Leven zonder slokdarm is mogelijk, een manier van “vervangen” van de slokdarm is de buismaag. De slokdarm wordt verwijderd en vervangen door het resterende gedeelte van de maag welke om hoog getrokken wordt.
Wat is de overleving van slokdarmkanker? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 24 van de 100 mensen in leven.
Patiënten met niet-uitgezaaide slokdarmkanker krijgen meestal een combinatie van chemotherapie en bestraling, gevolgd door een operatie. Ongeveer 50% van alle mensen in Nederland die deze behandeling krijgt, is na vijf jaar nog in leven. Voor patiënten van het Catharina Ziekenhuis ligt dat getal rond de 60%.
Slokdarmkanker wordt meestal laat ontdekt, omdat de ziekte in het begin weinig of geen klachten geeft. Hierdoor is een genezende behandeling vaak niet mogelijk. 5 jaar na de diagnose is slechts 25% van de patiënten nog in leven.De 10-jaarsoverleving is maar 19%.
Bij een operatie bij slokdarmkanker wordt bijna de hele slokdarm weggehaald.Van de maag wordt een vervangende slokdarm gemaakt. Dit heet een buismaag.
Als slokdarmkanker niet is uitgezaaid, heeft u kans om te genezen. en daarna een operatie.
Bij slokdarmkanker in een gevorderd stadium is genezing vaak niet meer mogelijk. Dit is het geval als er uitzaaiingen zijn gevonden. Of als de tumor te ver in omliggende weefsels of organen is gegroeid. De behandeling die je dan krijgt is gericht op het afremmen van de ziekte en het verminderen van klachten.
Bij slokdarmkanker is een kwaadaardige tumor ontstaan (gezwel) in de slokdarm. Een kwaadaardige tumor kan zich kan uitzaaien (verspreiden) in het lichaam. Als slokdarmkanker uitzaait, is dat meestal naar de lever of longen. Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker.
Slokdarmkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Per jaar krijgen ruim 2.500 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 55 jaar. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen.
Slokdarmkanker is een van de meest agressieve kankersoorten die er is. De behandeling is dan ook niet niks: na chemotherapie en bestraling volgt vaak ook nog eens een risicovolle en ingrijpende operatie die veel invloed heeft op de kwaliteit van het leven van de patiënt.
Slokdarmkanker komt vooral voor bij ouderen. Roken, alcohol en veel vlees eten verhogen de kans op slokdarmkanker. Overgewicht, vaak zeer hete drank drinken, en bestraling (bij bijvoorbeeld borstkanker) vergroten de kans op slokdarmkanker.
Pijnlijk en/of vol gevoel in de buurt van het borstbeen. Duizeligheid en vermoeidheid. Hoesten en verslikken.
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan.
Symptomen van slokdarmkanker kunnen zijn: afvallen. moeizame doorgang van voedsel in de slokdarm. pijn achter het borstbeen tijdens het eten.
Symptomen van slokdarmkanker treden vaak pas op als de tumor er al een tijd zit. Mogelijke klachten bij slokdarmkanker zijn: moeite met slikken, het eten blijft steken of wil niet goed zakken door de slokdarm, pijn achter het borstbeen tijdens het eten, gewichtsverlies, vermoeidheid en duizeligheid door bloedarmoede.
Gevolgen van slokdarmkanker
De ziekte kan veel invloed hebben op je dagelijks leven. Je kunt lange tijd last hebben van klachten. Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch. Belangrijke gevolgen bij slokdarmkanker zijn leven met een buismaag of een stent en problemen met eten en drinken.
Dan is het de bedoeling dat de tumor kleiner wordt. De operatie wordt daardoor makkelijker. Ook is de kans dat slokdarmkanker terugkomt na de operatie kleiner. De behandeling bestaat dan uit 23 bestralingen in 4,5 week, gecombineerd met 5 kuren chemotherapie, 1x per week.
De meest voorkomende klacht bij slokdarmkanker is het gevoel dat eten blijft hangen of niet goed zakt. Dit heet ook wel passageklachten. Een tumor in de slokdarm kan ervoor zorgen dat eten kan blijven hangen of blijven steken. Je kunt ook het gevoel hebben dat het eten niet goed of langzamer naar beneden zakt.
Hoe wordt de diagnose slokdarmkanker gesteld? De huisarts doet vaak eerst een bloedonderzoek. Slokdarmkanker kan zelf niet worden aangetoond in het bloed. Maar de arts kan wel met een algemeen bloedonderzoek kijken hoe je conditie is.
Bij slokdarmkanker is er een grote kans op uitzaaiingen. Deze uitzaaiingen komen vooral voor in de lymfeklieren, de longen en de lever. Slokdarmkanker is een ernstige ziekte die de laatste jaren steeds vaker voorkomt.
Bij een uitzaaiing zitten er kankercellen uit de slokdarm op een andere plek in het lichaam. De kankercellen komen daar via lymfevocht of bloed terecht. Een uitzaaiing wordt ook wel metastase genoemd. Als slokdarmkanker is uitgezaaid naar andere organen, is genezing niet meer mogelijk.
Slokdarmkanker kan op verschillende manieren behandeld worden. De behandeling is meestal gericht op genezen, maar kan ook tot doel hebben klachten te verlichten.
Oorzaken en symptomen slokdarmkanker
Een plaveiselcelcarcinoom komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen en is geassocieerd met overmatig roken en alcoholgebruik. Een adenocarcinoom komt vaker voor bij mannen en wordt mogelijk veroorzaakt door het terugvloeien van maagzuur in de slokdarm.
Erfelijkheid. Er is nog veel onduidelijk over der rol van erfelijkheid bij het ontstaan van slokdarmkanker. Er wordt aangenomen dat bij een klein aantal van de gevallen van slokdarmkanker er mogelijk sprake is van erfelijke aanleg.