60 dagen de tijd heeft om het dossier te beoordelen. Als blijkt dat geen saneringswerken nodig zijn, kan de verkoop doorgaan.
Het bodemattest moet sowieso dateren van na 1 juni 2008. milieutechnische gegevens (bv. ten gevolge van een bodemverontreiniging) niet wijzigen.
Ben ik verantwoordelijk voor de bodemverontreiniging rond mijn huis? Als eigenaar van een stuk grond bent u verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze grond. U moet bodemvervuiling voorkomen en de verontreiniging die u veroorzaakt zo snel mogelijk en geheel verwijderen (saneren).
Verkopers van 'risicogrond' (bijvoorbeeld als er vroeger aardolie werd opgeslagen of als er afvalstoffen werden verwerkt) moeten eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren om te achterhalen of er sporen van vervuiling zijn. Is dat het geval, dan volgt nog een beschrijvend bodemonderzoek.
Een bodemattest voor een perceel in categorie 1 of 2 is onbeperkt geldig terwijl alle andere attesten een geldigheid hebben van maximaal 1 jaar. Ook wanneer categorie 0 samenvalt met categorieën 1, 2, 3 of 4, blijft het bodemattest maximaal 1 jaar geldig na de datum van uitreiking.
Ook de volgende kosten zijn de verantwoordelijkheid van de koper: eventuele bodemonderzoeken, overige keuringsattesten, kosten voor het opvragen van stedenbouwkundige inlichtingen, de vastgoedmakelaar ... Al deze zaken maken deel uit van de leveringsplicht van de verkoper.
Wie betaalt het bodemonderzoek? Vaak wordt gevraagd of de kosten van het bodemonderzoek voor koper of verkoper zijn. De bodemonderzoek kosten worden in de meeste gevallen betaald door de vervuilende partij.
Op dit moment kost een verkennend bodemonderzoek gemiddeld 5.000 euro, net als een gedetailleerd bodemonderzoek. Voor een risico-onderzoek moet men ongeveer 3.000 euro rekenen. Deze cijfers zijn echter geen absolute waarde, aangezien de prijs afhangt van verschillende factoren.
Sinds 1 juni 2021 bedraagt de kostprijs van een bodemattest 55 euro voor een volledig kadastraal perceel en 222 euro voor een deel van een kadastraal perceel. Voor gronden zonder perceelnummer is de kostprijs ook 55 euro voor aaneensluitende delen grond binnen dezelfde kadastrale afdeling en sectie.
De kostprijs voor bodemattesten vanaf 1 juni 2021 bedraagt 55 euro voor een volledig kadastraal perceel en 222 euro voor een deel van een kadastraal perceel.
Een bodemonderzoek is verplicht als u een bouwvergunning hebt aangevraagd (omgevingsvergunning, activiteit bouw). Of als u een aanschrijving hebt ontvangen voor funderingsherstel. In een aantal gevallen hoeft u geen bodemonderzoek te doen. U moet dan wel een ontheffing aanvragen.
Een risicogrond kan niet met een blanco bodemattest verkocht worden. De verkoper moet eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Als daaruit blijkt dat de bodem vervuild is, dan moet er een beschrijvend bodemonderzoek gebeuren.
Het bodemattest vermeldt alle relevante gegevens die de OVAM over de grond kent. Het informeert de koper van een grond over de bodemkwaliteit. Voor het sluiten van een overdrachtsovereenkomst van een grond, zowel een risicogrond als een niet-risicogrond, is een bodemattest noodzakelijk.
Hoelang duurt het
Binnen 10 werkdagen na uw aanvraag krijgt u de beoordeling en het advies thuisgestuurd. In de brief leest u de resultaten van het bodemonderzoek.
De geldigheid van een Bodemonderzoek is bepaalt door de overheid. Hoewel de leeftijd van een bodemonderzoek niet wettelijk is vastgelegd, hanteert de overheid een houdbaarheidsduur van bodemonderzoek van vijf jaar.
In eerste instantie moet een rapport voor oriënterend bodemonderzoek bij OVAM ingediend en door hen beoordeeld worden. Op het ogenblik van de transactie mag het onderzoek niet ouder zijn dan twaalf maanden. De uitvoeringstermijn OBO bedraagt gemiddeld twee maanden, de beoordelingstermijn door OVAM nog eens 60 dagen.
De belangrijkste documenten en/of attesten zijn: het bodemattest, het stedenbouwkundig uittreksel, het postinterventiedossier (PID), een keuringsverslag van de elektrische installatie en het energieprestatiecertificaat (EPC).
Via de website www.degrotegrondvraag.be kan je als grondeigenaar controleren. Je vult je adres in. En aan de hand van de beschikbare informatie van de Vlaamse steden en gemeenten zie je meteen of de grond een risicogrond is.
Een eerste stap kan zijn om Bodemloket.nl te raadplegen. Via het Bodemloket krijg je inzicht in de bij de overheid bekende gegevens. Ook zie je waar vroeger (bedrijfs)activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen omdat ze de bodemkwaliteit kunnen hebben beïnvloed.
HOE VERLOOPT EEN ORIËNTEREND BODEMONDERZOEK? De bodemsaneringsdeskundige neemt de nodige grond- en grondwaterstalen ter hoogte van de 'risicozones'. Dit zijn zones met verhoogde kans op bodemverontreiniging. Voorbeelden daarvan zijn opslagtanks, productiezones, tankplaatsen.
2. Beschrijvend bodemonderzoek. Blijkt uit het oriënterend bodemonderzoek dat de vastgestelde bodemverontreiniging verdere maatregelen vereist, dan volgt een beschrijvend bodemonderzoek. Hieruit zal immers blijken of een bodemsaneringsproject nodig is.
Verontreinigende stoffen in de bodem kunnen ecosystemen aantasten als gevolg van de opname door planten en bodemorganismen. Hierbij kunnen andere stoffen een rol spelen dan bij de humane risico's. Bij 2-5% van alle gevallen waar risico's worden verwacht spelen ecologische overwegingen mede een rol.
Bij bodemverontreiniging geldt immers in principe de regel: "de vervuiler betaalt". Dit wil zeggen dat in eerste instantie de veroorzaker van de verontreiniging ook de sanering moet bekostigen. De veroorzaker van een verontreiniging hoeft echter niet altijd de saneringskosten te betalen.