Water kookt sneller wanneer je het deksel op de pan zet.Dat komt doordat de warmte in de pan gevangen blijft, waardoor het water sneller het kookpunt bereikt. Logisch gevolg: doordat dingen sneller koken, verbruik je minder energie.
De deksel houd je op de pan om de warmte in de pan te houden. Als je bijvoorbeeld water gaat koken voor de pasta kun je het beste de deksel op de pan houden. Dit is tijd én energiebesparend. Omdat de warmte in de pan blijft kun je het vuur lager zetten (als het water kookt).
Laat bouillon nooit koken, maar heel zachtjes trekken zonder deksel op de pan. Door het borrelen van het water emulgeren de vrijgekomen vlees- en viseiwitten met het vet in het water en wordt de bouillon troebel.
„Als je de groente kookt met de deksel op de pan kun je niet goed bijhouden wanneer de groente gaar is. Daardoor verbrandt het dus snel. Als je de deksel er af laat, kun je precies zien wanneer de groente goed is en kan deze minder snel verbranden en dus niet verkleuren.”
Wanneer je iets moet laten inkoken doe je dat best altijd zonder deksel. Zo krijgt de vloeistof die verdampt de kans om te verdwijnen. Wanneer je een deksel zou gebruiken condenseert die damp tegen het deksel en beland zo weer in de pot. Nog een goede tip: zet het vuur zeker niet te hoog wanneer je iets laat inkoken!
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Wanneer je groenten wilt blancheren: ze behouden het best hun kleur als je géén deksel op de pan zet. Kook je droge peulvruchten, zoals witte bonen bijvoorbeeld, dan doe je dat beter zonder deksel: zo blijven ze beter heel. Groene groenten kook je best zonder deksel zodat ze hun frisgroene kleur behouden.
Breng groente of aardappelen met 1 tot 2 centimeter water aan de kook met een deksel op de pan. Groente en aardappelen hoeven dus niet helemaal onder water te staan om gaar te worden! Voor bladgroenten zoals spinazie is helemaal geen extra water nodig.
Als je de deksel van de pan laat, verdampt het vocht. Op die manier dikt een saus of soep meer in en wordt deze sterker van smaak. Ben je producten aan het bakken waar vocht in zit, zoals wortels of aardappelen? Dan laat je de deksel ook van de pan zodat het vocht uit de groente verdampt.
Soep kan het beste afgekoeld worden zonder de deksel op de pan of afgedekt met een platte zeef zodat er geen vliegen of ander ongedierte bij kunnen.
Voor een heldere bouillon: De bouillon mag niet koken, voor een heldere bouillon moet de temperatuur net onder het kookpunt blijven. Door koken wordt de bouillon troebel. Tijdens het trekken van de bouillon kan een schuimlaag ontstaan.
Voor sommige bereidingen mag het vlees nog bevroren gebruikt worden (soepvlees). Een half uur voor bereiding op kamertemperatuur laten komen komt het vlees ten goede. Rundvlees is 6 tot 12 maanden diepgevroren houdbaar mits bewaart bij -18 gr.
Soms staat er in een recept "saus tot de helft inkoken". Dan probeer je dus zoveel vloeistof te laten verdampen totdat je de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid over hebt. De duur van het inkoken hangt af van de temperatuur.
Dat wordt weer poetsen! Voorkom overkoken met deze handige tips! Voeg een mespuntje boter toe aan het kookwater. Zet een wasknijper op de rand van de pan, het deksel kan dan niet weer helemaal op de pan komen waardoor het minder snel overkookt.
Inkoken doe je op matig tot hoog vuur om vocht te laten verdampen uit een gerecht. Zo kun je de saus indikken en wordt de smaak krachtiger.
“Als je aardappelen meteen in kokend water legt heb je de kans dat de buitenkant te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.” Snijd de aardappels in gelijke stukken en kook ze in 15 tot 20 minuten gaar, afhankelijk van de grootte.
Het beste antwoord. Ja, natuurlijk, je moet alleen de kooktijden in de gaten houden. Aardappels kook je (als ze niet te groot en niet te klein zijn) in gemiddeld 20 minuten, en de meeste harde groentes ook (wortel, sperzieboontjes, bloemkool e.d.).
Afgieten is een zeer veel gebruikte hulptechniek bij het koken, waarbij aan het einde van het kookproces het water wordt gescheiden van bijvoorbeeld de groenten of aardappelen. De eenvoudigste manier is om na het koken het water weg te laten lopen door de pan schuin te houden.
Groenten zoals artisjok, asperge, broccoli en bloemkool. kolen, pastinaak, bonen, rapen, schorseneren, selderij, snijbiet, spruiten en wortelen moeten in kokend water worden opgezet. Groenten zoals aardappel, aardpeer, bieten, koolraap en maïs moeten in koud water worden opgezet.
Opgeloste stoffen in water zorgen voor een hoger kookpunt en een lager vriespunt. Daarom wordt er bijvoorbeeld 's winters met zout gestrooid. Het smeltpunt van water met zout is tot wel 21 graden (!) Celsius lager dan van zuiver water.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Als je koud vocht toevoegt, dan sluit het vlees zich af en neemt het niet makkelijk vocht en/of smaken meer op. -Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Mals rundvlees bereiden
Doe na het dicht schroeien van rundvlees een scheutje azijn, wat zoete ketjap en water erbij. De azijn zorgt ervoor dat het vlees lekker mals blijft en de ketjap geeft een heerlijk smaakje aan het vlees.