Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Ander kenmerk van deze complicatie is dat mensen terugkerende aanvallen hebben zonder dat zij in de tussentijd het bewustzijn terugkrijgen. Mensen met status epilepticus hebben een verhoogd risico op blijvende hersenschade. In zeer enkele gevallen kan epilepsie leiden tot de dood.
Een epileptische aanval is het gevolg van een soort kortsluiting in de hersenen. Miljarden hersencellen geven via elektrische prikkels opdrachten aan je lichaam en geest. Bij mensen met epilepsie raken de hersencellen plotseling overactief.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
Welk aanvullend onderzoek is mogelijk om epilepsie vast te stellen? Om de oorzaak van epilepsie te vinden is er na een EEG vaak extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld een CT- of MRI-hersenscan. Daarmee kunnen afwijkingen in de hersenen worden opgespoord die de epilepsie veroorzaken.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
De vooruitzichten verschillen ook heel erg per epilepsie, is de meeste gevallen is epilepsie goed behandelbaar door middel van medicatie of chirurgie. Wanneer iemand nog wel regelmatig last van aanvallen heeft zal dit wel bepaalde keuzes van iemand beïnvloeden, zoals opleiding, werk en sport.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
In eerste instantie moeten omstaanders proberen ervoor te zorgen dat een persoon met een epileptische aanval zich geen pijn doet (en zich bijv. niet stoot aan scherpe voorwerpen of deuren). Bij een eerste aanval of een langdurige aanval (>5 minuten) moeten steeds de hulpdiensten (112) verwittigd worden.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
Een epileptische aanval kan gevaarlijk zijn, maar is dat niet altijd. Dit verschilt per type aanval. Vraag daarom goed aan de arts welke risico's er zijn voor je kind.
De meeste mensen met epilepsie hebben werk. Als je geen aanvallen meer hebt dan kun je gewoon werken. Heb je voor het eerst aanvallen of blijf je aanvallen houden? Dan kan het anders zijn.
De meeste epileptische aanvallen komen spontaan op. Sommige mensen voelen ze echter wel aankomen. Iemand krijgt dan een paar minuten van tevoren een kleine focale aanval, ook wel aura genoemd. Zo'n aura gaat samen met specifieke klachten, die per persoon verschillen.
Maar voor iedereen met epilepsie zijn de volgende punten belangrijk: regelmaat, voldoende nachtrust en medicatietrouw. Het nemen van een bad kan voor mensen met epilepsie een risico zijn. Als een persoon meer dan 2 jaar geen aanvallen heeft gehad, is er geen bezwaar tegen het nemen van een bad.
Veel alcohol drinken wordt sterk afgeraden. De combinatie van alcohol en bijvoorbeeld weinig slaap en onregelmatiger leven, kan bij sommige mensen met epilepsie aanvallen veroorzaken. Plotseling stoppen met alcohol bij mensen die altijd veel alcohol drinken, kan er sneller een epleptiche aanval ontstaan.
Behandeling met medicijnen is meestal langdurig: meerdere jaren tot soms een leven lang. De medicijnen onderdrukken de aanvallen, ze genezen de epilepsie niet. Op grond van het soort aanvallen en de vorm van epilepsie kiest de neuroloog een medicijn. In principe is dat het middel met de minste bijwerkingen.