Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.
Het drogen duurt 1 tot 2,5 jaar. Es, linde, wilg en berk (1,5 jaar drogen) en fruitbomen, eik en beuk (2,5 jaar drogen) leveren favoriet brandhout. Let er op dat de houtblokken niet te dik zijn, want dunner hout droogt sneller en brandt beter.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen. Er bestaan in de handel goedkope en eenvoudige toestelletjes om dit vochtgehalte te meten. Zo weet je exact wanneer het hout zijn gewenste droogtegraad heeft bereikt.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden.
Begin door de vlek uit het hout te proberen te strijken. Als dat niet werkt, laat de vlek dan weken in mayonaise of schrob hem met tandpasta. Als deze methoden niet werken, dan moet je wellicht schurend materiaal als schuurpapier of staalwol gebruiken om de vlek weg te schrapen door een laag hout te verwijderen.
Hoe lang je met één kuub haardhout doet, hangt weer af van hoe vaak je de houtkachel gebruikt. Als het winter is, maak je vaker van de kachel gebruik dan in de lente. Als de winter heel streng is, stook je meer. Als je de houtkachel ook ter recreatie gebruikt, ben je natuurlijk wat duurder uit.
Het “wateren” zorgt ervoor dat voedingsstoffen (suiker en zetmeel) uit het hout worden gespoeld. Hierdoor is gewaterd hout niet meer aantrekkelijk voor hout aantastende insecten, zoals de houtworm, bonte knaagkever, boktor en spinthoutkever.
Hoe komt het dat de transportkosten zo hoog zijn? Dat komt mede door corona. Veel houtzagerijen zijn een poos dicht geweest en kampen met personeelstekorten waardoor ze de vraag naar haardhout nauwelijks aankunnen. Daarnaast is er weinig retourvracht naar Oost-Europa.
Zeker is dat het hars bij het verbranden de kachel en schoorsteen behoorlijk vuil maakt. Coniferen kan je prima stoken. Wel heel lang laten drogen. En ook in dit hout zit hars, dus vervuiling van de schoorsteen is mogelijk.
Het vochtpercentage wordt gemeten op het gekloofde vlak. Het vocht wordt gemeten met de vochtmeter op drie punten in het hout, namelijk in het midden en 5 cm vanaf iedere kopse kant. De vochtmeter wordt vervolgens overdwars in het hout gestoken, dit om een meeting in dezelfde ader te voorkomen.
De poten van het houthok moeten minimaal 30 centimeter in de grond worden gegraven. Behandel het deel wat ingegraven wordt met een oleum product om houtrot als gevolg van vocht te voorkomen. Als je het houthok aan een muur gaat bevestigen kun je dit het beste doen met schroeven en pluggen van minimaal 8 millimeter.
Brandhout te lang opslaan is geen goed idee.
Hierdoor stijgt de kans op houtworm en boktorren. Bovendien verliest het jaarlijks 3% van haar energiewaarde. Wij raden een houtvoorraad van 3 jaar aan.
Bij het verbranden van nat hout komt er veel waterdamp vrij. Deze waterdamp neemt zoveel ruimte in de verbrandingskamer in dat deze de verbrandingslucht verdringt. Het gevolg is een verbranding die slecht verloopt.
Dek na het stapelen je brandhout af om het te beschermen tegen de regen. Al het water dat op het brandhout terecht komt, moet opnieuw opdrogen. Scherm de stapel niet volledig af met bijvoorbeeld een zeil. Neen, zorg dat je enkel boven op de houtstapel iets legt om de regen tegen te houden.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Door hout te kloven help je het niet alleen om sneller te drogen. De kleinere stukken haardhout zijn ook een stuk lichter en handzamer. Ze passen daardoor zo direct in de Outdooroven of kachel. Als je de voorbereiding in orde hebt, dan zal het aansteken van het vuur aanzienlijk minder tijd in beslag nemen.
Hoe hout werkt
De wanden van de strootjes bevatten ook vocht, dit wordt 'gebonden water' genoemd. Het is dit gebonden water dat verantwoordelijk is voor het krimpen en uitzetten van hout. In een vochtige omgeving nemen de celwanden vocht op, in een droge omgeving staan ze vocht af.
Stapels tak- en tophout laten een hoge biologische afbraak zien indien ze niet voldoende drogen. Goed bovenaan afgedekte stapels die in de wind liggen kunnen in 6 maanden worden gedroogd tot een vochtgehalte van 40%; Loofhout vertoont een snellere vrijgave van water dan naaldhout.
Ovengedroogd haardhout is hout wat door middel van droogovens is gedroogd. Hiermee wordt het vochtpercentage verlaagd tot minder dan 20%. Dit is vergelijkbaar is met twee tot drie jaar drogen in de wind.
Zolang het maar kan drogen naderhand en het geen jaar duurt. Wel van belang dat voordat je constructies gaat opsluiten (bijvoorbeeld met isolatie en/of folies) dat het dan vantevoren goed droog is zodat je niet onbedoeld water opsluit in de constructie.