De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Ooit waren de regels dat voetgangers aan de linkerkant van de weg moesten blijven. Op die manier kon je het naderende verkeer beter zien, wat voor voetgangers veiliger was. In 1991 werd deze wet geschrapt, omdat bij bepaalde situaties het veiliger is om aan de rechterkant te lopen.
Veilig Verkeer Nederland adviseert om over het algemeen links van de weg te lopen. U kunt tegemoetkomend verkeer dan zien aankomen en u kunt dan beter reageren op eventuele onveilige situaties.
Er zijn geen officiële verkeersregels die aangeven aan welke kant van de weg voetgangers moeten lopen. Het is op wegen buiten de bebouwde kom het verstandigst om aan de linker kant van de weg te lopen, dus tegen het verkeer in. Je ziet dan het tegemoetkomende verkeer aankomen. Ga bij een tegenligger de berm in.
Vroeger was het voor wandelaars verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen. Op die manier konden ze auto's namelijk beter zien aankomen. In het verkeersreglement van 1991 komt deze verplichting echter niet meer voor. Dit betekent dat je tegenwoordig zelf mag kiezen aan welke kant van de weg je loopt.
De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
Maar ben je ook verplicht om links op de weg te wandelen? Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Je moet aan de linkerkant van de rijbaan wandelen in de door jou gevolgde richting wanneer er geen voetpad of bewandelbare berm aanwezig is. Is die wel aanwezig, dan mag je uiteraard niet op de rijbaan lopen.
Als wandelaar of loper ben je verplicht om eerst en vooral op het voetpad te stappen. Is dat er niet, dan moet je wandelen op de begaanbare berm (verhoogd of gelijkgronds). Als ook dat niet kan, mag je een parkeerzone of het fietspad gebruiken. Op dat laatste hebben fietsers altijd voorrang.
De enige regel is dat hardlopers en wandelaars op de stoep moeten lopen. Is die er niet, dan moet je naar het fietspad. Als beide paden er niet zijn, dan kan je op de weg lopen, in de buurt van de berm. Dat kan rechts zijn, maar ook links.
U herkent een 'verplicht fietspad' aan een blauw, rond bord met daarop een witte fiets. Het bord verplicht fietspad betekent dat de bromfietser op de rijbaan moet rijden. Brommers met een geel kenteken mogen wel rijden op een 'verplicht fiets- /bromfietspad'.
Stabiel lopen begint vanuit een goed getrainde romp. Als de rompmusculatuur vermoeid raakt kan het bovenlijf een beetje scheef gaan hangen, waardoor u meer moeite moet doen om recht te lopen. De oplossing is gelegen in krachttraining voor het hele lijf.
Volgens het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) moeten voetgangers het trottoir of het voetpad gebruiken. Als die ontbreken, gebruiken zij het fietspad of, als dat er ook niet is, de berm. Een voetgangersgebied is een gebied waarin eigenlijk alleen voetgangers en soms ook fietsers mogen zijn.
De regels in het kort
In principe loop je als voetganger altijd op de stoep of het voetpad. Als er geen stoep of voetpad is, mag je gebruikmaken van het fiets- of bromfietspad. Ontbreken die ook? Dan mag je op de uiterste zijde van de rijbaan lopen of in de berm."
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Als u binnen twintig meter afstand van een zebrapad bent, moet u dat gebruiken om de straat over te steken. Voor u de straat oversteekt, moet u er zeker van zijn dat er geen verkeer aankomt of dat u veilig kunt oversteken zonder het verkeer nodeloos te hinderen. U moet altijd voorrang verlenen aan tram en trein.
Een voetpad is het deel van de weg dat speciaal is voorbehouden aan voetgangers. Is er geen voetpad, dan moet je wandelen op de begaanbare berm (verhoogd of gelijkgronds). Pas als ook dat niet mogelijk is, mag je een parkeerzone of ook het fietspad gebruiken.
Zijn er geen trottoirs, voorbehouden paden of begaanbare bermen? Dan moet je: op het fietspad* stappen ( je moet wél voorrang verlenen aan de fietsers en bromfietsers) links op de rijbaan stappen, zo dicht mogelijk tegen de rand (als er geen fietspad is)
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.
Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
Voorrangsregels voor voetgangers
Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.