UTRECHT - Vrouwen bij wie de baarmoeder wordt verwijderd, hoeven niet bang te zijn dat hun seksuele genot hieronder te lijden heeft. Onderzoek van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht onder ruim vierhonderd vrouwen wijst uit dat zij hun seksleven beter waarderen na de operatie.
Gevolgen van een baarmoederverwijdering op lange termijn. Na het verwijderen van de baarmoeder kunt u geen kinderen meer krijgen. Ook zult u niet meer menstrueren Echter in geval de baarmoedermond nog is achtergebleven, kan u wel een beetje bloed- of slijmverlies hebben ten tijde van de verwachte menstruatie.
Zolang u nog bloedverlies heeft via de vagina mag u geen tampons gebruiken, niet baden, zwemmen of naar de sauna gaan. Dit in verband met hygiëne en risico op een infectie. Douchen mag wel. Wij adviseren pas na 2 weken na de operatie auto te gaan rijden en korte stukjes te fietsen.
Bij elke operatie is er een risico op het ontstaan van een nabloeding, infectie of trombose. Sommige patiënten kunnen na de operatie last hebben van moeheid, duizeligheid en concentratieproblemen. Deze klachten zijn meestal een gevolg van de narcose. Meestal verdwijnen deze klachten na verloop van tijd vanzelf.
Ook als de baarmoeder via de vagina of laparoscopisch verwijderd is, is de buik de eerste dagen pijnlijk. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, niezen of lachen kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen; dat voorkomt pijn. Na een dag wordt een eventuele gaastampon verwijderd.
Een normale baarmoeder is zo groot als een kleine peer en weegt 50 gram. De baarmoeder bestaat voornamelijk uit stevig spier- weefsel. Soms ontstaat plaatselijk verdikkingen in de baarmoeder- spier die vleesbomen (myomen) worden genoemd en aanleiding kunnen geven tot hevige en pijnlijke menstruaties.
Over het algemeen is het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap (vrijen) te hebben, zodat het wondgebied goed kan genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen minder zin in vrijen.
Het vaginale bloedverlies en de afscheiding moet na ongeveer 6 weken over zijn. Bel uw gynaecoloog of de polikliniek als dit langer duurt. U krijgt het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken. Het litteken in de top van de schede kan dan goed genezen.
De baarmoedermond (cervix) wordt bij deze operatie altijd verwijderd. Meestal kunt u twee tot vier dagen na de opname weer naar huis. U moet rekening houden met een herstelperiode van zes weken waarin u niet zwaar mag tillen en waarschijnlijk niet kunt werken.
Baarmoederkanker kan ook uitzaaien naar andere organen. Dat gebeurt meestal pas in een laat stadium. Als baarmoederkanker uitzaait, is dat meestal naar de longen, de lever en de botten. Uitzaaiingen in de buikholte komen vooral voor bij non-endometroïde baarm0ederkanker.
Wat zijn vleesbomen? Vleesbomen zijn goedaardige knobbels, die meestal uitgaan van de baarmoederspier. Ze bestaan uit spier- en bindweefsel en voelen een beetje rubberachtig aan. Myomen kunnen een paar millimeter groot zijn, maar ook zelfs een paar kilo wegen.
U heeft soms een katheter, deze zorgt voor de afloop van urine en ontlast de blaas. Soms brengt de gynaecoloog aan het einde van de operatie een tampon (een lang gaas) in de schede in. Dit stelpt kleine bloedinkjes. U kunt vaginaal wat bloedverlies hebben.
Bij een baarmoederverwijdering via de schede of kijkoperatie bestaat er altijd een kleine kans dat de gynaecoloog tijdens de ingreep alsnog moet overgaan tot een buikoperatie. De operatie duurt in het algemeen ruim een uur. Na de operatie wordt u weer wakker op de uitslaapkamer.
De buik is gevoelig voor emoties (denk maar aan verliefdheid of grote angst) en ook bij (onbewuste)spanningen kan dus buikpijn ontstaan. Als in deze gevallen de baarmoeder wordt verwijderd, blijkt dat de pijnklachten direct na de operatie meestal wel verminderen, maar binnen een paar maanden weer terugkeren.
Enkele dagen na de ingreep een opgeblazen buik door het koolzuurgas wat in de buik is geblazen tijdens de operatie. Lichte temperatuursverhoging en spierpijn. Mogelijk bloedverlies via de schede. Dit kan enkele dagen tot een paar weken aanhouden.
Endometriose kan in een beperkt aantal gevallen terugkeren zelfs nadat de baarmoeder en eierstokken zijn verwijderd. Er kan dan geen nieuwe endometriose meer ontstaan omdat er geen nieuw baarmoederslijmvlies in de buik terechtkomt.
Vleesbomen of myomen zijn goedaardige verdikkingen in de spierwand van de baarmoeder. Myomen komen in alle maten voor: zeer klein (als een speldenknop) tot wel twintig centimeter groot. Ze groeien onder invloed van het hormoon oestrogeen.
Een vleesboom groeit door vrouwelijke hormonen (oestrogeen en progesteron). Daarom komen vleesbomen vooral voor bij vrouwen jonger dan 50, als ze vruchtbaar zijn. In deze situaties kunnen vleesbomen ook groter worden: Als u zwanger bent.
Een baarmoederoperatie kan nodig zijn bij vleesbomen (myomen), stoornissen in de menstruatie, verzakking van de baarmoeder, endometriosis of kwaadaardige aandoeningen. Tijdens de operatie haalt de gynaecoloog doorgaans de baarmoeder weg. Ook neemt hij of zij de baarmoederhals en de baarmoedermond weg.
Een sterilisatie van de vrouw heeft geen invloed op de hormoonhuishouding, menstruatie, seksuele gevoelens of de overgang.
Op langere termijn kan het zijn dat het baarmoederslijmvlies weer aangroeit. Herhaling van de behandeling kan dan nodig zijn. Verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie of uterusextirpatie) adviseert de gynaecoloog doorgaans pas als andere behandelingen niet het gewenste resultaat opleveren.
Zonder een baarmoeder kan een vrouw niet meer zwanger worden en niet meer menstrueren. De hieronder beschreven gevolgen zijn mogelijkheden waar sommige, maar lang niet alle vrouwen, last van kunnen hebben.
Het komt zeer zelden voor dat een myoom kwaadaardig wordt. Daarom hoeft een myoom dat geen klachten veroorzaakt, niet altijd te worden verwijderd. Wel kan een zeer snelle groei een aanwijzing zijn voor kwaadaardige veranderingen. Daarom controleert een arts de groei van de myomen met regelmatige tussenpozen.