Water die opgeloste zouten bevat, zoals zeewater, bevriest veel later. Hoe meer zout het water bevat hoe langer het duurt voordat het stolpunt wordt bereikt. Zeewater bevriest pas bij gemiddeld -1.9 graden.
Geen eb en vloed meer
Pas op 23 januari 1963 gebeurde wat niemand ooit voor mogelijk hield. De zee vroor compleet dicht. Er was geen eb en er was geen vloed, er was geen branding en er waren geen vogels.
Zee-ijs bedekt per jaar gemiddeld 6,5% (22,5 miljoen km²) van de wereldzeeën. Doordat de oceanen uit zout zeewater bestaan, vindt de bevriezing plaats bij een temperatuur van ten hoogste -1,8°C.
De marathonwinter van 1962-1963 (2) : de bevroren zee.
Dit komt omdat het vriespunt van zout water een stuk lager ligt dan dat van zoet water. Hoe meer zout het water bevat, hoe lager het stolpunt ligt. Door het zout wordt het water feitelijk verdund. Hierdoor is het voor de watermoleculen moeilijker om zich aan elkaar te hechten wanneer het vriespunt bereikt wordt.
Het water met zout bevriest niet bij 0°C en kan daarom wel kouder worden dan 0°C. Hoe meer zout je in het water doet hoe lager het vriespunt wordt. Het vriespunt van zout water kan wel zakken tot -22°C.
Zout verlaagt het vriespunt van water, en dus ook het smeltpunt van ijs. Dat wil zeggen dat ijs niet smelt bij 0°C, maar bij een lagere temperatuur. Dat is ook de reden waarom we zout strooien in de winter: het ijs zal sneller smelten.
Na 1963 zijn er in enkele winters nog wel wat ijswallen langs de kust gevormd maar zo extreem als in dat jaar is het tot nu toe niet meer geweest. De ijswallen langs de kust bereikten soms een hoogte van 2.5 meter! Onder deze prachtige natuurlijke brug ziet men de op dat moment nog niet geheel bevroren zee.
Winter van 1963 het koudst
De temperatuur daalde maar liefst 81 nachten tot onder het vriespunt. Daarvan waren maar liefst 54 nachten met matige vorst (temperaturen beneden -5 graden) en 24 nachten met strenge vorst met temperaturen beneden -10 graden. Al deze waarden zijn een record.
December 1962
Het IJsselmeer was vóór Kerst dichtgevroren. Tijdens de jaarwisseling waren er zware sneeuwstormen met huizenhoge sneeuwhozen. In het hele land raken dorpen geïsoleerd en veel noord-zuid verbindingen worden bedolven onder dikke lagen stuifsneeuw tot duinen van 2 tot 3 meter hoogte.
Zuidelijke Oceaan – 7.437 meter
Op plek vier de Zuidelijke Oceaan, de koudste én jongste van de oceanen. In 2000 gaf de International Hydrographic Organization (IHO) de wateren rondom Antarctica een eigen naam, daarna erkende ook de National Geographic Society dit als vijfde oceaan.
Vriespunt. Het vriespunt daalt vrijwel lineair met toenemende saliniteit. Bij een zoutgehalte van 0 heeft water een vriespunt van 0,0 °C, terwijl dit bij een zoutgehalte van 35‰ op −1,9 °C ligt.
De gemiddelde diepte van de oceanen op aarde is ongeveer 3.960 meter. Dat is ongeveer dertien Eiffeltorens bovenop elkaar. Het diepste punt, de Marianentrog bij de Filippijnen, ligt op meer dan elf kilometer.
Bora Bora in Frans-Polynesië hoort zeker in de lijst thuis als het gaat om kristalhelder zeewater. Waar anders vind je zulke prachtige lagunes, oogverblindende stranden en mooie koraalriffen? Als je kleurrijke zeedieren wilt zien zwemmen, moet je hier zeker heen.
De temperatuur van het zeewater is in de winter rond de 5 à 6 graden.
Schaatsclubs organiseerden in 1963 zelfs drie rally's. 'Het ijs op het IJsselmeer was 70 centimeter dik', zegt Hans Buiter, verenigingshistoricus van de ANWB.
Op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan min 11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot min 24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Op 27 januari 1942 registreerde Winterswijk min 27,4 graden, de laagste temperatuur van de eeuw in ons land.
Met temperaturen rond de -40 °C in de winter wordt het leven in het Siberische Jakoetsk bepaald door de kou. Minstens drie maanden per jaar is het in Jakoetsk, in het oosten van Siberië, rond de veertig graden onder nul. Daarmee is dit de koudste stad op aarde.
Antarctica is verreweg het koudste continent op aarde. Met uitzondering van een smalle kuststrook vriest het er eigenlijk altijd. Antarctica is niet alleen erg koud, maar ligt ook nog eens extreem geïsoleerd van andere continenten doordat het wordt omringd door de ijskoude en diepe Antarctische Oceaan.
Een voorbeeld: bij een watertemperatuur van 17 graden is de overlevingstijd 23 minuten (Noordzee in de zomer).Bij 7 graden is deze 19 minuten (Noordzee in de winter).
Aan de andere kant is de lat vrij hoog gelegd: pas bij een koudegetal boven de 300 mogen we van een “strenge” winter spreken. Dat zijn er dus drie: 1942, 1947 en 1963. Een winter met H > 160 mag het predicaat “zeer koud” dragen. Hiervan zijn er zes, met de laatste in 1985.
Vroeger. Zo heel lang bestaat de Noordzee eigenlijk nog niet. Tijdens de laatste ijstijd was de Noordzee een grote steppe, waar prehistorische dieren als mammoeten en wolharige neushoorns liepen. Zo'n 9.000 jaar geleden kwam er een eind aan de ijstijd en begon het water te smelten.
Wetenschappers meten: Water bevriest soms pas ver onder het vriespunt. Superkoeling, noemen wetenschappers het: het feit dat water soms ook onder het vriespunt van nul graden vloeibaar blijft. Theoretici schatten tot dusver dat dit tot ongeveer 40 graden onder nul zou kunnen optreden.
Toch is dit geen goede keuze! Zeewater is drie keer zo geconcentreerd als menselijk bloed, en om het te verwerken, zou het lichaam het overtollige zout in de vorm van urine uitscheiden via de nieren. Wanneer je zout zeewater drinkt, is het lichaam niet meer in staat om het zout uit het lichaam te spoelen.
Hoe meer zout het water bevat hoe langer het duurt voordat het stolpunt wordt bereikt. Zeewater bevriest pas bij gemiddeld -1.9 graden. Zoet water – dat nooit geheel schoon is – heeft ook een stolpunt dat iets lager ligt dan 0,0 graden Celsius, bijv. bij -0,2.