vnw. (indefiniet pronomen) Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere: iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).
De belangrijkste onbepaalde voornaamwoorden zijn: IEMAND, NIEMAND, IETS EN NIETS.
De onbepaalde voornaamwoorden (of equivalenten daarvan) iemand, niemand, de een of ander, deze of gene worden zelfstandig gebruikt en verwijzen naar personen.
Het rijtje ik, jij, hij, zij
Dat zijn de persoonlijke voornaamwoorden die het onderwerp van de zin zijn. Daarom worden ze ook wel de onderwerpsvorm genoemd. De bekendste van dit rijtje zijn 'ik', 'jij', 'hij' en 'zij'.
Een onbepaald voornaamwoord is een voornaamwoord dat verwijst naar iets vaags. Dat kan zowel een persoon of een ding zijn. Voorbeelden van onbepaalde voornaamwoorden zijn 'iets', 'iemand' 'alles', 'men' en 'iedereen'. Het woord 'wat' is alleen een onbepaald voornaamwoord als je 'wat' in de zin kan vervangen door iets.
Bepaald hoofdtelwoord (je weet precies hoeveel): één, twee, vijf, tien, vijftig, honderd, duizend, honderdduizend, miljoen... Onbepaald hoofdtelwoord (je weet niet hoeveel): weinig, minder, minst, veel, meer, meest, enkele, enige, alle, zoveel, sommige…
Bepaald lidwoord (blw) = de, het. Onbepaald lidwoord (olw) = een. Zelfstandig naamwoord (zn) = mens, dier, ding of gevoel.
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iemand, zoals ik, jij, hij, jullie etc. Maar het kan ook naar iets verwijzen, zoals het.
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, zonder die verder bij de naam te noemen: ik, jou, zij, hen, hem, etc. De vorm hangt af van: de 'persoon': Als we over onszelf praten, gebruiken we de eerste persoon.
Hoewel het altijd verwijst naar een groep mensen, is iedereen een enkelvoudig voornaamwoord.
Onbepaald voornaamwoord
▸ Niemand wist wat dat blauwe licht was geweest, misschien statische energie van de storm of een bolbliksem? ▸ Niemand had iets verkeerds gedaan, althans niets aantoonbaar verkeerds, hijzelf niet en niemand anders.
Niemand is nooit meervoud (want er is niets) en ook geen eerste persoon (want die is er ook niet). Met het voorbeeld van Daphne is niemand dus derde persoon enkelvoud.
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze bij naam te noemen. Persoonlijke voornaamwoorden zijn onder andere: ik, je, jij, jou, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie, zij (meervoud), mij, me, hem, haar, ons, hen, hun en ze (meervoud).
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, zijn, haar, ons enzovoort. Ze drukken uit dat er een relatie van bezit of herkomst is tussen een persoon of zaak en een zelfstandig naamwoord: mijn auto, haar vader. Bezittelijke voornaamwoorden kunnen bijvoeglijk en zelfstandig worden gebruikt.
Er zijn veel verschillende soorten voornaamwoorden, namelijk: persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, wederkerige, aanwijzende, betrekkelijke, vragende en onbepaalde voornaamwoorden.
Je gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden waar de non-binaire persoon de voorkeur aan geeft. Dat kan 'die / diens / hen / hun' zijn, maar ook 'hij / hem / zijn' of 'zij / haar / haar'. Ken je de persoonlijke voorkeur van de non-binaire persoon niet, dan gebruik je 'die / diens'.
Geeft iemand aan graag als 'hen/hun' of 'die/diens' omschreven te worden, dan is het wel zo respectvol dat ook te doen. Voor veel mensen is het nog even wennen. 'Hen' is in de Nederlandse taal ook een meervoudig voornaamwoord, waardoor de vraag rijst of de persoon dan ook als meervoud wil worden beschreven.
eerste persoon meervoud voorwerp: ons.
Sinds 2016 heeft het Nederlands naast 'zij' en 'hij' en 'haar' en 'hem' ook het genderneutrale woord 'hen' als voornaamwoord in de taal opgenomen. Dit kan gebruikt worden voor mensen die zich niet identificeren als man of vrouw. Mensen zoals Thorne, Nanoah en Sky.
Non-binair is een paraplubegrip. Er zijn verschillende termen voor genderidentiteiten die zich buiten het binair gendermodel stellen; “genderqueer”, “gender non-conform”, “agender”, “genderfluïde”, “bigender”,…
Dan ben je voortaan een 'hen' - De Correspondent. Het is een groot probleem voor mensen die zich geen vrouw of man voelen. Dat de taal hen alsnog bestempelt als 'hij' of 'zij. ' De nieuwe voornaamwoorden 'hen' en 'hun' moeten niet alleen hun emancipatie mogelijk maken, maar die van iedereen.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie bijvoorbeeld. Vaak staat er de, het of een voor. Zelfstandige naamwoorden kunnen concrete zaken aanduiden, zoals mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, hout).
Werkwoorden benoemen in samengestelde zinnen
Gaat het om een kww(koppelwerkwoord), hww(hulpwerkwoord), zww(zelfstandig werkwoord)?
Een zelfstandig werkwoord (zww) beschrijft een concrete of abstracte handeling of toestand. Zelfstandige werkwoorden zijn het meest voorkomende type werkwoorden. Ze kunnen, in tegenstelling tot hulpwerkwoorden, zelfstandig, dat wil zeggen zonder toevoeging van andere werkwoorden, in een zin voorkomen.