Nachtactieve vogels hebben vooral veel staafjes en compenseren het gemis aan scherpte door een heel goed gehoor. Bijna alle siervogels zijn nachtblind, als het donker wordt zien ze helemaal niets. Daarom kunnen ze schrikken van onbekende geluiden bij de kooi.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Vogels die overdag zo talrijk aanwezig zijn, zijn 's nachts grotendeels afwezig. De belangrijkst groep die zich heeft aangepast aan het leven in het donker zijn uilen. In onze streken is de kerkuil toch wel de meest kenmerkende verschijning.
De meeste (kleine) zangvogels vliegen dan ook 's nachts. Dan hebben ze in elk geval minder kans om gepredeerd te worden. Hoe ze zich oriënteren in het donker is een van de grote mysteries van de vogeltrek. Grotere vogels vliegen over het algemeen overdag omdat ze grotendeels afhankelijk zijn van thermiek.
De ogen van vogels lijken op die van mensen. Met de staafjes in het netvlies zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben. Daarnaast zien vogels, in tegenstelling tot mensen, ook ultraviolet licht en beleven de wereld daardoor toch heel anders dan wij.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Vogels poepen en plassen tegelijkertijd. Ze hebben niet als mensen een aparte urineblaas. Ze lozen alles in 1 keer en dat doen ze via dezelfde uitgang. Vogels hebben een cloaca.
Het antwoord daarop is simpel: vogels zien het glas niet. De dieren zijn niet in staat om glas te herkennen als obstakel en het te vermijden. Vooral ruiten die de omgeving weerspiegelen en ruiten die tegenover elkaar geplaatst zijn waardoor een vrije doorgang mogelijk lijkt vormen een groot gevaar voor vogels.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Nestkasten als slaapplaats voor vogels
Ondanks dat dons is de nacht gevaarlijk guur voor vogels als het hard waait of vriest. Ze zoeken dan zoveel mogelijk beschutting: bij elkaar, in dichte struiken, onder daken, maar ook in holen of nestkasten. En daar komen wij in beeld.
Vleermuizen onder het dak
Vleermuizen in huis zijn geen uitzondering, vaak merk je zelfs niet dat ze er zijn. Ze zoeken veilige schuilplaatsen met een kleine ingangsopening. Onder een dakpan is het ideaal voor een vleermuis, maar ook in spouwmuren, rolluikkasten en achter gevelplanken brengen ze graag de nacht door.
Duiven slapen graag op harde ondergronden zoals gevelranden, dakgoten, vensterbanken en balkons. Duiven kunnen alleen poepen als ze zitten. Hun zitplekken raken dan ook snel ernstig bevuild met uitwerpselen. Een duif produceert ongeveer 14 kg poep per jaar.
Die vogels hebben thermiek nodig", zegt hij. Dat betekent dat ze warme lucht nodig hebben om op te vliegen. "En grote vogels hebben ook goed zicht nodig en oriënteren zich op de landsgrenzen.
Voor het eerst hebben onderzoekers bewezen dat vogels tijdens hun vlucht kunnen slapen. Het zijn echter maar korte dutjes. Sommige vogels maken lange trektochten en zijn dagen, weken of zelfs maanden op rij in de lucht te vinden.
Dat vogels op een poot slapen is een kwestie van energiebesparing. De poot van de vogels is niet meer dan vel over been, zo goed als geen isolatie. Via de poten gaat dus veel energie verloren, wat de reden is dan ze een poot optrekken tussen de veren. Tussen de veren is een poot goed geïsoleerd.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.
Wanneer een vogel tegen het raam botst en niet meteen weer wegvliegt, wil dat zeggen dat de schok vrij hard was.
Dat doen ze omdat ze daarin een indringer in hun territorium denken te zien. En indringers, daar wil je zo snel mogelijk vanaf. Dus wordt er met veel energie geprobeerd het spiegelbeeld te verdrijven.
Raamslachtoffers. Zijn vogels die met een harde knal tegen het raam of windscherm vliegen. Vaak blijven deze vogels versuft liggen, soms hebben ze hun nek gebroken en zijn ze dood.
Uitdrogingsgevaar is er niet, maar ze kunnen wel opzwellen. Daarom plassen ze veel. Ze hebben een cloaca of een opening achter de anus waar de plas en poep uitkomt. Indien je dus een zeevis in zoet water zet dan zal deze niet overleven.
Hoewel het in veel landen geluk brengt wanneer er een vogel op je poept, heeft het voor auto's minder fortuinlijke gevolgen. Autofabrikant Ford maakt daarom kunstmatige vogelpoep, zodat auto's beter beschermd kunnen worden.
Vogels lozen poep en plas tegelijk via één uitgang: de cloaca. Vogelpoep is daarom meestal een witte natte brij met in het midden een donker deel: het poepje.