Wat is het verschil? Bij afasie is er sprake van een taalstoornis en bij apraxie is het onderliggende probleem spraak. Mensen weten wel wat ze willen zeggen, maar krijgen het niet voor elkaar om hun 'spieren te programmeren'. De spieren werken nog wel, maar mensen weten niet meer hoe ze ze moeten aansturen.
Afasie is een taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel, waardoor patiënten moeite hebben met begrijpen of zich moeilijk kunnen uiten. Lezen en schrijven kunnen ook een probleem vormen. Afasie gaat dikwijls gepaard met halfzijdige verlamming.
Mensen met afasie ervaren problemen met taal in alle modaliteiten: spreken, begrijpen, lezen en schrijven.
Apraxie is een gevolg van een beroerte of hersenletsel. Van apraxie is sprake als het handelen niet meer doelmatig verloopt. Handelingen kunnen niet meer op de juiste manier worden uitgevoerd. De volgorde van de handelingen wordt door elkaar gehaald, of de persoon weet niet meer hoe hij deze handelingen moet uitvoeren.
Kenmerken apraxie
niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit kunnen beginnen. dingen in een verkeerde of omgekeerde volgorde doen, zoals sokken over je schoenen aantrekken. delen van een handeling vergeten, zoals je schoenen aantrekken zonder de veters te strikken.
Dementie en moeite met praten en begrijpen van taal
Dementerende mensen maken kortere zinnen en vreemde zinsconstructies. Het is steeds moeilijker dingen onder woorden te brengen of te begrijpen wat anderen zeggen. Dan is er sprake van een taalstoornis, ook wel afasie genoemd.
Wanneer als gevolg van hersenletsel een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, heet dat afasie. Afasie, A (=niet) fasie (=spreken) betekent dus dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Hij kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen. Afasie is dus een taalstoornis.
De richtlijn neuropsychologische revalidatie vermeld dat apraxie, net als afasie, vaak voorkomt na een CVA aan de linkerkant van de hersenen.
Het meest opvallende kenmerk bij verbale apraxie is dat het bewust vormen van woorden en klanken gestoord is, terwijl het automatisch spreken beter verloopt. Het zijn hierbij niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven. U heeft moeite om het woord juist uit te spreken.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging. Het hersenletsel ontstaat plotseling, bijvoorbeeld door een beroerte of een trauma. Vaak is verbetering mogelijk. PPA ontstaat geleidelijk, en wordt steeds erger.
Bijna altijd is er in de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist.
Maak oogcontact en let goed op non-verbale signalen (mimiek, intonatie, gebaren). Maak duidelijk waar het gesprek over gaat. Gebruik eventueel een tekening, afbeeldingen of foto's om het onderwerp te verduidelijken. Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit een zin.
Maar terwijl de klassieke vormen van afasie gekarakteriseerd worden door plotseling hersenletsel en taalverlies, is Primaire Progressieve Afasie toch echt een vorm van dementie, omdat de ziekte toenemende (progressieve) aantasting van de hersenen veroorzaakt.
Risicofactoren. Primair progressieve afasie treedt voornamelijk op boven de leeftijd van 45 jaar. Er zijn enkele genetische oorzaken van gekend (mutaties van progranuline, MAPT of C9orf72 maar de meeste vormen zijn sporadisch, d.i. niet-familiaal.
De behandeling is gericht op de individuele problematiek. Er worden oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de patiënt en zijn directe omgeving geleerd hoe zij op een andere manier met elkaar kunnen communiceren. Het kan zijn dat een communicatiehulpmiddel zinvol is.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Hoe vaak komt afasie voor? Ongeveer 30% van de mensen die een beroerte krijgt, de meest voorkomende oorzaak van niet-aangeboren hersenletsel, krijgt ook afasie. Jaarlijks zijn dat ongeveer 14.000 mensen in Nederland en België samen oftewel 38 per dag. In België en Nederland leven zeker 54.000 mensen met afasie.
Personen met een afasie van Broca: spreken niet vloeiend: - Het spreken kost hen veel moeite en er zijn veel pauzes. - De zinsbouw is sterk vereenvoudigd en sommige personen spreken in zinnen van één à twee woorden (telegramstijl).
Afasie is géén spraakstoornis, maar een stoornis in de hersenen. Bij mensen die lijden aan afasie is er een probleem met het begrijpen en produceren van taal. Deze mensen begrijpen de taal minder goed of kunnen niet meer op woorden komen of gebruiken ze verkeerd. Afasie ontwikkelt zich bij iedere persoon anders.
Afasie kan blijvend zijn, maar ook tijdelijk. De hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na een beroerte, maar de mate waarin een taalfunctie herstelt is verschillend. Als er geen verder herstel meer mogelijk is richt de therapie zich op het leren omgaan met de veranderingen.
Meestal blijft het tot in een gevorderd stadium van de aandoening goed mogelijk om zelfstandig te functioneren. Uiteindelijk zal er vaak wel hulp nodig zijn bij de zelfverzorging.
Wanneer iemand niet-aangeboren hersenletsel heeft, kan er sprake zijn van communicatieproblemen die niet door het taalsysteem verklaard kunnen worden. Er is dan géén sprake van een afasie. Deze communicatieproblemen worden dan cognitieve communicatieproblemen genoemd.