Het woord patat is ontleend aan het Spaanse 'patata', ontstaan als verbastering. Spaanse ontdekkingsreizigers maakten in de zestiende eeuw in de Andes kennis met de zoete aardappel ('batata') en de witte aardappel ('papa'), beide ontleend aan de Indiaanse taal Quechua.
De naam van friet of patat is afgeleid van de woordcombinatie patates frites; Belgisch-Frans voor 'gefrituurde aardappelen'.
In het noorden van Nederland wordt meestal patat gezegd, in het zuiden van Nederland bestel je vaker friet. De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel. Ook een klap of een mep wordt in sommige Belgische streken een patat genoemd.
Zowel patat als friet wordt omschreven als een verkorting van het Franse 'patates frites'. Patat betekent dus 'aardappel' en 'frites' betekent dat het gefrituurd is.
In de drie zuidelijke provincies van Nederland spreekt men van friet en in Vlaanderen wordt meestal van frieten, frietjes of fritten gesproken, terwijl in de rest van Nederland men het meestal over patat heeft. In Noord-Holland en Utrecht raakt de benaming Vlaamse friet echter steeds meer in zwang.
Het is regionaal bepaald wat men zegt. Boven de grote rivieren is het meestal patat, en onder de rivieren zeggen ze vaak friet.
Wie de eerste friet maakte is niet goed te achterhalen. Zowel de Fransen als de Belgen claimen de uitvinding van friet. De belgische historicus Jo Gérard zegt dat hij in een oud manuscript heeft gelezen dat er al friet werd gemaakt in 1680.
Friet, frieten, patat, patatten. En aardappelen.
De Belg zegt friet en de Nederlander patat.
In een Zuid-Hollandse snackbar bestel je een patatje flip als je patat met mayonaise en pindasaus zónder uitjes wilt.
Aardappelen eten we in Nederland al vanaf 1593. Maar friet eten we veel minder lang, namelijk nog maar 150 jaar. En dat wordt vandaag gevierd in Houten op het Frituurwereld Event. Anderhalve eeuw geleden werd op een kermis in Breda de eerste portie verkocht.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
“Veel mensen denken dat het stamt van de koloniale oorlog in Nederlands-Indië, en die link is heel begrijpelijk alleen pindasaus deed pas later zijn intrede. De naam staat heel simpel voor 'puinhoop op je bord'. Het is gewoon straattaal.”
Is het de of het friet
In de Nederlandse taal gebruiken wij de friet.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.
“De friet zoals we die vandaag kennen - in staafjes gesneden aardappel, die tweemaal zijn gebakken - zijn uitgevonden in Parijs”, zegt de Franse culinaire historicus Pierre Leclerq. “Rond 1885 zijn de frieten voor het eerst opgedoken in de straten van Parijs.
Voor wie een patatje oorlog niet gewelddadig genoeg is: patat met mayo, curry, saté en ui. Ook bekend onder de naam 'Patat revolutie'. Gaat in Den Haag door het leven als 'Patat ziekenhuis'.
Snacks hebben vaak aparte namen. De viandel, een variatie op een frikandel, afkomstig uit Vianen en een patatje oorlog kennen we allemaal wel. Maar heb je wel eens gehoord van een patatje Paay (zonder curry), een rupsband met modder (Mexicano met pindasaus) of een 'open ruggetje' (broodje frikandel)?
Een patatje speciaal is patat met mayonaise, curry of ketchup en gesnipperde uien. Daar is weinig twijfel over mogelijk.
Daar zijn woorden bij die in België wel bekend zijn, maar niet gebruikt worden – zoals doei, hartstikke, nou, onwijs, ouwehoeren – maar ook woorden die in België onbekend zijn, zoals chipknip, kinnesinne, ouwebeppen, sappelen, een wassen neus, de hand met iets lichten.
kap(je) horen we alleen in Nederland. poep/poep(e)ke is dan weer uitsluitend Belgisch (betekenis: achterste, kont) einde: idem. kant(je) is West-Vlaams.
In Nederland gebruikt men meestal het woord tas – ook wel zak – voor wat men in België altijd een zak noemt.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.