Onthoud: zakgeld is geen loon en ook geen middel om te straffen. Het is vooral bedoeld om van te leren. Laat je kind dan ook van fouten leren. Je hoeft als ouder echt niet direct in te grijpen als alles aan zaken opgaat die in jouw ogen niet nuttig zijn.
Ook kunnen kinderen van die leeftijd munten herkennen. Omgaan met geld leert je kind spelenderwijs. Zes jaar is dus een goede leeftijd om te beginnen met zakgeld.
Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen. De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen.
Zakgeld is niet verplicht en hoeveel zakgeld je krijgt, bepalen je ouders in overleg met jou. Op de website van het NIBUD zie je hoeveel zakgeld jongeren gemiddeld krijgen en je kunt zelf uitrekenen of je genoeg zakgeld krijgt. Mag jij ook zelf je kleren kopen? Dan krijg je meestal kleedgeld van je ouders.
Hotel mama kost 250 euro per maand. Werkende jongeren die thuis wonen, zouden gemiddeld 250 euro per maand moeten bijdragen voor 'Hotel Mama'.
Uit een onderzoek van de Nibud krijgt de gemiddelde scholier ongeveer €50,- aan kleedgeld. Dit bedrag is iets lager, omdat ouders vaak sportkleding, ondergoed, sokken en badkleding betalen. Vanuit het Nibud is er geen richtlijn qua hoeveelheid kleedgeld per leeftijd.
Scholieren die sparen hebben een gemiddeld spaartegoed van 1.392 euro. Dit is minder dan in 2016, toen scholieren 1.641 euro aan spaargeld hadden. De ene helft van de scholieren met spaargeld heeft minder dan 500 euro gespaard, de andere helft heeft meer dan 500 euro gespaard. In 2016 lag de mediaan op 600 euro.
Volgens het CBS is dus één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent (€ 375 ,- euro bij een inkomen van € 1500,- per maand) en drie kinderen 29 procent (€ 435,- per maand bij een inkomen van € 1500,-).
Uit de cijfers van het Nibud blijkt dat alle kleding (dus een compleet setje van ondergoed tot jas) vanaf twaalf jaar en ouder 56 euro per maand kost. Uit de cijfers van 2016 blijkt dat een gemiddelde scholier ongeveer 50 euro per maand aan kleedgeld krijgt. Dit bedrag is voor vrijwel elke leeftijd gelijk.
Er zijn geen vaste regels voor hoeveel zakgeld je geeft. Veel hangt af van het inkomen van de ouders én wat je kind er allemaal mee moet betalen. Enkel de frisdrank na de voetbal of de scouts of ook cadeautjes, kleren, of een gsm-abonnement? Algemeen geldt wel dat de meeste tieners minstens 5 euro per maand krijgen.
Hoeveel kleedgeld u geeft hangt af van uw eigen inkomsten en wat uw kind er wél en niet van moet betalen. Uit het Nibud Scholierenonderzoek van 2016 blijkt dat kinderen van 12 tot 18 jaar gemiddeld € 50 kleedgeld per maand krijgen. Dat bedrag is vrijwel gelijk voor alle leeftijden.
Als je thuis woont, besteed je gemiddeld 92 euro per maand om je sociale relaties te onderhouden. Als je alleen woont, stijgt dat tot 128 euro per maand. De grootste besparing zit in de kosten voor het internet, het ophalen van het huishoudelijk afval en de provinciebelastingen.
Een kind kost nog iets meer dan die auto: ongeveer 120.000 euro. Er zit wel een adder onder het gras. Want per kind krijg je, ongeacht je portemonnee, in totaal 17.000 euro kinderbijslag. Bij een lager inkomen krijg je ook een kindgebonden budget.
Het Nibud adviseert om elke maand 10% van je netto-inkomen opzij te zetten. Je hoeft echt niet elke maand precies 10% te sparen. Probeer te zoeken naar een balans. Zo kan je de ene maand wat meer sparen dan de andere maand.
1 – 6 jaar: €10 – €30. 6 – 8 jaar: €15 – €30. 10 – 12 jaar: €15 – €50. 13 – 18 jaar: €20 – €100.
Een handige vuistregel is dat je ongeveer 2-3 maandsalarissen aan buffer aanhoudt als alleenstaande, zo'n 3-4 maandsalarissen als samenwonend stel, en zo'n 4-5 maandsalarissen als gezin. Het Nibud biedt een handige BufferBerekenaar aan, die je advies geeft over hoeveel financiële buffer jij nodig hebt.
Uit onderzoek van het Nibud (link naar de website van het Nibud) blijkt middelbare scholieren (veel) meer zakgeld krijgen dan kinderen op de lagere school. Een brugklasser ontvangt gemiddeld €15 tot €20 per maand.