De muisarm gaat over klachten in de hand, pols, arm en schouder, veroorzaakt door overmatig werk met de computermuis. De meest gehoorde klachten bij een muisarm zijn stijve spieren, spierpijn, kramp, krachtverlies, tintelingen, spiervermoeidheid en vermindere coördinatie.
RSI-klachten ontstaan geleidelijk en kunnen zich voordoen in je handen, armen, schouders, nek en bovenrug. De klachten beginnen meestal als tintelingen, een koud of dood gevoel of lichte pijn. Deze klachten kunnen verergeren tot chronische pijn en stijfheid.
De klachten gaan niet weg binnen enkele dagen, maar blijven aanwezig of worden steeds erger. Een 'muisarm' is één van de bekendste KANS klachten. Hierdoor wordt vaak gedacht dat KANS een werkgerelateerd probleem is, maar dit is niet altijd het geval. Klachten kunnen ook thuis of op het sportveld ontstaan.
Neem de klachten serieus: ze zijn geen aanstellerij, ook al verdwijnen de klachten soms na een nacht of weekend rust. Neem maatregelen om RSI te voorkomen. Waarschuw eventueel een (bedrijfs)arts. De muisarm ontstaat door overmatige lichte belasting, zoals langdurig beeldschermwerk en fijn handwerk.
RSI is te herkennen aan tintelende en gevoelige handen, polsen, armen nek of schouders. Ook is er vaak sprake van trillende en vermoeide handen in de beginnende fase. In de beginfase zijn de klachten alleen aanwezig tijdens en vlak na het werk en verdwijnen deze in de avond en in het weekend.
Beweging: laat uw hand losjes naar beneden vallen. Trek met uw andere hand de desbetreffende hand naar uw lichaam toe totdat u het vlak voor uw elleboog voelt trekken. Houd dit 20-30 seconden vast. Herhaal elke 2 uur tegen een muisarm.
Maatregelen om een muisarm te voorkomen
Maak gebruik van een goede polssteun om de pols te ontlasten. Gebruik je muis met de 'verkeerde' hand in de hoop de werklast tussen linker en rechterhand beter te verdelen. Gebruik een ergonomisch gevormde ergonomische muis. Wissel je werkzaamheden af.
Met de muis van de menselijke hand wordt meestal de "duimmuis" bedoeld, het gewelfde gedeelte van de handpalm net naast de duim dat wordt gevormd door een aantal kleine spieren die de duim in verschillende richtingen doen bewegen.
Hoe voelt een tennisarm? Bij een tennisarm kan de buitenste elleboogknobbel aanraakgevoelig zijn. De pijn varieert van een stekende tot zeurende pijn. Vaak treedt er 's nachts stijfheid op in het ellebooggewricht die 's morgens pas weer verdwijnt na wat bewegen.
Symptomen van RSI
De klachten beginnen meestal als tintelingen, een koud of dood gevoel of lichte pijn. Deze klachten kunnen verergeren tot chronische pijn en stijfheid. Als je last hebt van nekpijn kan dit ook hoofdpijn veroorzaken. Je klachten kunnen ook van het ene naar het andere lichaamsdeel verhuizen.
RSI kan genezen, maar het kan ook terugkomen als je je lichaam weer overbelast. Als je je leefstijl aanpast en rekening houdt met je beperkingen kun je er mee leren leven.
Bij pols- en armklachten wordt er bijvoorbeeld vaak gekozen voor een verticale muis omdat deze een ergonomische houding van de pols en arm stimuleert. Heb je veel schouderklachten? Dan is een centrische muis juist een goede oplossing omdat je met deze muis volledig binnen de comfortzone van je schouders blijft.
De pijn in de bovenarm is het ergst wanneer de arm volledig gestrekt of gebogen is. Fysiotherapie kan helpen om de arm sterker en soepeler te maken. Soms is het verstandig uw werkzaamheden tijdelijk te staken, om het terugkeren van de slijmbeursontsteking te voorkomen.
Pijn. Pijn aan je gezicht of ogen: als de zenuwbaan beschadigt raakt, kun je pijn voelen. Ook kun je een branderig, prikkelend gevoel in je armen en benen hebben. 's Nachts of als het warm is, kan je pijn verergeren. Pijn kan ook komen door spierstijfheid, een verkeerde houding, te weinig beweging of verstopping.
Wanneer u vermoedt dat u RSI-klachten heeft, doe dan de volgende test: heeft u een doof/koud gevoel in uw handen? heeft u last van hoofdpijn? heeft u last van pijn in de handen, armen, schouders en bovenrug?
De klachten zijn belemmerend maar niet schadelijk. De spieren in armen, schouders en nek worden ook statisch belast. Ze moeten onafgebroken aangespannen blijven om het lichaam in balans te houden tijdens werkzaamheden achter een computer.
Pijn aan de buitenkant van de elleboog. De pijn kan uitstralen naar uw voorarm en hand. Hij is er tijdens de activiteit die uw pees overbelast heeft. U kunt de pijn ook voelen tijdens een heel lichte belasting, zoals een kop koffie naar uw mond brengen.
Een tennisarm gaat vanzelf over. Het kan wel maanden duren. Er is niets bekend waardoor het sneller over gaat. Blijf uw arm zo veel mogelijk normaal gebruiken.
Pijn is een van de belangrijkste kenmerken van een tennisarm. Deze pijn bevindt zich aan de buitenkant van de elleboog, op de plaats waar de spieren die helpen bij het strekken van de pols en de vingers hechten aan de bovenarm.
Een van de handwortelbeenderen is het scheepsvormige botje (os scaphoideum). Wanneer er een breuk in dit scheepsvormige botje optreedt wordt het een scaphoïdfractuur genoemd. Een scaphoïdfractuur komt relatief vaak voor. Veelal ontstaat de fractuur door een val met uitgestrekte hand.
Artrose in uw hand begint met stijfheid en pijn in uw duim, vingers of pols. U merkt dit vooral 's ochtends of bij bewegen na een tijd stilhouden van uw hand. Dit heet ochtendstijfheid en startpijn. Na 10 tot 30 minuten bewegen merkt u dat uw hand minder stijf wordt.
Pijn aan een gewricht: als het gewricht niet dik is, en er vooral bij het bewegen en belasten van uw gewrichten pijn is, kan er sprake zijn van artrose. Als de gewrichten duidelijk dik zijn, hebben mensen vaak pijn in rust die wat beter gaat na bewegen. Dit past meer bij gewrichtsontsteking (artritis).
Meestal gaat RSI gepaard met pijnklachten. Denk hierbij aan lokale pijn zoals pijn in de armen, polsen, handen, schouders. Vooral draaien, buigen en bewegen zijn provocerende bewegingen. Naast lokale pijnklachten, kunnen ook hoofdpijn en nekpijn RSI-symptomen zijn.
Harald Miedema heeft onderzoek gedaan naar RSI-klachten en het verloop daarvan. Bij twee derde van de mensen verminderen de beperkingen heel snel, bij een kwart van de deelnemers herstellen de beperkingen tot 6 maanden na aanvang en daarna bijna niet meer, en bij 9% treedt nauwelijks herstel op binnen twee jaar.