Ook dieren hebben talen. Maar in tegenstelling tot bij de mens heeft het woordje taal een veel uitgebreidener betekenis. Bij dierentaal gaat het om alle middelen die een dier gebruikt om iets mee te delen aan de wereld om hem heen.
Als mens moeten wij onze taal dus leren, maar ook hierin zijn we niet uniek. Op dit moment zijn er vijf andere diersoorten bekend die, net als de mens, een geleerd communicatiesysteem hebben: vleermuizen, bultrugwalvissen, tuimelaars (een soort dolfijn), papegaaien en zangvogels.
De chimpansee is het meest verwant aan de mens. Met tal van gezichtsuitdrukkingen, houdingen en uitroepen kan hij zich verstaanbaar maken aan ons. Van alle dieren hoort hij bij de groep die daartoe het beste in staat is.
Katten kunnen, net als veel andere dieren, dus wel communiceren over hun wensen. Zweedse onderzoekers vermoeden dat ze daarbij een eigen accent gebruiken. Daar zouden ze niet de enige in zijn: van wolven, Amazonepapegaaien, potvissen en zebravinken weten we dat ze verschillende dialecten hebben.
Dieren praten niet in woorden met elkaar, maar ze kunnen elkaar wel begrijpen. Dieren praten met elkaar via lichaamstaal, geluiden, geuren, kleuren en trillingen.
Wat hij en al die andere hondenliefhebbers altijd al wisten, werd nu definitief door de wetenschap erkend: honden verstaan hun baasje niet alleen opperbest, maar doen dat ook nog precies zoals mensen het doen. 'Hond begrijpt woord voor woord wat het baasje te zeggen heeft,'
Haringen praten met elkaar door scheten te laten.
Uit recent onderzoek, ook aan de Eötvös Loránd Universiteit in Boedapest blijkt dat honden verschillende talen van elkaar kunnen onderscheiden.
Door als jong kuiken aandachtig te luisteren naar hun ouders of soortgenoten leren deze vogels hun boodschap overbrengen met de juiste geluiden of gezangen. Vogels die liedjes van soortgenoten leren én een repertoire van slechts één of enkele liedjes hebben, zijn het meest waarschijnlijk om dialecten te vormen.
Limburgse dialectwoorden voor hond
“Echte” dialectwoorden voor hond vind je in de Oostelijke Mijnstreek, waar een hond ook wel eens keuter wordt genoemd. Echt Roermonds is het woord kielf. En over Roermond gesproken: daar hebben ze ook een bekend liedje over honden.
Stembanden. Papegaaien hebben geen stembanden, maar maken geluiden doormiddel van een orgaan dat voorin de luchtpijp zit: de syrinx. Doordat dit orgaan trillingen veroorzaakt, kunnen de vogels op deze manier verschillende (harde en zachte) geluiden tegelijkertijd maken, waardoor ze woorden kunnen zeggen.
Vogels praten ook met hun gedrag, bijvoorbeeld om belagers of soortgenoten weg te houden. Denk maar aan ganzen die een alarmhouding aannemen (kop omhoog, hals smal en lang). Of een fuut die zich groot maakt, door de veren op te zetten, wanneer een belager te dicht bij het nest komt.
Dieren kunnen dan misschien communiceren, maar hebben geen taal. De klanken van apen lijken wel wat op die van mensen. Dat zij toch niet zo'n uitgebreid klankenrepertoire hebben komt door de bouw van hun spraakkanaal, maar vooral ook doordat hun cognitieve vermogens niet toereikend zijn.
Bij dierentaal gaat het om alle middelen die een dier gebruikt om iets mee te delen aan de wereld om hem heen. Dan hebben we het niet alleen over geluiden, maar ook over gebaren, mimiek, kleuren en ook geuren. Hoe ontwikkeld die taal is, hangt van diverse factoren af.
Kunnen die dieren elkaar verstaan? In principe wel, zegt gedragsbioloog Claudia Vinke van de Universiteit Utrecht. „Wij doen veel studies naar hondengedrag, en daarin zie je dat honden uit verschillende landen een universele taal spreken – deels verbaal, en grotendeels non-verbaal.
Communicatiemiddelen. Het onderlinge contact van honden vindt voornamelijk plaats via lichaamshoudingen, stand van de staart, de oren en de mimiek. De stand van de staart en oren is, in samenspel met de totale houding van het lichaam van belang voor onderlinge hiërarchie van elkaar ontmoetende of samenlevende honden.
Vink (Fringilla coelebs)
De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.
Het woord blaffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Net als mensen uit verschillende gebieden 'spreken' honden dialect. Hierin spelen opvoeding en rastypische kenmerken een belangrijke rol. Een hond met staande oren zal niet automatisch de lichaamstaal van een hond met hang- of tiporen verstaan.
Honden communiceren grotendeels door middel van hun lichaam en hun eigen hondentaal. Een oortje naar voren of naar achteren, het likken van de neus, een voorpoot omhoog, weet jij wat jouw hond tegen je zegt? In dit artikel en bijbehorende video leer je kijken én luisteren naar je hond!
Op dit moment denk je misschien: 'nou, ik laat zeker niet zo veel scheten. ' Maar, oh, jawel. Het blijkt dat we allemaal gas uitdrijven, niet alleen als we wakker zijn, maar ook als we slapen. Het is tenslotte een reflex.
Het stinken van winden heeft te maken met een geringe hoeveelheid stinkende gassen. Dit zijn vaak zwavelverbindingen (rotte eieren) die vrijkomen bij de afbraak van bepaalde eiwitten. De samenstelling en de geur van het darmgas heeft onder andere te maken met de voeding en de darmflora.
Katten, schildpadden, cavia's en zelfs muggen doen het. Die van muggen zijn piepklein. Kwallen laten ze trouwens niet, want die hebben geen anus, een belangrijke voorwaarde voor een scheet. Vogels ook niet.
Hoewel honden niet het fysieke vermogen hebben om menselijke woorden te spreken, laten ze ons wel zien dat ze cognitief kunnen denken. Wetenschappers hebben vastgesteld dat honden net zo slim zijn als een peuter als het gaat om hun vaardigheden met vocabulaire kennis.
Hij kan misschien niet terug praten. Maar volgens wetenschappers van de Amerikaanse Emory University snapt hij wél wat je zegt. De onderzoekers concluderen dat honden het gesproken woord op dezelfde manier verwerken als wij mensen. In hetzelfde deel van de hersenen.